Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU1402

Datum uitspraak2005-08-18
Datum gepubliceerd2005-08-24
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200505050/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter


Indicatie

Bij besluit van 19 oktober 2001 heeft verzoeker een graansilo van Cehave Landbouwbelang Voeders B.V. (hierna: Cehave) aangewezen als beschermd Rijksmonument als bedoeld in de Monumentenwet 1988.


Uitspraak

200505050/2. Datum uitspraak: 18 augustus 2005 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van: de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, verzoeker, tegen de uitspraak in zaak no. AWB 04/2565 van de rechtbank                  's-Hertogenbosch van 29 april 2005 in het geding tussen: de besloten vennootschap "Cehave Landbouwbelang Voeders B.V.", gevestigd te Veghel en verzoeker. 1.    Procesverloop Bij besluit van 19 oktober 2001 heeft verzoeker een graansilo van Cehave Landbouwbelang Voeders B.V. (hierna: Cehave) aangewezen als beschermd Rijksmonument als bedoeld in de Monumentenwet 1988. Bij besluit van 22 juli 2004 heeft verzoeker het daartegen door Cehave gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 29 april 2005, verzonden op 4 mei 2005, heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch (hierna: de rechtbank), voorzover hier van belang, het daartegen door Cehave ingestelde beroep gegrond verklaard en de bestreden beslissing op bezwaar vernietigd. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 10 juni 2005, hoger beroep ingesteld. Bij brief van 12 juli 2005, bij de Raad van State ingekomen op 13 juli 2005, heeft verzoeker de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 11 augustus 2005, waar verzoeker, vertegenwoordigd door mr. R.P. Abeling, werkzaam bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Zeist, en Cehave, vertegenwoordigd door mr. H.C. van Olden, advocaat te Utrecht, zijn verschenen. 2.    Overwegingen 2.1.    Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. 2.2.    Verzoeker heeft de Voorzitter verzocht bij wijze van voorlopige voorziening te bepalen dat hem wordt toegestaan de uitspraak van de Afdeling op het door hem ingestelde hoger beroep af te wachten en hij niet thans, door een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, gevolg hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank. 2.3.    Aannemelijk is dat in dit geval ten behoeve van een nieuwe beslissing op bezwaar nog vele werkzaamheden, zoals hernieuwde advisering, zullen moeten worden verricht en die beslissing dan ook niet op korte termijn zal kunnen worden genomen. Tegenover het belang van verzoeker om het hoger beroep af te wachten, heeft Cehave geen spoedeisend belang, bijvoorbeeld in de vorm van concrete bouwplannen, gesteld bij het nemen van een nieuwe beslissing op bezwaar. Op grond van hetgeen verzoeker heeft aangevoerd, is de Voorzitter bovendien van oordeel dat niet op voorhand valt uit te sluiten dat de Afdeling, oordelend in hoger beroep, de uitspraak van de rechtbank zal vernietigen. Gelet hierop en in aanmerking genomen dat het hoger beroep binnen afzienbare tijd, te weten op 12 oktober 2005, ter zitting zal worden behandeld, dient het verzoek om een voorlopige voorziening te worden toegewezen. 2.4.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3.    Beslissing De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat verzoeker geen nieuwe beslissing op het bezwaar van Cehave Landbouwbelang Voeders B.V. hoeft te nemen, totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R.H.L. Dallinga, ambtenaar van Staat. w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek    w.g. Dallinga Voorzitter    ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 18 augustus 2005 18-477.