
Jurisprudentie
AU4139
Datum uitspraak2005-10-04
Datum gepubliceerd2005-10-12
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200506122/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Datum gepubliceerd2005-10-12
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200506122/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Indicatie
Bij besluit van 4 november 2004 heeft de gemeenteraad van Den Haag het bestemmingsplan "Spuimarkt e.o." vastgesteld.
Uitspraak
200506122/2.
Datum uitspraak: 4 oktober 2005
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
1. de vereniging "De Kern GeWond", gevestigd te Den Haag,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Vendex KBB B.V." en andere, gevestigd te Amsterdam,
verzoekers,
en
het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 4 november 2004 heeft de gemeenteraad van Den Haag het bestemmingsplan "Spuimarkt e.o." vastgesteld.
Bij besluit van 14 juni 2005, kenmerk DRM/ARB/04/11777A, heeft verweerder beslist over de goedkeuring van dit plan.
Tegen dit besluit hebben onder meer de vereniging "De Kern GeWond" (hierna: De Kern GeWond) bij brief van 13 juli 2005, bij de Raad van State ingekomen op 13 juli 2005, en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Vendex KBB B.V." en andere (hierna: Vendex KBB en andere) bij brief van 25 juli 2005, bij de Raad van State ingekomen op 26 juli 2005, beroep ingesteld.
Bij brief van 13 juli 2005, bij de Raad van State ingekomen op 13 juli 2005, heeft De Kern GeWond de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Bij brief van 25 juli 2005, bij de Raad van State ingekomen op 26 juli 2005, hebben Vendex KBB en andere de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 23 september 2005, waar De Kern GeWond, vertegenwoordigd door G.P.A. Vierhout, Vendex KBB en andere, vertegenwoordigd door mr. A. Tailleur, en verweerder, vertegenwoordigd door N.A.M. op de Laak, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen. Voorts zijn als partij gehoord het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, vertegenwoordigd door mr. J.H. Potter, ambtenaar van de gemeente, en ING Vastgoed Ontwikkeling B.V. en andere, vertegenwoordigd door mr. E.A.W. Driest, advocaat te Amsterdam.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Op 1 juli 2005 zijn de Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb en de Aanpassingswet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb in werking getreden. Uit het daarbij behorende overgangsrecht volgt dat het recht zoals dat gold vóór de inwerkingtreding van deze wetten op het geding van toepassing blijft.
2.3. Het bestemmingsplan heeft betrekking op een deel van de Haagse binnenstad. Het plan biedt onder meer de mogelijkheid tot bouw van een zogeheten multiplex-bioscoop.
2.4. Verzoekers hebben verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat het plan in werking treedt.
2.4.1. De Kern GeWond vreest voor aantasting van het beschermde stadsgezicht. Ter zitting heeft De Kern GeWond desgevraagd meegedeeld dat zij in het bijzonder vreest voor bebouwing van meer dan 25 meter hoog op de voormalige C&A-kavel ten behoeve van de multiplex-bioscoop en op de voormalige Marks & Spencer-kavel.
2.4.2. Vendex KBB en andere stellen dat de eigendommen en de bedrijfsvoering van Hema, V&D en de Bijenkorf door het plan zullen worden aangetast, onder meer omdat bestaande zendmasten en kantoren niet als zodanig zijn bestemd, adequate aan- en afvoermogelijkheden niet zijn gewaarborgd en dwars door de V&D een voetgangerspassage mogelijk wordt gemaakt, zonder dat daarover overeenstemming bestaat. Ter zitting hebben zij desgevraagd meegedeeld dat zij bij inwerkingtreding van het plan alleen ten aanzien van de passage door de V&D onomkeerbare gevolgen vrezen.
2.5. Verweerder heeft volgens het dictum van het bestreden besluit goedkeuring onthouden aan enkele onderdelen van artikel 6 van de planvoorschriften en aan de rood omlijnde delen op de plankaart bij de bestemming "Centrumdoeleinden III" voorzover betrekking hebbend op de aanbouwmogelijkheden aan het pand van Hema aan de Voldersgracht. Voor het overige heeft hij het plan niet in strijd geacht met een goede ruimtelijke ordening en heeft hij het goedgekeurd.
