Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU4035

Datum uitspraak2005-09-09
Datum gepubliceerd2005-10-10
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep kort geding
Instantie naamGerechtshof 's-Gravenhage
Zaaknummers05/990 KG
Statusgepubliceerd


Indicatie

Geen loon tijdens detentie. Geen loon in verband met uitstel van de zitting wegens detentie.


Uitspraak

Uitspraak: 9 september 2005 Rolnummer: 05/990 KG Zaaknummer rechtbank: KG 634192 HET GERECHTSHOF TE ’S-GRAVENHAGE, negende civiele kamer, heeft het volgende arrest gewezen in de zaak van GELDNET B.V., gevestigd te Utrecht, appellante, hierna te noemen: Geldnet, procureur: mr. M.G.J.L. van Scherpenzeel, tegen [WERKNEMER], wonende te [woonplaats], geïntimeerde, hierna te noemen: [werknemer], in hoger beroep niet verschenen. Het verloop van het geding Bij exploot van 11 juli 2005 is Geldnet in hoger beroep gekomen van het vonnis van 14 juni 2005, door de rechtbank te Rotterdam, sector kanton, locatie Rotterdam, in kort geding gewezen tussen partijen. In dat exploot wierp Geldnet twee grieven tegen voormeld vonnis op. Bij conclusie van eis tevens akte houdende overlegging producties bracht Geldnet één productie in het geding. Tenslotte heeft Geldnet de stukken overgelegd en arrest gevraagd. De beoordeling 1. Het hof gaat uit van de feiten zoals die door de rechtbank onder het kopje "De vaststaande feiten" van het bestreden vonnis zijn vastgesteld, nu die als zodanig in hoger beroep niet worden bestreden. 2. Het gaat om het volgende. - [werknemer] is met ingang van 8 mei 2001 bij Geldnet voor onbepaalde tijd in loondienst getreden in de functie van waardetransporteur. Zijn salaris bedroeg € 1.641,53 bruto per vier weken. - Geldnet heeft [werknemer] bij brief van 4 november 2004 medegedeeld dat zij geen vertrouwen meer in hem heeft, hem daarom op non-actief stelt en een ontbindingsverzoek zal indienen. - [werknemer] is op 23 november 2004 door de politie aangehouden en heeft vervolgens tot 25 februari 2005 in voorlopige hechtenis gezeten. - Bij brief van 2 december 2004 bericht Geldnet aan [werknemer] dat zij vernomen heeft dat hij in voorlopige hechtenis is genomen en dat zij, nu [werknemer] als gevolg van zijn detentie niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, de salarisbetalin-gen met ingang van 29 november 2004 heeft stopgezet. - Voor het einde van de arbeidsovereenkomst heeft Geldnet de vrijstelling van [werknemer] om de bedongen arbeid te verrichten niet herroepen. - Bij beschikking van de rechtbank Rotterdam, sector kanton, van 18 maart 2005 is de arbeidsovereenkomst wegens gewijzigde omstandigheden ontbonden per 1 april 2005. Hierbij is geen vergoeding toegewezen. - Bij het einde van de arbeidsovereenkomst heeft Geldnet aan [werknemer] geen eindafrekening verstrekt. - [werknemer] heeft in kort geding gevorderd Geldnet te veroordelen om over de periode november 2004 tot en met 1 april 2005 het verschuldigde salaris te voldoen, te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging en Geldnet te veroordelen om de eindafrekening op te maken en uit te betalen. - De rechtbank heeft de vorderingen toegewezen. 2.1. Met grief 1 komt Geldnet in volle omvang op tegen de veroordeling tot betaling van het salaris, vermeerderd met de wettelijke verhoging, gedurende de periode dat [werknemer] gedetineerd was. 2.2. In de toelichting op deze grief voert Geldnet het volgende aan. Doordat de kantonrechter zijn oordeel dat [werknemer] blijvend aanspraak had op loon slechts baseert op het feit dat de non-actiefstelling tijdens de voorlopige hechtenis niet was opgeheven en [werknemer] derhalve niet kon worden verweten dat hij zijn werk-zaamheden niet verrichtte, miskent de kantonrechter het gegeven dat de hechtenis, die in de risicosfeer van [werknemer] ligt, er de oorzaak van is dat de arbeidsovereenkomst zeker drie maanden later is ontbonden dan zonder hechtenis het geval zou zijn geweest. De redelijkheid verzet zich er tegen dat [werknemer] door het feit, dat hij in hechtenis is genomen, zich in een gunstiger positie bevindt dan wanneer dat niet het geval was geweest. 