Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU2732

Datum uitspraak2005-09-13
Datum gepubliceerd2005-09-15
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers08-710472-05
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte maakt zich in de avond/nacht van 28 op 29 mei 2005 schuldig aan een aanranding en twee pogingen tot verkrachting van in totaal drie fietsende jonge vrouwen op diverse lokaties in Almelo. Bij een van hen jaagt hij eerst een begeleidende vriend weg door hem te bedreigen, opdat verdachte ongestoord zijn gang kan gaan. De rechtbank acht hem licht verminderd toerekeningsvatbaar en gevaarlijk en legt hem 2 jaar gevangenisstraf op en TBS met dwangverpleging. Het eerste slachtoffer krijgt ook de gevraagde schadevergoeding van 300 euro toegewezen.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Parketnummer: 08/710472-05 STRAFVONNIS Uitspraak: 13 september 2005 De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen: [verdachte], geboren te [plaats] op [datum] 1978, wonende te [plaats], thans verblijvende in het huis van bewaring te [plaats], terechtstaande terzake dat: 1. hij op of omstreeks 28 mei 2005, te Almelo, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer1] (geboren op [datum] 1990) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het wrijven over de rug van die [slachtoffer1] en/of het grijpen/vastpakken tussen de benen van die [slachtoffer1] en/althans het betasten van de schaamstreek van die [slachtoffer1] en/of het betasten van en/of knijpen in de borst(en) van die [slachtoffer1] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hieruit dat verdachte (op een bromfiets) naast die (fietsende) [slachtoffer1] is gaan rijden en/of blijven rijden en/of stil is gaan staan (toen die [slachtoffer1] met haar fiets stopte en/of stil stond) en/of die [slachtoffer1] heeft aangesproken en/of (onverhoeds) die (fietsende) [slachtoffer1] bij haar arm heeft vastgepakt en/of aan haar arm heeft getrokken; 2. hij in de nacht van 28 mei op 29 mei 2005, althans op 29 mei 2005, te Almelo, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer2] (geboren op [datum] 1989) te dwingen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer2], (in de nachtelijke uren) op die [slachtoffer2] is toegelopen en/of die [slachtoffer2] om haar middel heeft vastgepakt en/of (daarbij) die [slachtoffer2] heeft aangeduwd, waardoor die [slachtoffer2] en/of verdachte op de grond is/zijn gevallen en/of (vervolgens) - toen die [slachtoffer2] op de grond lag - heeft getracht haar broek naar beneden te trekken en/of haar broek te openen en/althans (met kracht) aan haar broek heeft getrokken en/of zijn hand(en) op/tegen de mond van die [slachtoffer2] heeft gedrukt/gelegd en/of tegen die [slachtoffer2] heeft gezegd – zakelijk weergegeven - dat die [slachtoffer2] haar bek moest houden en/of (vervolgens) die [slachtoffer2] meermalen, althans eenmaal (telkens) (met kracht) op/tegen het hoofd heeft gestompt en/of geslagen en/of op/tegen het oog heeft gestompt en/of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat hij in de nacht van 28 mei op 29 mei 2005, althans op 29 mei 2005, te Almelo, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer2] (geboren op [datum] 1989) te dwingen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), (in de nachtelijke uren) op die [slachtoffer2] is toegelopen en/of die [slachtoffer2] om haar middel heeft vastgepakt en/of (daarbij) die [slachtoffer2] heeft aangeduwd, waardoor die [slachtoffer2] en/of verdachte op de grond is/zijn gevallen en/of (vervolgens) - toen die [slachtoffer2] op de grond lag - heeft getracht haar broek naar beneden te trekken en/of haar broek te openen en/althans (met kracht) aan haar broek heeft getrokken en/of zijn hand(en) op/tegen de mond van die [slachtoffer2] heeft gedrukt/gelegd en/of tegen die [slachtoffer2] heeft gezegd – zakelijk weergegeven - dat die [slachtoffer2] haar bek moest houden en/of (vervolgens) die [slachtoffer2] meermalen, althans eenmaal (telkens) (met kracht) op/tegen het hoofd heeft gestompt en/of geslagen en/of op/tegen het oog heeft gestompt en/of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 3. hij in de nacht van 28 mei op 29 mei 2005, althans op 29 mei 2005, te