
Jurisprudentie
AU1485
Datum uitspraak2005-08-18
Datum gepubliceerd2005-08-25
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
ZaaknummersP 05/99892
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2005-08-25
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
ZaaknummersP 05/99892
Statusgepubliceerd
Indicatie
[...] overwegende dat derhalve thans niet vaststaat dat het gevaar tijdig kan worden afgewend door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis;
gelet op de artikelen 2, 3, 5, 6, 8 en 9 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen;
VERLEENT voorlopige machtiging tot het doen opnemen en doen verblijven in een psychiatrisch ziekenhuis van:
[...]
Uitspraak
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector Familie- en Jeugdrecht
Enkelvoudige Kamer
Voorlopige machtiging tot het doen opnemen in een psychiatrisch ziekenhuis
kenmerk : P 05/99892
De rechtbank 's-Gravenhage,
gezien het op 28 juli 2005 ingekomen verzoek van de officier van justitie in het arrondissement 's-Gravenhage d.d. 28 juli 2005, tot het verlenen van een voorlopige machtiging tot het doen opnemen en doen verblijven in een psychiatrisch ziekenhuis, van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum],
zonder bekende woonplaats, doch thans
verblijvende in de penitentiaire inrichting Haaglanden, Pompstationsweg 32, afdeling BIBA te Scheveningen;
gezien de bij het verzoek overgelegde stukken, waaronder de op 21 juli 2005 ondertekende en met redenen omklede, verklaring van J.A. Westendorp, psychiater, die de betrokkene heeft onderzocht, maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
gehoord op 18 augustus 2005 de betrokkene, bijgestaan door advocaat mr. J.M. Peters, zulks in de plaats van zijn advocaat mr. O.C. Bondam, alsmede de behandelend psycholoog Roorda;
overwegende dat de verzochte machtiging slechts mag worden verleend wanneer stoornis van de geestvermogens de betrokkene gevaar doet veroorzaken, en het gevaar niet door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis kan worden afgewend;
overwegende dat mr. J.B. Peters ter zitting heeft aangevoerd dat de Officier van Justitie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar verzoek nu er middels het strafvonnis van 5 juli 2005 van de rechtbank Den Bosch een alternatief voorhanden is door een daarin aan betrokkene opgelegde bijzondere voorwaarde;
overwegende dat in voormeld strafvonnis een bijzondere voorwaarde is opgenomen inhoudende dat betrokkene zich zal gedragen naar aanwijzingen van de reclassering zo lang de reclassering dat nodig acht, ook als deze aanwijzingen inhouden dat betrokkene zal meewerken aan een klinische behandeling op de Forensisch Psychiatrische afdeling van het Vincent van Gogh Instituut te Venray of in een andere soortgelijke inrichting;
overwegende dat uit de gedingstukken en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat betrokkene noodzakelijkerwijs na zijn invrijheidstelling (die gepland staat voor 29 augustus a.s.) direct aansluitend dient te worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis, daar hij lijdt aan een geestelijke stoornis, gecombineerd met een verstandelijke handicap;
overwegende dat betrokkene immers gevaar oplevert voor zichzelf en anderen, nu betrokkene absoluut niet voor zichzelf kan zorgen, zelfs voor simpele ADL-handelingen hulp nodig heeft, en oordeels- en kritiekgestoord is, hetgeen ter zitting is erkend door zijn advocaat;
overwegende dat het enkele feit dat in het strafvonnis de genoemde bijzondere voorwaarde is opgenomen in het onderhavige geval niet in de weg staat aan het afgeven van de gevraagde machtiging, nu gesteld noch gebleken is dat de reclassering reeds is overgegaan tot het geven van aanwijzingen aan betrokkene in het kader van dat strafvonnis en het zeer de vraag is of dat voor de invrijheidstelling nog zal gebeuren, terwijl mevrouw Roorda bovendien ter zitting heeft medegedeeld dat het haar bekend is dat het Vincent van Gogh Instituut zich beraadt over de vraag of zij betrokkene (indien de reclassering haar daarom al zou verzoeken) überhaupt wil opnemen;
overwegende dat derhalve thans niet vaststaat dat het gevaar tijdig kan worden afgewend door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis;
gelet op de artikelen 2, 3, 5, 6, 8 en 9 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen;
VERLEENT voorlopige machtiging tot het doen opnemen en doen verblijven in een psychiatrisch ziekenhuis van:
[betrokkene].,
geboren op [geboortedatum].
Aldus gegeven door mr. S.J. Hoekstra-van Vliet en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 augustus 2005 in tegenwoordigheid van de griffier.