Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU2269

Datum uitspraak2003-03-21
Datum gepubliceerd2005-09-08
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Breda
Zaaknummers03 / 357 WET
Statusgepubliceerd


Indicatie

De Directeur van het Koninklijk Huisarchief en de Algemeen Secretaris van Hare Majesteit de Koningin kunnen niet worden gezien als bestuursorganen in de zin van artikel van 1:1, lid 1, van de Awb. Het Koninklijk Huisarchief is immers een particulier archief, niet krachtens publiekrecht ingesteld en niet met enig openbaar gezag bekleed. Genoemde Directeur en de Algemeen Secretaris hebben in deze dan ook geen publiek-rechtelijke taken en bevoegdheden. De in het bestreden besluit opgenomen rechtshandeling vindt geen grondslag in een publiekrechtelijk voorschrift en is dus geen besluit in de zin van artikel 1:3, lid 1, van de Awb.


Uitspraak

03 / 357 WET RECHTBANK BREDA Sector bestuursrecht Enkelvoudige kamer UITSPRAAK in de zaak van [Eiser], wonende te [woonplaats], eiser, en de Algemeen Secretaris van Hare Majesteit de Koningin te ‘s-Gravenhage, verweerder, gemachtigde mr. M.G.J. Cooymans. 1. Het procesverloop Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 27 januari 2003 inzake de weigering om eiser inzage te verlenen in het dossier over de affaire Greet Hofmans. 2. De beoordeling 2.1 Op grond van artikel 8:1, lid 1, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen bij de rechtbank. Onder besluit wordt ingevolge artikel 1:3, lid 1, van de Awb verstaan een schriftelijke beslissing van een bestuurs-orgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Onder bestuursorgaan wordt inge-volge artikel 1:1, lid 1, van de Awb verstaan een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld of een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed. De Directeur van het Koninklijk Huisarchief, die al eerder inzage had geweigerd, en de Algemeen Secretaris van Hare Majesteit de Koningin kunnen niet worden gezien als bestuurs-organen in de zin van artikel van 1:1, lid 1, van de Awb. Het Koninklijk Huisarchief is immers een particulier archief, niet krachtens publiekrecht ingesteld en niet met enig openbaar gezag bekleed. Genoemde Directeur en de Algemeen Secretaris hebben in deze dan ook geen publiek-rechtelijke taken en bevoegdheden. De in het bestreden besluit opgenomen rechtshandeling vindt geen grondslag in een publiekrechtelijk voorschrift, zodat dit niet als een besluit in de zin van artikel 1:3, lid 1, van de Awb kan worden beschouwd. 2.2 Een en ander leidt tot de slotsom dat de rechtbank kennelijk onbevoegd is van het beroep kennis te nemen. Derhalve zal de rechtbank de zaak zonder behandeling ter zitting afdoen als hierna vermeld. Bij deze beslissing is in aanmerking genomen het gestelde in de artikelen 1:1, lid 1, 1:3, lid 1, 8:1, lid 1 en 8:54, lid 1, aanhef en onder a, van de Awb. 3. De beslissing De rechtbank: verklaart zich onbevoegd van het beroep kennis te nemen. Deze uitspraak is gedaan door mr. P.P.M.H. van Hooff, vice-president, en in aanwezigheid van D.C.B. Dekkers, griffier, in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2003. Tegen deze uitspraak kunnen partijen en andere belanghebbenden, verzet doen bij de rechtbank. De termijn daarvoor bedraagt zes weken en vangt aan op de dag na verzending van deze uitspraak. Afschrift verzonden op: 24 maart 2003.