
Jurisprudentie
AU2870
Datum uitspraak2005-09-07
Datum gepubliceerd2005-09-19
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Gravenhage
Zaaknummers2200232905
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2005-09-19
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Gravenhage
Zaaknummers2200232905
Statusgepubliceerd
Indicatie
Artikel 10.16 lid 1 Telecommunicatiewet. Vrijspraak.
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is tenlastegelegd. In het bijzonder is niet bewezen dat hij het betreffende radiozendapparaat geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig heeft gehad, dan wel heeft aangelegd of gebruikt. De verdachte dient derhalve - overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal - van het tenlastegelegde te worden vrijgesproken.
Uitspraak
Rolnummer: 22-002329-05
Parketnummer: 12-035283-04
Datum uitspraak: 7 september 2005
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
economische kamer
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank te Middelburg van 25 maart 2005 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte]
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 7 september 2005.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, waarvan een kopie in dit arrest is gevoegd.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte terzake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een geldboete van
EUR 250,-, subsidiair vijf dagen hechtenis, waarvan EUR 100,- voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Voorts is in eerste aanleg een beslissing genomen omtrent het in beslag genomen goed, als nader in het vonnis omschreven.
De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is tenlastegelegd. In het bijzonder is niet bewezen dat hij het betreffende radiozendapparaat geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig heeft gehad, dan wel heeft aangelegd of gebruikt. De verdachte dient derhalve - overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal - van het tenlastegelegde te worden vrijgesproken.
Beslag
Ten aanzien van het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerp, zoals vermeld op de in kopie aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen, zal het hof de teruggave gelasten aan de verdachte.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Gelast de teruggave van 1 radiozendapparaat, kleur oranje, ACR rlb-23e aan de verdachte.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.M. Reinking,
A.L.J. van Strien en A.V. van den Berg, in bijzijn van de griffier mr M.C. Erskine.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 7 september 2005.