Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU2718

Datum uitspraak2005-09-14
Datum gepubliceerd2005-09-22
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers289022 AZ 05-24
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

kantonzaak, erfrecht, bevoegde rechter bij verzoek opheffing testamentair bewind.


Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD sector kanton - locatie Lelystad zaaknummer : 289022 AZ 05-24 datum : 14 september 2005 Beschikking op een verzoek tot opheffing van bewind ingediend door: [VERZOEK(ST)ER] [adres] [woonplaats] De procedure Op [datum] is ter griffie ingekomen een verzoekschrift, strekkende tot opheffing van het testamentaire bewind over hetgeen [verzoek(st)er] voornoemd heeft verkregen uit de nalatenschap van wijlen [erflater], overleden op [datum]. De beoordeling Ingevolge het bepaalde in artikel 4:178, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) is de beslissing omtrent opheffing van een testamentair bewind voorbehouden aan de civiele sector van de rechtbank. Op grond van artikel 268 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) is bevoegd de rechter van de woonplaats van rechthebbende. Hieruit volgt dat de kantonrechter te Lelystad onbevoegd is om het verzoek te behandelen en daarop te beslissen. De zaak zal daarom op de voet van de artikelen 73 en 270 Rv., in de stand waarin deze zich bevindt, worden verwezen naar de rechtbank Leeuwarden. De beslissing De kantonrechter: - verklaart zich onbevoegd om het verzoek te behandelen en daarop te beslissen; - verwijst de zaak, in de stand waarin deze zich bevindt, ter verdere behandeling naar de civiele sector van de rechtbank Leeuwarden, gevestigd Zaailand 102 te (8911 BN) Leeuwarden, postadres: postbus 1702, 8901 CA Leeuwarden. Aldus gegeven door mr. C.M.M. Hoogland-Kelkboom, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 14 september 2005 in tegenwoordigheid van de griffier. Tegen deze beslissing kan, behoudens berusting, hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dagtekening van deze eindbeschikking door indiening van een beroepschrift (door een advocaat) ter griffie van het gerechtshof Arnhem.