Almelo, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer3] (geboren op [datum] 1985) te dwingen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer3], (in de nachtelijke uren) met zijn fiets naast die (fietsende) [slachtoffer3] is gaan fietsen en/of (onverhoeds) die (fietsende) [slachtoffer3] bij haar hand heeft vastgepakt en/of zijn arm om haar middel heeft gelegd en/of die (fietsende) [slachtoffer3] om haar middel heeft vastgepakt en/of met zijn, verdachtes, fiets tegen die (fietsende) [slachtoffer3] is (aan)gereden en/althans met zijn fiets in aanraking is gekomen met die (fietsende) [slachtoffer3] en/of met de fiets waarop die [slachtoffer3] was gezeten, waardoor die [slachtoffer3] (hard) van haar fiets en/althans op de grond is gevallen en/of (vervolgens) die [slachtoffer3] (met kracht) in/tegen het gezicht heeft gestompt en/of geslagen en/of die [slachtoffer3] bij de armen heeft vastgepakt en/of aan de armen en/althans aan het lichaam heeft getrokken en/of de fiets van die [slachtoffer3] heeft vastgepakt en/of in de bosjes heeft gegooid en/of - toen die [slachtoffer3] wegrende - achter die [slachtoffer3] is aangerend/aangelopen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat hij in de nacht van 28 mei op 29 mei 2005, althans op 29 mei 2005, te Almelo, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer3] (geboren op [datum] 1985) te dwingen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), (in de nachtelijke uren) met zijn fiets naast die (fietsende) [slachtoffer3] is gaan fietsen en/of (onverhoeds) die (fietsende) [slachtoffer3] bij haar hand heeft vastgepakt en/of zijn arm om haar middel heeft gelegd en/of die (fietsende) [slachtoffer3] om haar middel heeft vastgepakt en/of met zijn, verdachtes, fiets tegen die (fietsende) [slachtoffer3] is (aan)gereden en/althans met zijn fiets in aanraking is gekomen met die (fietsende) [slachtoffer3] en/of met de fiets waarop die [slachtoffer3] was gezeten, waardoor die [slachtoffer3] (hard) van haar fiets en/althans op de grond is gevallen en/of (vervolgens) die [slachtoffer3] (met kracht) in/tegen het gezicht heeft gestompt en/of geslagen en/of die [slachtoffer3] bij de armen heeft vastgepakt en/of aan de armen en/althans aan het lichaam heeft getrokken en/of de fiets van die [slachtoffer3] heeft vastgepakt en/of in de bosjes heeft gegooid en/of - toen die [slachtoffer3] wegrende - achter die [slachtoffer3] is aangerend/aangelopen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat hij in de nacht van 28 mei op 29 mei 2005, althans op 29 mei 2005, te Almelo, opzettelijk een persoon, genaamd [slachtoffer3], heeft mishandeld, immers is verdachte opzettelijk mishandelend met zijn, verdachtes, fiets tegen die (fietsende) [slachtoffer3] en/althans tegen de fiets waarop die [slachtoffer3] was gezeten (aan)gereden, waardoor die [slachtoffer3] (hard) van haar fiets en/althans op de grond is gevallen en/of heeft verdachte (vervolgens) opzettelijk mishandelend die [slachtoffer3] (met kracht) in/tegen het gezicht gestompt en/of geslagen en/of bij de armen vastgepakt en/of aan de armen en/althans aan het lichaam getrokken, waardoor die [slachtoffer3] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; 4. hij in de nacht van 28 mei op 29 mei 2005, althans op 29 mei 2005, te Almelo, een persoon, genaamd [slachtoffer4], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling en/of met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend (in de nachtelijke uren) tegen die [slachtoffer4] gezegd dat deze met hem mee moest lopen en/of (vervolgens) die [slachtoffer4] (stevig) bij de pols/arm vastgepakt en/of (daarbij) die [slachtoffer4] opzettelijk dreigend de woorden toegevoegd -zakelijk weergegeven - dat als die [slachtoffer4] nu niet weg ging, hij (verdachte) hem neer zou steken, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of heeft verdachte (daarbij) een hand in zijn broekzak gestopt en/of met zijn hand (een) zodanige beweging(en) gemaakt, waardoor bij die [slachtoffer4] de indruk ontstond of kon ontstaan dat hij, verdachte, een mes wilde pakken en/althans bij zich had; Gezien de stukken; Gelet op het onderzoek ter terechtzitting; Gehoord de vordering van de officier van justitie; Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd; De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd, in de bewezenverklaring. Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad. De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen -die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen vereist, in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen- waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het sub 1, 2 primair, 3 primair en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 1. hij op 28 mei 2005, te Almelo, door geweld [slachtoffer1] (geboren op [datum] 1990) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het wrijven over de rug van die [slachtoffer1]en het grijpen/vastpakken tussen de benen van die [slachtoffer1] en het betasten van de schaamstreek van die [slachtoffer1] en het betasten van de borsten van die [slachtoffer1] en bestaande dat geweld hieruit dat verdachte (op een bromfiets) naast die (fietsende) [slachtoffer1] is gaan rijden en blijven rijden en stil is gaan staan (toen die [slachtoffer1] met haar fiets stopte en stil stond) en die [slachtoffer1] heeft aangesproken en (onverhoeds) die (fietsende) [slachtoffer1] bij haar arm heeft vastgepakt en aan haar arm heeft getrokken; 2. hij in de nacht van 28 mei op 29 mei 2005, te Almelo, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld [slachtoffer2] (geboren op [datum] 1989) te dwingen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer2], (in de nachtelijke uren) op die [slachtoffer2] is toegelopen en die [slachtoffer2] om haar middel heeft vastgepakt en (daarbij) die [slachtoffer2] heeft aangeduwd, waardoor die [slachtoffer2] en verdachte op de grond zijn gevallen en (vervolgens) - toen die [slachtoffer2] op de grond lag - heeft getracht haar broek naar beneden te trekken en haar broek te openen en (met kracht) aan haar broek heeft getrokken en zijn hand op de mond van die [slachtoffer2] heeft gedrukt en tegen die [slachtoffer2] heeft gezegd – zakelijk weergegeven - dat die [slachtoffer2] haar bek moest houden en (vervolgens) die [slachtoffer2] met kracht tegen het hoofd heeft gestompt of geslagen en op het oog heeft gestompt of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 3. hij in de nacht van 28 mei op 29 mei 2005, te Almelo, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld [slachtoffer3] (geboren op [datum] 1985) te dwingen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer3], (in de nachtelijke uren) met zijn fiets naast die (fietsende) [slachtoffer3] is gaan fietsen en (onverhoeds) die (fietsende) [slachtoffer3] bij haar hand heeft vastgepakt en zijn arm om haar middel heeft gelegd en die (fietsende) [slachtoffer3] om haar middel heeft vastgepakt en met zijn, verdachtes, fiets tegen die (fietsende) [slachtoffer3] is aangereden, waardoor die [slachtoffer3] van haar fiets op de grond is gevallen en vervolgens die [slachtoffer3] (met kracht) in het gezicht heeft gestompt of geslagen en die [slachtoffer3] bij de armen heeft vastgepakt en aan de armen heeft getrokken en de fiets van die [slachtoffer3] heeft vastgepakt en in de bosjes heeft gegooid en - toen die [slachtoffer3] wegrende - achter die [slachtoffer3] is aangerend/aangelopen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 4. hij in de nacht van 28 mei op 29 mei 2005, te Almelo, een persoon, genaamd [slachtoffer4], heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend (in de nachtelijke uren) tegen die [slachtoffer4] gezegd dat deze met hem mee moest lopen en (vervolgens) die [slachtoffer4] (stevig) bij de pols/arm vastgepakt en (daarbij) die [slachtoffer4] opzettelijk dreigend de woorden toegevoegd -zakelijk weergegeven - dat als die [slachtoffer4] nu niet weg ging, hij (verdachte) hem neer zou steken en heeft verdachte (daarbij) een hand in zijn broekzak gestopt en met zijn hand een zodanige beweging gemaakt, waardoor bij die [slachtoffer4] de indruk ontstond of kon ontstaan dat hij, verdachte, een mes wilde pakken en bij zich had; Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het telastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft. De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte sub 1, 2 primair, 3 primair en 4 meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. Het bewezen verklaarde levert op: wat betreft sub 1 het misdrijf: "Feitelijke aanranding van de eerbaarheid", strafbaar gesteld bij artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht; en wat betreft sub 2 primair en 3 primair telkens het misdrijf: "Poging tot verkrachting", strafbaar gesteld bij artikel 242 jo. 45 van het Wetboek van Strafrecht; en wat betreft sub 4 het misdrijf: "Bedreiging met zware mishandeling", strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht; De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake sub 1, 2 primair, 3 primair en 4 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaren, met aftrek van het voorarrest alsmede terbeschikkingstelling met dwangverpleging en met toewijzing van de civiele vordering van en oplegging daarbij van de zogenaamde Terwee-maatregel. De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf en maatregelen behoren te worden opgelegd, zoals deze hierna zullen worden bepaald. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met een op 19 augustus 2005 uitgebracht rapport door C.J.F. Kemperman, zenuwarts en een op 20 augustus 2005 uitgebracht rapport door prof. dr. J.J. Baneke, klinisch en forensisch psycholoog, welke rapporten, in onderling verband en samenhang bezien, zakelijk weergegeven, ondermeer inhouden: Betrokkene is een 27-jarige man, die in het contact een veel jongere en tevens zwakbegaafde indruk maakt. Men voelt bij betrokkene een grote afhankelijkheid en behoefte aan steun. Hij heeft een kinderlijke openhartigheid, behalve ten aanzien van de tenlastegelegde feiten die hij blijft ontkennen, maar zonder overtuigingskracht of verzet. Het lijkt ook alsof het hem niet uitmaakt of hij gedetineerd is. Hij wil graag vertellen, is daarin erg kinderlijk, lijkt soms niet te beseffen hoe hij overkomt bij de ander. Men houdt het beeld van een jongen zonder veel identiteit, geweten of sociale normen, die sterk afhankelijk is van externe structuur. De biografie laat zien dat er een jeugd plaatsvond in een gezin dat als onstabiel kan worden beschreven Het psychiatrisch onderzoek van het toestandsbeeld toont een coöperatieve, wat kinderlijke, randbegaafde jongeman. Het contact met hem bereikt weinig diepgang. De gepleegde delicten doet hij af als bagatellen en de verantwoordelijkheid wordt afgeschoven op anderen. Psychopathologische symptomen konden niet worden vastgesteld. Het psychiatrisch onderzoek van de persoonlijkheid laat zien dat betrokkene van nieuwe prikkels of avontuur houdt. Anti-sociale persoonlijkheids-trekken zijn aanwezig in de vorm van het niet in staat zijn zich te conformeren aan de maatschappelijke norm dat men zich aan de wet moet houden, oneerlijkheid, prikkelbaarheid en agressiviteit, constante onverantwoordelijkheid en het ontbreken van spijtgevoelens. Voorts is er een verslavingsneiging in de persoonlijkheid zoals blijkt uit het weed, cocaïne en alcoholgebruik. Enige emotionele koudheid valt op, evenals een gebrek aan empathie. Borderline elementen, zoals affectieve of relationele instabiliteit en een gevoel van verveling komen voor. Anticipatoir zich zorgen maken en onzekerheid vallen op. Betrokkene beschikt niet over adequate copingmechanismen, zodat hij sterk geneigd is zijn kop in het zand te steken als zich problemen voordoen. De kans op recidive moet zeer groot geacht worden en tevens moet de kans op ernstiger zedendelicten met (bedreiging met) geweld reëel geacht worden. Men kan spreken over een jongeman met recidiverend en divers delictgedrag in het kader van een ernstige persoonlijkheidsstoornis met verslavingsgedrag. Men kan het beeld classificeren als een misbruik van alcohol en drugs bij een jonge man met een anti-sociale persoonlijkheidsstoornis en beperkte intellectuele vermogens. Het gaat bij de persoonlijkheidsstoornis om een temporeel stabiele conditie die reeds aanwezig is vanaf de adolescentiefase. Dat betekent dat deze conditie ook aanwezig was in de periode waarin de tenlastegelegde delicten zouden zijn gepleegd. Gesteld kan worden dat over het besef van het eigen handelen geen informatie ter beschikking staat van betrokkene zelf, die immers ontkent. Het dossier toont evenwel geen aanwijzing voor een verminderd besef van zijn eigen handelen. Inzicht in de wederrechtelijkheid is wel aanwezig. Betrokkenes zelfcontrole werd beperkt door de