2.6. Ten aanzien van de onthouding van goedkeuring aan het plandeel met de bestemming "Centrumdoeleinden III" voorzover betrekking hebbend op de aanbouwmogelijkheden aan het pand van Hema aan de Voldersgracht is ter zitting komen vast te staan dat op de plankaart een rode omlijning ontbreekt. De Voorzitter verwacht stellig dat dit onderdeel van het bestreden besluit in de hoofdzaak niet in stand zal blijven. Daarom ziet hij aanleiding het verzoek van Vendex KBB en andere in zoverre toe te wijzen.
2.6.1. Door Vendex KBB en andere is ter zitting toegelicht dat een van de dochterondernemingen van Vendex KBB eigenaar is van de gronden waarop een passage mogelijk kan worden gemaakt. Gelet hierop kan een passage door de V&D zonder medewerking van deze dochteronderneming niet worden gerealiseerd. Op grond hiervan is van een spoedeisend belang geen sprake. Overigens hebben Vendex KBB en andere geen feiten en omstandigheden aangevoerd op grond waarvan van enig spoedeisend belang gesproken kan worden.
2.6.2. Ter zitting is voorts gebleken dat voor de bouw van de multiplex-bioscoop reeds twee bouwvergunningen zijn verleend die inmiddels niet meer in rechte aantastbaar (onherroepelijk) zijn. Weliswaar is een derde bouwvergunning ten aanzien van de multiplex-bioscoop nog niet onherroepelijk, maar deze verschilt slechts van de eerste bouwvergunningen wat betreft de interne ontsluiting van het gebouw en doet er niet aan af dat thans kan worden gebouwd op grond van onherroepelijke bouwvergunningen. Ten aanzien van de voormalige kavel van Marks & Spencer is niet aannemelijk dat op korte termijn een bouwvergunning zal worden aangevraagd.
2.6.3. Gelet op het vorenstaande ziet de Voorzitter geen aanleiding voor het oordeel dat inwerkingtreding van het plan voor het overige in de periode tot het dienen van de bodemprocedure tot onomkeerbare gevolgen zal leiden, zodat de verzoeken voor het overige reeds hierom moeten worden afgewezen.
2.7. Ten aanzien van De Kern GeWond bestaat voor een proceskostenveroordeling geen aanleiding. Ten aanzien van Vendex KBB en andere dient verweerder op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 14 juni 2005, DRM/ARB/04/11777A,
1. voorzover daarbij goedkeuring is verleend aan het plandeel met de bestemming "Centrumdoeleinden III", zoals nader aangegeven op de bij deze uitspraak behorende kaart 1;
2. voor zover het betreft de zinsnede in onderdeel VI.3. die luidt: "de rood omlijnde delen op de plankaart - bij de bestemming CDIII - voorzover betrekking hebbend op aanbouwmogelijkheden aan het pand van de Hema;";
II. wijst het verzoek van De Kern GeWond geheel en het verzoek van Vendex KBB en andere voor het overige af;
III. veroordeelt het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland tot vergoeding van bij Vendex KBB en andere in verband met de behandeling van hun verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 644,00 (zegge: zeshonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de provincie Zuid-Holland aan Vendex KBB en andere onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald;
IV. gelast dat de provincie Zuid-Holland aan Vendex KBB en andere het door hen voor de behandeling van de verzoeken betaalde griffierecht ten bedrage € 276,00 (zegge: tweehonderdzesenzeventig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.C.K.W. Bartel, Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. B.C. Bošnjaković, ambtenaar van Staat.
w.g. Bartel w.g. Bošnjaković
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 4 oktober 2005
410.
<hr>
<img src='http://www.raadvanstate.nl/img/plancards/2005p06122-2.jpg'>