2.3. Het hof overweegt als volgt. Uit de door Geldnet in eerste aanleg overgelegde stukken blijkt het volgende. - De advocaat van Geldnet, mr. M. de Jong, heeft bij brief van 11 november 2004 aan de rechtbank Rotterdam, sector kanton, een verzoekschrift ex artikel 7:685 BW ingezonden met het verzoek dit op korte termijn in behandeling te nemen. - De rechtbank heeft de zitting vervolgens bepaald op 6 december 2004. - Bij brief van 3 december 2004 heeft mr. De Jong aan de kantonrechter, die de zaak zou behandelen, medegedeeld dat [werknemer] gedetineerd zat, dat hij vernomen had, dat een gedetineerde alleen op een civiele zitting mag verschijnen indien de desbetreffende rechtbank voor bewaking ter plaatse zorgt, dat de griffie van de sector kanton heeft medegedeeld niet voor bewaking te zullen zorgdragen en dat om deze reden [werknemer] niet aanwezig zal zijn op de zitting. Hij verneemt graag of de zitting doorgang zal vinden. - Bij brief van 28 januari 2005 schrijft mr. De Jong aan de rechtbank Rotterdam, sector kanton: - (..) In bovenvermelde zaak was een zitting gepland op maandag 6 december jl. om 14.15 uur. Deze zitting is niet doorgegaan vanwege het feit dat verweerder in hechtenis was genomen en niet bij de zitting aanwezig kon zijn. De heer M.C. [werknemer] is, als cliënte goed is geïnformeerd, op dit moment nog immer gedetineerd in de penitentiaire inrichting De Schie te Rotterdam. Cliënte zou het zeer op prijs stellen wanneer er nu - ondanks de voortdurende hechtenis van verweerder - binnen afzienbare tijd een mondelinge behandeling van het verzoekschrift zou kunnen plaatsvinden". - De rechtbank heeft de mondelinge behandeling nader bepaald op 4 maart 2005. - De zitting heeft op genoemde datum plaatsgevonden in aanwezigheid van [werknemer]. - Bij beschikking van 18 maart 2005 is de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 1 april 2005. 2.4. Op grond van de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst was [werknemer] gehouden arbeid te verrichten en diende Geldnet het loon te betalen. Door de schorsing is daarin verandering gekomen in die zin, dat [werknemer] in afwachting van de ontbinding van de arbeidsovereenkomst geen arbeid hoefde te verrichten en dat Geldnet loon moest blijven betalen totdat de arbeidsovereenkomst geëindigd was. Geldnet heeft binnen korte tijd na de schorsing de ontbindingsprocedure in gang gezet. Door de voorlopige hechtenis van [werknemer] is de mondelinge behande-ling van het ontbindingsverzoek, zoals uit het bovenstaande blijkt, met drie maan-den vertraagd. Aannemelijk is dat als gevolg daarvan ook de ontbin-ding van de arbeidsovereenkomst vertraging heeft opgelopen. Het hof acht het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat de gevolgen van het uitstel - welk uitstel in de risicosfeer van [werknemer] ligt - tot zijn voordeel strekken. Het hof zal de loonvordering bezien alsof de voorlopige hechtenis niet heeft plaatsgevonden. 2.5. In die situatie zou de zitting op 6 december 2004 hebben plaatsgevonden. Kijkend naar de gang van zaken in maart 2005, te weten zitting op 4 maart, beschikking op 18 maart en ontbinding per 1 april, kan er van worden uitgegaan, dat de beschikking in 2004 ook circa twee weken na de datum van de zitting zou zijn uitgesproken en dat de arbeidsovereenkomst zo'n twaalf dagen later en per de eerste van de volgende maand en daarmee per 1 januari 2005 zou zijn ont-bon-den. Dat houdt in, dat de loonvordering na 1 januari 2005 niet voor toewijzing in aanmerking komt. 2.6. Blijft over om de loonvordering over de periode tot 1 januari 2005 te beoordelen. Geldnet heeft aangevoerd, dat zij de loonbetaling niet heeft stopgezet per 4 no-vember 2004, de datum van de non-actiefstelling, maar per 29 no-vember 2004, nadat zij