Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU3841

Datum uitspraak2005-10-06
Datum gepubliceerd2005-10-06
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers201261/KG ZA 05-927/YT
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

De weduwe van Hazes heeft een biografie over Hazes geschreven. In kort geding heeft de eerste vrouw van Hazes een publicatieverbod gevorderd, omdat er ten onrechte passages over haar in het boek zouden staan. De voorzieningenrechter wijst de vordering af. Zij oordeelt dat de vrijheid van drukpers en de vrije meningsuiting afgewogen moeten worden tegen de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. In dat kader zijn de passages qua inhoud, toon en omvang niet zodanig dat zij een onaanvaardbare inbreuk maken op de privésfeer van de ex-vrouw van Hazes.


Uitspraak

201261/KG ZA 05-927/YT RECHTBANK UTRECHT Sector handels- en familierecht VONNIS van de voorzieningenrechter in kort geding in de zaak van: [eiseres], wonende te Almere, e i s e r e s , procureur: mr. B.F. Keulen, advocaat: mr. C.J.P. Liefting te Amstelveen, - t e g e n - 1. [gedaagde sub 1], wonende te Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, 2. de besloten vennootschap MELVIN PRODUKTIES B.V., gevestigd te Vinkeveen, gemeente De Ronde Venen, 3. de besloten vennootschap DISKY COMMUNICATIONS NEDERLAND B.V., gevestigd te Hoorn, g e d a a g d e n, procureur: mr. H. van Dijk, advocaat: mr. J.W. Versteeg te Amsterdam. Eiseres wordt hierna aangeduid als [eiseres]. Gedaagden worden verder gezamenlijk als zodanig aangeduid en afzonderlijk als [gedaagde sub 1] respectievelijk de vennootschappen. 1. Het verloop van de procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende: - twee gelijkluidende dagvaardingen, ieder van 22 september 2005, waarvan er één in fotokopie aan dit vonnis is gehecht; - mondelinge behandeling op 22 september 2005; - pleitnota en producties van [eiseres]; - pleitnotities en producties van gedaagden. 1.2. Partijen hebben vonnis gevraagd. De rechter heeft hierop medegedeeld later op de dienende dag uitspraak te zullen doen, met dien verstande dat de moti-vering van die uitspraak pas later volledig op schrift zal worden gesteld. 1.3. Nadat de behandeling van deze zaak was gesloten, heeft de rechter overeen-komstig het voorgaande uitspraak gedaan. Aan partijen is terstond een afschrift ter beschikking gesteld van het uit-treksel uit het audiën-tieblad waarin de hierna nogmaals te vermelden beslissing is vastgelegd. 2. De vaststaande feiten 2.1. Partijen hebben het onderhavige geschil reeds eerder in kort geding voorgelegd aan de voorzieningenrechter in deze rechtbank. In dit kort geding, dat bekend is onder nummer 200609/KGZA 05-880, is op 15 september 2005 vonnis gewezen, hierna te noemen: het vonnis van 15 september 2005. In dit vonnis staan de volgende feiten vermeld: a. [eiseres] is van 5 april 1974 tot en met 11 juli 1979 gehuwd geweest met de volkszanger André Hazes (hierna: Hazes). b. Hazes was voornemens een autobiografie te schrijven en heeft hiertoe contact opgenomen met [betrokkene]. Korte tijd daarna is Hazes (op 23 september 2004) overleden. c. [gedaagde sub 1], de weduwe van Hazes, heeft het plan opgevat om alsnog een biografie van Hazes te laten verschijnen. Zij heeft de eerdergenoemde met Hazes bevriende [betrokkene] bereid gevonden het boek te schrijven. Zelf heeft zij daaraan bijdragen geleverd. Het boek met de titel “Typisch André” zal op 23 september 2005 worden gepubliceerd. De vennootschappen fungeren respectievelijk als uitgever en distributeur van het boek. d. In diverse publicaties in de media en op het internet wordt vermeld dat het een onthullend boek wordt dat [gedaagde sub 1] uit naam van Hazes heeft geschreven. In het boek zal onomwonden worden verteld waarom Hazes zijn leven heeft geleefd zoals hij het leefde (zie onder meer persbericht.tros.nl). Een publicatie op zijonline.nl vermeldt dat [gedaagde sub 1] voor eens en voor altijd wraak neemt op iedereen die haar en Hazes ooit iets misdaan hebben. In een uitzending van Radio 538 is omtrent de verschijning van het boek bericht dat [eiseres] “met de grond gelijk wordt gemaakt”. e. De raadsman van [eiseres] heeft [gedaagde sub 1] gesommeerd het boek niet eerder te publiceren dan nadat teksten over en/of foto’s van [eiseres] uit het boek zijn geschrapt. De raadsman van [eiseres] heeft vervolgens publiciteit gezocht. 