Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU1385

Datum uitspraak2005-08-17
Datum gepubliceerd2005-08-24
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200501713/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter


Indicatie

Bij besluit van 17 juni 2004 heeft de gemeenteraad van Lingewaal het bestemmingsplan "Waaloever Vuren 2004" vastgesteld.


Uitspraak

200501713/2. Datum uitspraak: 17 augustus 2005 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer: [verzoeker], wonend te [woonplaats], gemeente Lingewaal, en het college van gedeputeerde staten van Gelderland, verweerder. 1.    Procesverloop Bij besluit van 17 juni 2004 heeft de gemeenteraad van Lingewaal het bestemmingsplan "Waaloever Vuren 2004" vastgesteld. Verweerder heeft bij besluit van 25 januari 2005, nr. RE2004.65593, over de goedkeuring van het plan beslist. Tegen dit besluit heeft onder meer verzoeker bij brief van 22 februari 2005, bij de Raad van State ingekomen op 24 februari 2005, beroep ingesteld. Bij brief van 22 februari 2005, bij de Raad van State ingekomen op 24 februari 2005, heeft verzoeker de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 3 mei 2005, waar verzoeker, in persoon, is verschenen. Voorts is de gemeenteraad van Lingewaal, vertegenwoordigd door mr. J.G.M. Thijssen, ambtenaar van de gemeente, daar gehoord. Verweerder is niet verschenen. De Voorzitter heeft het verzoek opnieuw ter zitting behandeld op 6 juni 2005, waar verzoeker, in persoon, en verweerder, vertegenwoordigd door drs. C.J.P.M. Meerbeek-Teuwen, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen. Voorts is de gemeenteraad van Lingewaal, vertegenwoordigd door mr. J.G.M. Thijssen, voornoemd, daar gehoord. 2.    Overwegingen 2.1.    Bij uitspraak van heden, no. 200501713/1, heeft de Afdeling op het beroep beslist. Derhalve is geen sprake meer van een geding. Daarom dient het verzoek als ongegrond te worden afgewezen. 2.2.    Gelet op de uitkomst van zaak no. 200501713/1 ziet de Voorzitter aanleiding de provincie Gelderland te gelasten het door verzoeker voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht te vergoeden. Niet is gebleken van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen. 3.    Beslissing De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: I.    wijst het verzoek af; II.    gelast dat de provincie Gelderland aan verzoeker het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 138,00 (zegge: honderdachtendertig euro) vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. R. Cleton, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P.J.A.M. Broekman, ambtenaar van Staat. w.g. Cleton    w.g. Broekman Voorzitter    ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 17 augustus 2005 12-449-392.