Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU1411

Datum uitspraak2005-08-24
Datum gepubliceerd2005-08-24
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200410652/1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 26 februari 2002 heeft het college van burgemeester en wethouders van Kessel (hierna: het college) afwijzend beslist op het verzoek van de regionaal inspecteur VROM-Inspectie Regio Zuid (hierna: de inspecteur) om handhavend op te treden tegen de zonder bouwvergunning opgerichte woning (met garage) op het bedrijfsterrein van en ten behoeve van [belanghebbende], plaatselijk bekend [locatie] te Kessel, kadastraal bekend gemeente Kessel sectie […] no. […].


Uitspraak

200410652/1. Datum uitspraak: 24 augustus 2005 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op de hoger beroepen van: [appellante], wonend te Kessel, tegen de uitspraak in zaak no. 04/692 GEMWT K1 van de rechtbank Roermond van 25 november 2004 in het geding tussen: de regionaal inspecteur VROM-Inspectie Regio Zuid, zetelend te Eindhoven en het college van burgemeester en wethouders van Kessel. 1.    Procesverloop Bij besluit van 26 februari 2002 heeft het college van burgemeester en wethouders van Kessel (hierna: het college) afwijzend beslist op het verzoek van de regionaal inspecteur VROM-Inspectie Regio Zuid (hierna: de inspecteur) om handhavend op te treden tegen de zonder bouwvergunning opgerichte woning (met garage) op het bedrijfsterrein van en ten behoeve van [belanghebbende], plaatselijk bekend [locatie] te Kessel, kadastraal bekend gemeente Kessel sectie […] no. […]. Bij besluit van 8 november 2002 heeft het college het daartegen door de inspecteur gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 19 mei 2003 heeft de rechtbank Roermond (hierna: de rechtbank) het daartegen door de inspecteur ingestelde beroep gegrond verklaard en de bestreden beslissing op bezwaar vernietigd. Bij uitspraak van 11 februari 2004, inzake no. 200304122/1, heeft de Afdeling het daartegen onder meer door het college ingestelde hoger beroep ongegrond verklaard. Bij besluit van 15 maart 2004 heeft het college het bezwaar van de inspecteur wederom ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 25 november 2004, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Roermond het daartegen door de inspecteur ingestelde beroep gegrond verklaard en het besluit van 15 maart 2004 vernietigd. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft appellante bij brief van 23 december 2004, bij de Raad van State ingekomen op 6 januari 2005, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. De inspecteur heeft gereageerd bij brief van 23 februari 2005. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 15 augustus 2005, waar is verschenen de inspecteur, vertegenwoordigd door mr. J.M.E. Stals en mr. C.I. Wong, gemachtigden. 2.    Overwegingen 2.1.    In geschil is slechts of ten tijde van de beslissing op bezwaar concreet zicht bestond op legalisatie van de woning. Anders dan appellante betoogt is de rechtbank op goede gronden tot het juiste oordeel gekomen dat zodanig zicht op dat moment ontbrak en heeft zij derhalve het besluit van 15 maart 2004 terecht vernietigd. 2.2.    Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. 2.3.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3.    Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, Voorzitter, en mr. P.A. Offers en mr. R. van der Spoel, Leden, in tegenwoordigheid van mr. J. Willems, ambtenaar van Staat. w.g. Troostwijk    w.g. Willems Voorzitter    ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 24 augustus 2005 412.