
Jurisprudentie
AU3789
Datum uitspraak2005-09-30
Datum gepubliceerd2005-10-05
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200506254/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Datum gepubliceerd2005-10-05
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200506254/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Indicatie
j besluit van 7 juni 2005, kenmerk WO/NS/6-7308, heeft verweerder krachtens de Wet milieubeheer aan Skipsmaritiem voor een periode van tien jaar een revisievergunning als geregeld in artikel 8.4, eerste lid, van deze wet verleend voor een baggerdepot op een perceel nabij de Middelweg langs het Johan Frisokanaal te Stavoren.
Uitspraak
200506254/2.
Datum uitspraak: 30 augustus 2005
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de vereniging "Vereniging Vrienden van Waterrijk Stavoren", gevestigd te Stavoren,
verzoekster,
en
het college van burgemeester en wethouders van Nijefurd,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 7 juni 2005, kenmerk WO/NS/6-7308, heeft verweerder krachtens de Wet milieubeheer aan Skipsmaritiem voor een periode van tien jaar een revisievergunning als geregeld in artikel 8.4, eerste lid, van deze wet verleend voor een baggerdepot op een perceel nabij de Middelweg langs het Johan Frisokanaal te Stavoren.
Tegen dit besluit heeft verzoekster bezwaar gemaakt.
Bij brief van 18 juli 2005, bij de Raad van State ingekomen op 18 juli 2005, heeft verzoekster de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 30 augustus 2005, waar verzoekster, vertegenwoordigd door [gemachtigden], en verweerder, vertegenwoordigd door M.M. Bosma, ambtenaar van de gemeente, zijn verschenen. Voorts is daar als partij namens vergunninghouder [gemachtigde] gehoord.
De Voorzitter heeft het verzoek afgewezen.
Daartoe heeft hij het volgende overwogen.
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat het onderhavige baggerdepot reeds geruime tijd in gebruik is en dat de bij het besluit van 7 juni 2005 vergunde activiteiten niet wezenlijk afwijken van de reeds vergunde activiteiten. Tevens is gebleken dat de hiervoor verleende vergunning krachtens de Wet milieubeheer nog tot juli 2006 in werking zal blijven. Gelet hierop is de Voorzitter van oordeel dat er geen spoedeisend belang bestaat dat het treffen van een voorlopige voorziening zou kunnen rechtvaardigen.
Uitgesproken in het openbaar overeenkomstig artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht door W. Konijnenbelt, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van drs. G.K. Klap, ambtenaar van Staat.
w.g. Konijnenbelt w.g. Klap
Voorzitter ambtenaar van Staat
315.