
Jurisprudentie
AU2507
Datum uitspraak2005-08-02
Datum gepubliceerd2005-09-13
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers05/2054 WAO
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2005-09-13
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers05/2054 WAO
Statusgepubliceerd
Indicatie
[...] Ingevolge artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb bevat het beroepschrift de gronden van het beroep. In artikel 6:6 van die wet is bepaald dat, indien niet is voldaan aan artikel 6:5 of enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het beroep, dit niet-ontvankelijk kan worden verklaard, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.
Eiseres heeft de gronden van het beroep niet vermeld. In de brief van 30 maart 2005 van de rechtbank is vermeld dat, indien de gronden niet binnen de gestelde termijn worden ontvangen, niet-ontvankelijkverklaring kan volgen. Eiseres heeft bij brieven van 26 april 2005 en 6 juni 2005 uitstel gevraagd voor het indienen van de gronden. Bij brieven van 27 april en
7 juni 2005 heeft eiseres uitstel gekregen voor het indienen van de gronden.
Eiseres heeft ook daarna geen gronden ingediend.
Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk. [...]
Uitspraak
Rechtbank 's-Gravenhage
sector bestuursrecht
eerste afdeling, enkelvoudige kamer
Reg.nr. AWB 05/2054 WAO
UITSPRAAK
als bedoeld in artikel 8:54
van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Uitspraak in het geding tussen
[eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder.
Ontstaan en loop van het geding
Bij brief van 25 maart 2005, ingekomen bij de rechtbank op 29 maart 2005, heeft eiseres beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 15 februari 2005.
Motivering
Ingevolge artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb bevat het beroepschrift de gronden van het beroep. In artikel 6:6 van die wet is bepaald dat, indien niet is voldaan aan artikel 6:5 of enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het beroep, dit niet-ontvankelijk kan worden verklaard, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.
Eiseres heeft de gronden van het beroep niet vermeld. In de brief van 30 maart 2005 van de rechtbank is vermeld dat, indien de gronden niet binnen de gestelde termijn worden ontvangen, niet-ontvankelijkverklaring kan volgen. Eiseres heeft bij brieven van 26 april 2005 en 6 juni 2005 uitstel gevraagd voor het indienen van de gronden. Bij brieven van 27 april en
7 juni 2005 heeft eiseres uitstel gekregen voor het indienen van de gronden.
Eiseres heeft ook daarna geen gronden ingediend.
Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank 's-Gravenhage,
RECHT DOENDE:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na verzending daarvan verzet worden gedaan bij de rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij aan de rechtbank verzoeken omtrent het verzet te worden gehoord.
Aldus gegeven door mr. V.J. de Haan en in het openbaar uitgesproken op 2 augustus 2005, in tegenwoordigheid van de griffier M.A. Gerritsma.