
Jurisprudentie
AU3499
Datum uitspraak2005-09-20
Datum gepubliceerd2005-09-29
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Maastricht
Zaaknummers03.080267-04
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2005-09-29
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Maastricht
Zaaknummers03.080267-04
Statusgepubliceerd
Indicatie
De economische politierechter acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd.
Hij overweegt dienaangaande dat artikel 75 van het Besluit personenvervoer 2000 (oud: geldend tot 1 augustus 2005) bepaalt dat de bestuurder van een auto waarmee taxivervoer wordt verricht een chauffeurspas zichtbaar voor de reiziger in de auto aanwezig moet hebben.
Onder “reiziger” verstaat de economische politierechter in dit verband een persoon die daadwerkelijk in de taxi aanwezig is. Immers, zolang een klant zich nog buiten de taxi bevindt is nog geen sprake van een “reiziger” zoals bedoeld in het Besluit personenvervoer 2000 (oud).
Uitspraak
RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
Parketnummer: 03/080267-04
Datum uitspraak: 20 september 2005
Dit vonnis is naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 6 september 2005 op tegenspraak gewezen door de economische politierechter in de zaak tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],
wonende te [adres verdachte].
De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 16 maart 2004, in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, als bestuurster van een auto (taxi), gekentekend [X], waarmee taxivervoer werd verricht op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, het Stationsplein, haar chauffeurspas niet zichtbaar voor de reiziger in de auto aanwezig heeft gehouden.
Het requisitoir
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat de verdachte ter zake van het ten laste gelegd feit zal worden veroordeeld tot een geldboete van 110 Euro, subsidiair 2 dagen hechtenis.
De verdachte heeft ten verwere aangevoerd dat zij ten tijde van het onderhavige feit met de taxi als vijfde in de wachtrij van de taxistandplaats bij het station stond, dat zij de chauffeurspas wel in de auto aanwezig had, doch dat er op dat moment geen klant in de taxi aanwezig was.
Vrijspraak
De economische politierechter acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd.
De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Overweging met betrekking tot de vrijspraak
Artikel 75 van het Besluit personenvervoer 2000 (oud: geldend tot 1 augustus 2005) bepaalt dat de bestuurder van een auto waarmee taxivervoer wordt verricht een chauffeurspas zichtbaar voor de reiziger in de auto aanwezig moet hebben.
Onder “reiziger” verstaat de economische politierechter in dit verband een persoon die daadwerkelijk in de taxi aanwezig is. Immers, zolang een klant zich nog buiten de taxi bevindt is nog geen sprake van een “reiziger” zoals bedoeld in het Besluit personenvervoer 2000 (oud).
Nu verdachte op het moment van controle geen persoon bij haar in de auto aanwezig had die van haar vervoersdiensten gebruik wilde maken, en er dus geen sprake was van het aanwezig zijn van een reiziger, heeft verdachte deze regeling niet overtreden en dient zij te worden vrijgesproken.
De economische politierechter merkt op dat de wetgever dit probleem heeft onderkend. Per 1 augustus 2005 is de tekst van artikel 75 van het Besluit personenvervoer 2000 gewijzigd en wel in die zin dat het woord “reiziger” is vervangen door “consument”. Zoals blijkt uit de Memorie van Toelichting is dit gebeurd om voortaan de verplichting te scheppen ook de chauffeurspas zichtbaar aanwezig te hebben als men nog niet daadwerkelijk een persoon in de auto aanwezig heeft maar slechts taxivervoer aanbiedt. Tevens wordt hiermee beoogd de controle op het zichtbaar aanwezig hebben van de chauffeurspas te vergemakkelijken.
Vanaf 1 augustus 2005 kan een feit als het onderhavige dus wel bewezen en strafbaar geacht worden.
DE BESLISSING:
De economische politierechter:
- verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij.
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. Van Leeuwen, economische politierechter, in tegenwoordigheid van Wouters-Debougnoux, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de economische politierechter in deze rechtbank op 20 september 2005.