bekend was geworden met de voorlopige hechtenis. De detentie en niet de non-actiefstelling was er de oorzaak van dat de loonbetaling werd stopgezet en detentie is een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werknemer behoort te komen. Indien deze omstandigheid niet zou worden meegewogen, zou de conclusie gerechtvaardigd zijn dat zij geen salaris zou zijn verschuldigd, indien zij [werknemer], zodra zij kennis nam van zijn detentie, zou hebben opgeroepen om zijn werkzaamheden te verrichten. Een gekunstelde situatie, omdat Geldnet wist dat [werknemer] hieraan geen gevolg zou kunnen geven, aldus Geldnet. 2.7. Het hof overweegt als volgt. Geldnet heeft [werknemer] bij brief van 2 december 2004 medegedeeld, dat zij informatie had gekregen dat hij in voorlopige hechtenis was genomen, dat hij sindsdien niet meer in staat is arbeid te verrichten zonder dat daarvoor een geldige reden bestaat en dat de salarisbetaling met ingang van 29 november 2004 is stopgezet. Daarmee is aan [werknemer] duidelijk gemaakt, dat Geldnet de non-actiefstelling van 4 november 2004 met de daaraan gekoppelde loondoorbetaling niet langer handhaafde wegens deze nieuwe situatie. Het hof acht een medede-ling in de zin van een formele opheffing van de schorsing en een oproep tot werk-hervatting, waaraan [werknemer] wegens een voor zijn risico komende omstan-digheid niet kon voldoen, zodat de hoofdregel "Zonder arbeid geen loon" opgaat, in deze situatie een te vergaande eis. De loonvordering voor de periode tot 1 ja-nu-a-ri 2005 is derhalve niet toewijsbaar. Grief 1 slaagt. 3. Het hof acht het zeer waarschijnlijk, dat de bodemrechter, indien geroepen om over dit geschil te oordelen, in bovenstaande zin zal oordelen. 4. Grief 2 heeft betrekking op de toegewezen wettelijke verhoging. Gezien het slagen van grief 1 en het afwijzen van de loonvordering behoeft deze grief geen bespreking meer. 5. Geldnet heeft niets gezegd over de toegewezen vordering tot het opmaken van een eindrekening en het uitbetalen hiervan, zodat deze veroordeling gehandhaafd zal blijven. Deze eindafrekening verandert vanzelfsprekend van inhoud, gelet op het boven weergegeven (andere) oordeel. Deze eindafrekening zal ook uitbe-taald dienen te worden. Het hof zal uit praktische overwegingen het gehele vonnis vernietigen en een nieuw dictum formuleren. 6. De slotsom is dat het bestreden vonnis zal worden vernietigd en dat de vordering van [werknemer] tot doorbetaling van het salaris, vermeerderd met de wettelijke verhoging, zal worden afgewezen. De vordering van Geldnet tot restitutie van het bedrag dat door Geldnet aan [werknemer] is betaald of zal worden betaald op grond van het vonnis van 14 juni 2005 zal bij gebreke van enig verweer worden toegewezen. Bij deze uitkomst past een kostenveroordeling van [werknemer] in eerste aanleg en in hoger beroep. De beslissing Het hof: - vernietigt het vonnis van 14 juni 2005 van de rechtbank Rotterdam, sector kanton, locatie Rotterdam, in kort geding tussen partijen gewezen, en opnieuw rechtdoende: - veroordeelt Geldnet om de eindafrekening op te maken en aan [werknemer] verschuldigde uit te betalen; - wijst de vordering van [werknemer] voor het overige af; - veroordeelt [werknemer] tot restitutie van het bedrag dat door Geldnet aan [werknemer] is betaald of zal worden betaald op grond van het vonnis van 14 juni 2005; - veroordeelt [werknemer] in de kosten van de eerste aanleg, aan de zijde van Geldnet tot op 14 juni 2005 bepaald op € 400,-- aan salaris van de gemachtigde, alsmede van die van het hoger beroep aan de zijde van Geldnet tot op heden bepaald op € 315,93 aan verschotten en op € 632,-- aan salaris van de procureur; - verklaart bovenstaande veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad. Dit arrest is gewezen door mrs. A.H. de Wild, A.A. Schuering en C.G. Beyer-Lazonder en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 september 2005 in aanwezigheid van de griffier.