2.2. Ten tijde van het genoemde kort geding waren de mededelingen die over [eiseres] in het boek worden gedaan, nog niet bekend. Inmiddels heeft [eiseres] een kopie in haar bezit van het hoofdstuk waarin de mededelingen over haar voorkomen. 3. Het geschil en de beoordeling ervan 3.1. Blijkens de vermelding op de pleitnotities van gedaagden bevat de dagvaarding een kennelijke verschrijving, waar de tweede voornaam van [gedaagde sub 1] is vermeld als Vriedel, terwijl dit Friedel had moeten zijn. Deze voornaam van [gedaagde sub 1] is in de kop van dit vonnis verbeterd weergegeven. 3.2. Voor de volledige inhoud en de grondslagen van de vor-dering wordt verwezen naar de aangehechte dagvaarding. Kort weergegeven houdt de vordering het volgende in: a - Gedaagden moeten gezamenlijk dan wel ieder afzonderlijk op straffe van een dwangsom onmiddellijk ieder exemplaar van het boek uit de handel halen. b - Aan (ieder van) gedaagden moet op straffe van een dwangsom worden verboden het boek te publiceren of anderszins op de markt te brengen; c - Gedaagden moeten een bepaald bedrag als dwangsom dan wel als boete betalen voor ieder exemplaar van het boek dat ondanks het verbod wordt gepubliceerd; d - Gedaagden moeten een bedrag van € 25.000,-- betalen als voorschot op een vergoeding van de schade, die [eiseres] stelt te lijden. 3.3. De stellingen van [eiseres] en het verweer van gedaagden komen in het volgende voor zoveel nodig aan de orde. 3.4. In dit geding moet worden beoordeeld of de mededelingen over [eiseres], zoals deze in het boek gepubliceerd zullen worden, jegens haar zodanig onrechtmatig zijn, dat het gevorderde publicatieverbod moet worden toegewezen. 3.5. Vooropgesteld moet worden dat in het vonnis van 15 september 2005 reeds enige uitgangspunten en criteria zijn geformuleerd, die - kort weergegeven - het volgende inhouden: (i) Het gaat om een biografie, waarin naar zijn aard het levensverhaal van de hoofdpersoon, in dit geval Hazes, met een zekere mate van subjectiviteit wordt verteld. (ii) Nu [eiseres] met Hazes gehuwd is geweest, zal zij zich een zekere mate van publiciteit en daarmee enige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer moeten laten welgevallen. (iii) De vrijheid van drukpers en het recht op een vrije meningsuiting, zoals neergelegd in artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 EVRM, brengen mee dat een preventieve controle op publicaties en daarmee op het onderhavige boek slechts met zeer grote terughoudendheid kan worden uitgeoefend. (iv) Voor toewijzing van een vordering als de onderhavige moet bij voorbaat buiten twijfel zijn dat de voorgenomen publicatie onrechtmatig is jegens de betrokkene, in dit geval [eiseres]. 3.6. In dit geding moet het genoemde grondrecht van de vrijheid van drukpers en de vrije meningsuiting worden afgewogen tegen het aan [eiseres] toekomende grondrecht van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, neergelegd in artikel 10 van de Grondwet en artikel 8 EVRM, en haar recht om in het kader van de maatschappelijke zorgvuldigheidseisen gevrijwaard te blijven van een aantasting van haar eer en goede naam. Dit betekent dat beoordeeld moet worden of de mededelingen over [eiseres] in het boek zozeer inbreuk maken op haar persoonlijke levenssfeer en of deze haar eer en goede naam zozeer aantasten, dat het recht van gedaagden om het boek te publiceren, daarvoor moet wijken. Bij deze beoordeling komt het met name aan op (i) de aard en inhoud van die mededelingen; (ii) de mate waarin deze op de feiten zijn gebaseerd; (iii) de toonzetting van de mededelingen alsmede (iv) de plaats die zij in het kader van het boek als geheel innemen. 3.7. Met betrekking tot het eerstgenoemde punt, de aard en inhoud van de mededelingen, geldt allereerst dat het hoofdstuk waarin de mededelingen over [eiseres] voorkomen, als titel draagt “Zijn mislukte huwelijken”. Er kan geen twijfel over bestaan dat deze huwelijken een onderdeel vormen van het leven van Hazes, dat in zijn levensverhaal niet mag ontbreken. Voorts brengt het enkele feit dat deze huwelijken zijn mislukt, reeds mee dat het beeld dat van deze huwelijken wordt geschetst, niet alleen maar positief kan zijn. In dit kader moet op zich zelf aanvaardbaar worden geacht dat mededelingen worden gedaan over een aantal problemen en spanningen, die zich in het huwelijk van [eiseres] en Hazes hebben voorgedaan. Dit geldt te meer, nu in het hoofdstuk tevens wordt vermeld dat ook de handel en wandel van Hazes zelf niet positief hebben bijgedragen aan de beide huwelijksrelaties. 