persoonlijkheidsstoornis. Beperkte intellectuele vermogens kunnen de controle over het eigen gedrag ook nog inperken. De toerekenbaarheid kan dan ook als enigszins verminderd tot verminderd worden gezien. Betrokkene is gevaarlijk in de zin van artikel 37a e.v. van het Wetboek van Strafrecht. Er blijkt een hoog recidiverisico. Gezien de ernst van de delicten kan de veiligheid van andere personen niet gewaarborgd worden en vormt hij in die zin een gevaar voor anderen en de samenleving. Gezien betrokkenes kinderlijke en antisociale persoonlijkheidsstructuur, zijn gebrekkige zelfcontrole en verhoogde neiging tot impulsiviteit, alsmede het ontbreken van motivatie voor behandeling en de ernst van de tenlastegelegde feiten, moet een behandeling binnen het kader van een voorwaardelijke straf of een terbeschikkingstelling met voorwaarden uitgesloten worden. Geadviseerd wordt betrokkene een terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging op te leggen. De rechtbank is op grond van voormelde inhoud en conclusies van de rapporten, die de rechtbank juist acht, overneemt en tot de hare maakt, en van hetgeen verder ter terechtzitting omtrent de persoon van verdachte is gebleken, van oordeel dat verdachte ten tijde van het plegen van de bewezenverklaarde feiten (enigszins) verminderd toerekeningsvatbaar was en dat, gezien het feit dat recidivegevaar zeer groot te achten is, de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat verdachte ter beschikking wordt gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege. De rechtbank is voorts van oordeel dat naast bovengenoemde maatregel tevens een gevangenisstraf van aanmerkelijke duur dient te worden opgelegd. Verdachte heeft zich, zeer kort nadat hij een langdurige detentie had ondergaan die was opgelegd terzake ondermeer verkrachting, opnieuw schuldig gemaakt aan een aantal zedendelicten. Feiten als deze grijpen diep in in de persoonlijke levenssfeer van de relatief jonge slachtoffers, die daarvan, naar de ervaring leert, vaak gedurende lange tijd de nadelige gevolgen ondervinden in de zin van gevoelens van onveiligheid en onzekerheid. Verdachte is daaraan volledig voorbij gegaan en heeft zijn eigen lustgevoelens laten prevaleren boven de belangen van de slachtoffers. Civiele vordering De rechtbank overweegt verder, dat [slkachtoffer1], ter zake van feit 1, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier ter terechtzitting als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van € 300,- terzake immateriële schade. Naar het oordeel van de rechtbank is deze vordering van de benadeelde partij geheel gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht. Het gevorderde bedrag van € 300,- komt de rechtbank niet bovenmatig of anderszins ongerechtvaardigd voor, zodat de vordering toewijsbaar is. De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door feit 1 is toegebracht. De na te melden straf en maatregelen zijn gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10,27,36f,37a,37b en 57 van het Wetboek van Strafrecht. R E C H T D O E N D E: Verklaart bewezen, dat het sub 1, 2 primair, 3 primair en 4 tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan. Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld. Verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van twee jaren. Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Gelast de terbeschikkingstelling van verdachte en beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd. Veroordeelt verdachte, terzake van het bewezen feit 1 tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer1], wonende te [adres en plaats], van een bedrag groot € 300,-. Veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering. Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 300,- ten behoeve van de benadeelde [slachtoffer1], voornoemd, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 6 dagen zal worden toegepast. Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen. Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte sub 1, 2 primair, 3 primair en 4 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij; Aldus gewezen door mr. Berg, voorzitter, mr. Derks en mr. Groener, rechters, in tegenwoordigheid van Last, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 13 september 2005.