Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU2936

Datum uitspraak2005-08-24
Datum gepubliceerd2005-09-20
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers270493
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Huurrecht. De kantonrechter acht de persoonlijke omstandigheden van een op hoge leeftijd en minder valide zijnde huurster zwaarder wegen dan het belang van verhuurster bij stipte huurbetaling. Ondanks huurachterstand van drie maanden wordt de gevorderde ontbinding en ontruiming afgewezen.


Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM sector kanton, locatie Haarlem zaaknummer: 270493 datum vonnis: 24 augustus 2005 VONNIS VAN DE KANTONRECHTER TE HAARLEM in de zaak van: de stichting Stichting Woningbedrijf Velsen, te IJmuiden, gemeente Velsen, EISERES, hierna: Woningbedrijf Velsen, gemachtigde Albertson & Partners c.v., --tegen-- [gedaagde], te [woonplaats], GEDAAGDE, hierna: [gedaagde], verschenen in persoon. 1. Het verloop van de procedure 1.1 Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stukken, waarvan de inhoud als hier ingevoegd is te beschouwen: - de dagvaarding van 11 april 2005, - de conclusie van antwoord, met producties, - de conclusie van repliek, met producties, - de conclusie van dupliek, met producties. 1.2 [gedaagde] heeft bij conclusie van dupliek nog producties in het geding gebracht. Woningbedrijf Velsen heeft op die producties niet kunnen reageren. Aangezien die producties deels reeds eerder in de procedure in het geding waren gebracht en voor het overige deel voor het beoordelen van deze zaak niet van belang zijn, is er geen noodzaak om Woningbedrijf Velsen alsnog in de gelegenheid te stellen om op die producties te reageren; Woningbedrijf Velsen is immers niet geschaad in haar verdediging. 2. De vordering 2.1 Woningbedrijf Velsen vordert - samengevat - ontbinding van de huurovereen-komst, veroordeling van [gedaagde] tot ontruiming van de woning en tot betaling van achterstallige huurtermijnen. 2.2 Woningbedrijf Velsen heeft het volgende - samengevat - aan haar vordering ten grond-slag gelegd: In oktober/november 2004 is een huurachterstand ontstaan. Berekend tot en met de maand juni bestaat er een huurachterstand van €2.219,82, zijnde zes maanden huur ad €369,97 per maand, te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten ad €268,08, administratiekosten ad €22,00 en met de wettelijke rente ad €12,74. De achterstand in de huurbetalingen is dermate dat deze ontbinding van de huurover-eenkomst en ontruiming van de woning door [gedaagde] rechtvaardigt. Door ondanks aanmaning met betaling in gebreke te blijven, heeft [gedaagde] Woningbedrijf Velsen genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven. Woningbedrijf Velsen heeft daardoor vermogensschade geleden, bestaande uit de buitengerechtelijke incassokosten ten belope van €268,08 inclusief omzetbelasting. [gedaagde] dient deze kosten ingevolge de algemene betalingsvoorwaarden dan wel ingevolge artikel 6:96 lid 2 sub c BW aan Woningbedrijf Velsen te voldoen. Voorts is [gedaagde] de wettelijke rente verschuldigd geworden. Deze bedraagt, berekend vanaf de vervaldata van de huurpenningen tot 5 april 2005, €12,74. 3. Het verweer [gedaagde] heeft de vordering gemotiveerd weersproken. Op het verweer zal, voor zover relevant, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan. 4. De vaststaande feiten Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro-ken inhoud van de overgelegde producties, staat tussen partij-en het volgende vast: a. [gedaagde] huurt reeds meer dan 30 jaar van Woningbedrijf Velsen de woning te [plaatsnaam] aan de [adres] tegen de thans geldende huurprijs van €380,01 per maand. b. Ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding bestond er een achterstand in de huurbetalingen van €1.501,88. c. [gedaagde] wordt in oktober 2005 80 jaar, zij is minder valide en aange-wezen op het gebruik van een rolstoel. 5. De beoordeling van het geschil 5.1 Omdat Woningbedrijf Velsen verzuimd heeft haar vordering op de wettelijk voorgeschreven wijze te vermeerderen kan de kantonrechter slechts uitgaan van de bij dagvaarding gevorderde bedragen wegens huurachterstand. 5.2 Los van de vraag of er een huurachterstand van drie maanden of meer bestaat, is de kantonrechter van oordeel dat in verband met de hoge leeftijd en minder validiteit van [gedaagde], de gevorderde ontbinding en ontruiming niet voor toewijzing in aanmerking komen. In dit geval wegen de persoonlijke omstandigheden van [gedaagde] zwaarder dan het belang van Woningbedrijf Velsen bij stipte huurbetaling. 5.3 Wat de achterstand in huurbetaling betreft, blijkt uit het overzicht dat bij repliek is overgelegd dat per 1 april 2005 een achterstand bestond van €1.501,88. In dit overzicht zijn de door [gedaagde] bij antwoord vermelde betalingen verwerkt. Het lag daarom op de weg van [gedaagde] om bij dupliek nog verdere betaalbewijzen over te leggen. Zij heeft dat niet gedaan. 5.4 Nu geen betaalbewijzen voor de nog openstaande drie maanden huur zijn overgelegd, moet de kantonrechter ervan uitgaan dat deze achterstand nog niet is ingelopen. De vordering tot betaling van die achterstand is daarom voor toewijzing vatbaar. 5.5 Ook de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente zijn toewijsbaar omdat daartegen geen afzonderlijk verweer is gevoerd. 5.6 [gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proces-kosten worden veroordeeld. 6. De beslissing De kantonrechter: Veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Woningbedrijf Velsen te betalen €1.782,70, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend over €1.501,88 vanaf 5 april 2005 doch niet eerder dan de vervaldata van de verschuldigde huuropeningen tot aan de dag der algehele voldoening. Veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van Woningbedrijf Velsen begroot op €277,60 aan verschotten en €300,00 aan salaris voor de gemachtigde, met bepaling dat de explootkosten worden verhoogd met een percentage dat overeenkomt met het percentage bedoeld in artikel 9, 1e lid van de Wet op de Omzetbelasting 1968. Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Wijst af het meer of anders gevorderde. Aldus gewezen door mr. F.J.P. Veenhof, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 24 augustus 2005, in tegenwoordigheid van de griffier.