
Jurisprudentie
AU1619
Datum uitspraak2005-06-29
Datum gepubliceerd2005-08-26
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers107076
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2005-08-26
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers107076
Statusgepubliceerd
Indicatie
Faillissementsrecht; procesrecht.
Uitspraak
Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 107076 / HA ZA 03-2079
Datum vonnis: 29 juni 2005
Vonnis
in de zaak van
de naamloze vennootschap
SPARK ENERGY N.V.,
gevestigd te Lelystad,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. F.J. Boom,
advocaat mrs. G.W. van der Bend en L.P. Kortmann te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENERCO GLOBAL B.V.,
gevestigd te Tiel,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
procureur mr. J.C.N.B. Kaal,
advocaat mr. M. Spaa te 's-Gravenhage.
Partijen zullen hierna Spark Energy N.V. en Enerco Global B.V. genoemd worden.
Het verloop van de procedure
Dit verloop blijkt uit:
- de dagvaarding
- de akte overlegging producties van Spark
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van Enerco
- de conclusie van repliek in conventie, tevens houdende wijziging van eis, en van antwoord in reconventie van Spark
- de akte verzet tegen vermeerdering van eis, tevens conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie van Enerco
- de conclusie van dupliek in reconventie van Spark
- de akte uitlaten curator van Enerco
- de akte uitlating partijen van Spark
- de antwoordakte van Enerco
Ten slotte is vonnis bepaald.
Het geschil en de beoordeling
in conventie en in reconventie
Spark vordert in conventie, na vermeerdering van eis, de veroordeling van Enerco tot betaling van een bedrag van € 1.155.955,51 te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van iedere afzonderlijke factuur vanaf 7 dagen na datum van facturering tot aan de dag van algehele voldoening. Enerco heeft die vordering gemotiveerd betwist en vordert in reconventie de veroordeling van Spark tot betaling van een bedrag van € 16.421.430,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 april 2004 tot aan de dag van algehele voldoening. Die vordering heeft Spark op haar beurt gemotiveerd betwist.
Op 16 februari 2005 is Enerco failliet verklaard met benoeming van mr J.H van der Weide tot curator. Na schorsing van de procedures (de conventie op de voet van art. 29 F en de reconventie op de voet van art. 27 F) heeft de curator laten weten dat hij de procedure in reconventie wenst voort te zetten en met machtiging van de Rechter-commissaris overneemt. Naar aanleiding daarvan is een dispuut tussen de partijen ontstaan over -kort gezegd- het al dan niet bijeen houden van de procedures in conventie en in reconventie. De curator en Spark zijn het op zichzelf wel eens dat de vorderingen over en weer verrekend kunnen en zullen worden, voorzover die vast komen te staan. Spark wil onder andere met het oog daarop de conventie en de reconventie bij elkaar houden, hetzij door schorsing van de reconventie totdat op een verificatievergadering duidelijk is geworden of de vordering in conventie wordt erkend danwel een renvooiprocedure moet volgen, hetzij door voortzetting van de procedure in conventie. De curator wenst uitsluitend voortzetting van de procedure in reconventie.
1.3 Van een voortzetting van de procedure in conventie kan thans geen sprake zijn. Die procedure is op de voet van art. 29 F van rechtswege geschorst om alleen dan voortgezet te worden indien de verificatie van de vordering wordt betwist. Daarvoor zal dus de verificatievergadering afgewacht moeten worden. Er is geen rechtsregel op grond waarvan de rechtbank voortzetting van de procedure zou kunnen gelasten vooruitlopend daarop. Dat zou ook daarom onjuist zijn omdat niet alleen de curator de mogelijkheid heeft de vordering te betwisten, maar ook andere schuldeisers die daarmee partij in het geding kunnen worden.
1.4 Voor schorsing van de procedure in reconventie ziet de rechtbank evenmin grond. Er is niet een rechtsregel die dat met zich brengt. In beginsel geldt wel dat conventie en reconventie zoveel mogelijk bij elkaar gehouden moeten worden, zeker indien daartussen een materiële samenhang bestaat. Blijkens art. 138 lid 1 Rv worden de zaken in conventie en in reconventie tegelijk voldongen en bij één en hetzelfde eindvonnis beslist. Maar dit een en ander geldt niet onverkort, zoals ook blijkt uit het tweede zinsdeel van lid 1 van art 138 Rv en uit lid 2 van dat artikel. Voor het onderhavige geval volgt uit de regeling van de artt. 27 en 29 F in onderling verband en samenhang dat de conventie en de reconventie gesplitst worden.
1.5 Dat leidt met het oog op de mogelijkheid van verrekening in dit geval ook niet tot een onaanvaardbaar resultaat. De partijen zijn het er over eens dat verrekend wordt voorzover de vorderingen komen vast te staan. Maar afgezien daarvan kan Spark een verrekeningsverklaring aan de curator uitbrengen en bij wege van verweer tegen de vordering in reconventie een beroep doen op verrekening, waartegenover de curator zich dan blijkens art. 53 lid 3 F niet mag beroepen op art. 6:136 BW. Aldus wordt Spark haar eventuele mogelijkheid tot verrekening niet ontnomen of illusoir gemaakt. In reconventie kan nu eerst over de gegrondheid van de vordering verder worden gedebatteerd en beslist. Afhankelijk van de uitkomst daarvan zal de rechtbank te zijner tijd verder zien hoe te handelen met een eventueel verrekeningsverweer. Denkbaar zou zijn dat indien dan nog geen duidelijkheid bestaat over de vordering die in conventie is in gesteld, een eventuele veroordeling in een dictum in reconventie wordt aangehouden totdat duidelijkheid bestaat over de vordering die in conventie is in gesteld. De curator heeft dan in ieder geval duidelijkheid over de gegrondheid van de vordering in reconventie, terwijl Spark niet het risico loopt van onmogelijkheid van verrekening. Dit is overigens niet meer dan een voorlopig oordeel over hoe het zou kunnen gaan. De rechtbank zal daarover later beslissen.
1.6 De conclusie is dat de procedure in conventie geschorst blijft en dat die in reconventie wordt voortgezet. De rechtbank zal de zaak in reconventie naar de rol verwijzen voor beraad/uitlating beide partijen. Indien de partijen in plaats van pleidooi te vragen een akte willen nemen zal de rechtbank dat toestaan, maar dan ieder van partijen slechts één keer.
1.7 Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
De beslissing
De rechtbank
in conventie:
verstaat dat de procedure is geschorst;
in reconventie:
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 13 juli 2005 voor beraad/uitlating beide partijen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 29 juni 2005.