Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU4361

Datum uitspraak2005-10-14
Datum gepubliceerd2005-10-14
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers05/1743
Statusgepubliceerd


Indicatie

Onmiddellijke ontruiming pand en samenscholingsverbod. Toepassing 172 lid 3 Gemeentewet. Bij wijze van ordemaatregel schorsen van het besluit in afwachting van definitieve uitspraak.


Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN Sector bestuursrecht Uitspraak ex artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht Reg.nr.: 05/1743 Inzake het geding tussen [A] en [B], wonende te [C], verzoekers, gemachtigde: mr. M. Schuckink Kool, advocaat te Den Haag, en de burgemeester van Opsterland, verweerder. Motivering Bij brief van 13 oktober 2005 heeft verweerder verzoekers mededeling gedaan van zijn besluit betreffende de toepassing van art. 172 lid 3 Gemeentewet, inhoudende -kort gezegd- dat op 14 oktober 2005 om 13.00 uur verzoekers het pand aan de [adres] te [C] ontruimd moeten hebben, waarna het pand ontoegankelijk gemaakt zal worden. Voorts is besloten tot een samenscholingsverbod in de omgeving van het hiervoor bedoelde pand en is bepaald dat onbevoegden het pand niet mogen betreden. Verzoekers hebben bij verweerder een bezwaarschrift ingediend. Op 14 oktober 2005 hebben zij zich tevens tot de voorzieningenrechter gewend met het verzoek om ten aanzien van het bestreden besluit een voorlopige voorziening te treffen. Naar aanleiding van het verzoek om voorlopige voorziening heeft de griffier van de rechtbank onderzocht of verweerder bereid is om de beslissing van de voorzieningenrechter af te wachten, hetgeen niet het geval blijkt te zijn. De voorzieningenrechter heeft vervolgens de door verweerder ingezonden stukken bestudeerd en is op grond van de inhoud daarvan niet op voorhand overtuigd van de juistheid van het standpunt van verweerder, inhoudende dat sprake is van ernstige vrees voor het ontstaan van verstoring van de openbare orde. Zonder een nadere onderbouwing door verweerder lijkt ontruiming op dit moment dan ook niet gerechtvaardigd. Onder de hiervoor geschetste omstandigheden komt het de voorzieningenrechter aangewezen voor om bij wijze van ordemaatregel een voorlopige voorziening te treffen, die inhoudt dat het bestreden besluit voor zover het gaat om de aangezegde ontruiming wordt geschorst totdat zij uitspraak heeft gedaan inzake het verzoek om voorlopige voorziening. Beslissing De voorzieningenrechter: - treft de voorlopige voorziening dat het bestreden besluit van 13 oktober 2005, voor zover daarbij is bepaald dat verzoekers het pand per 14 oktober 2005 om 13.00 uur ontruimd moeten hebben, wordt geschorst tot het tijdstip, waarop de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening van [A] en [B]. Aldus gegeven door mr. C.M. Telman, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2005, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Jansen als griffier. w.g. M.A. Jansen w.g. C.M. Telman Tegen deze uitspraak kan geen rechtsmiddel worden aangewend. Verzonden per fax op: 14 oktober 2005