3.8. Met betrekking tot het tweede punt, het waarheidsgehalte van de mededelingen, hebben gedaagden allereerst ter staving een aantal stukken, waaronder processtukken, overgelegd, die als zodanig niet door [eiseres] zijn betwist. Zoals gedaagden hebben aangevoerd, bevestigen de overgelegde processtukken dat diverse passages over [eiseres] op de feiten zijn gebaseerd. Uit die processtukken blijkt ook dat [eiseres] zelf op enkele punten van onjuiste feiten is uitgegaan, met name ten aanzien van het vorderen van alimentatie voor zich zelf en de procedure van de ontkenning van Hazes’ vaderschap van haar in 1980 geboren zoon. 3.9. Voor het waarheidsgehalte van de overige bestreden passages geldt dat gedaagden onweersproken hebben gesteld (i) dat [betrokkene] het boek heeft geschreven en (ii) dat de daarin opgenomen citaten van [gedaagde sub 1] van haar hand zijn. [gedaagde sub 1] heeft voorts onweersproken gesteld dat de feiten en omstandigheden in het boek gebaseerd zijn op eigen wetenschap van haarzelf en [betrokkene] en op herinneringen van Hazes, die hij zelf aan haar of aan [betrokkene] heeft verteld. [betrokkene] heeft desgevraagd ter zitting verklaard dat hij jarenlang nauw met Hazes bevriend is geweest en dat hij de beschreven feiten en omstandigheden betreffende [eiseres] rechtstreeks van Hazes zelf heeft gehoord. Voor zover [eiseres] heeft gesteld dat de bestreden passages niet juist zijn, heeft zij niets naders gesteld of overgelegd, waaruit die onjuistheid zou kunnen blijken. [eiseres] is voorts uitgegaan van nader door haar aangeduide suggesties, die volgens haar door de diverse mededelingen worden gewekt. Naar voorlopig oordeel vallen die suggesties echter in de desbetreffende passages niet te lezen. 3.10. Op het derde punt, genoemd onder 3.6, te weten de toonzetting van de mededelingen, moet worden vooropgesteld dat een volkomen neutrale formulering niet is vereist, gezien de subjectieve benadering die een biografie, zoals gezegd, naar zijn aard nu eenmaal meebrengt. Feit is dat in de bestreden passages enige gedragingen en handelingen van [eiseres] worden beschreven die niet als positief of aardig zijn aan te merken, doch de bewoordingen waarin dat gebeurt, kunnen geenszins als onnodig grievend of beledigend worden beschouwd. Nu in het voorgaande is overwogen dat de mededelingen over [eiseres] deels gebaseerd zijn op controleerbare feiten en voor het overige op mededelingen van Hazes zelf, vallen de passages in kwestie ook niet als onterechte of lichtvaardige beschuldigingen of verdachtmakingen te kwalificeren. 3.11. Het vierde punt, genoemd onder 3.6, betreft de plaats die de mededelingen over [eiseres] innemen in het boek als geheel. Het onderhavige hoofdstuk omvat zes bladzijden, waarvan er twee gewijd zijn aan het tweede huwelijk van Hazes. De vier bladzijden betreffende het huwelijk van Hazes met [eiseres] bevatten naast mededelingen over hun relatie ook enige mededelingen over de ontwikkeling van Hazes zelf in die tijd, met name de gebeurtenissen in zijn muzikale carrière. Onbekend is hoeveel bladzijden het gehele boek telt, doch gezien de niet geringe omvang van het boek - dat ter zitting is getoond - is de conclusie gerechtvaardigd dat de mededelingen over [eiseres] een zeer ondergeschikte plaats innemen. 3.12. De voorgaande overwegingen leiden tot het oordeel dat in het kader van de publiciteit die [eiseres] zich in zekere mate moet laten welgevallen, de gewraakte mededelingen over haar geen onaanvaardbare inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer vormen, terwijl die mededelingen evenmin als een aantasting van haar eer en goede naam kunnen worden aangemerkt. 3.13. Nu hieruit volgt dat er geen grond bestaat om aan gedaagden het recht op publicatie van het boek te ontzeggen, zal de vordering worden afgewezen. 3.14. [eiseres] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van dit geding worden veroordeeld. 4. De beslissing De voorzieningenrechter: 4.1. weigert de gevraagde voorziening; 4.2. veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van dit geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van gedaagden begroot op € 816,-- voor salaris van de procureur en op € 244,-- voor vast recht; 4.3. verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Delft-Baas en is in het openbaar uitgesproken op 22 september 2005.