Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU4398

Datum uitspraak2005-07-14
Datum gepubliceerd2005-10-17
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamCollege van Beroep voor het bedrijfsleven
ZaaknummersAWB 03/1474
Statusgepubliceerd


Indicatie

Regeling overig Erkenning ex art. 3 Zuivelverordening 2002


Uitspraak

College van Beroep voor het bedrijfsleven No. AWB 03/1474 14 juli 2004 6110 Regeling overig Erkenning ex art. 3 Zuivelverordening 2002 Beschikking in de zaak van: A, te X, appellant, gemachtigde: mr. G.D. te Biesebeek, advocaat te Zwolle, tegen Stichting Keten Kwaliteit Melk , te Leusden, verweerster, gemachtigden: mr M.J. van Pomeren, advocaat te Amsterdam. 1. Overwegingen Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 juli 2004 en is vervolgens gesloten. Het College is evenwel tot de slotsom gekomen dat het onderzoek dient te worden heropend. Hiertoe wordt het volgende overwogen. In zijn uitspraak van 19 mei 2002, AWB 02/1634, LJN nr. AP 1308 (X/Productschap Zuivel) heeft het College aangekondigd dat het zijn jurisprudentie, waarin waarneming van taken van bedrijfslichamen door andere entiteiten dan organen van bedrijfslichamen geaccepteerd wordt in die zin dat de primaire besluiten van die entiteiten aan een bedrijfslichaam worden toegerekend, voor besluiten genomen na 1 januari 2005 niet zal voortzetten. In het onderhavige geschil ligt voor een door verweerster genomen besluit op een bezwaar gericht tegen een voor de genoemde datum genomen besluit als vorenbedoeld. Het College stelt vast dat het gelet op het bepaalde in de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie niet bevoegd is op een beroep tegen een door verweerster genomen besluit te beslissen. Het College overweegt vervolgens dat ingevolge de aangehaalde uitspraak slechts aan het Productschap Zuivel de bevoegdheid toekomt om op het bezwaarschrift tegen het besluit van verweerster te beslissen. Uit een oogpunt van proceseconomie acht het College het, gelet ook op de door zijn uitspraak gecreƫerde overgangssituatie, geraden verweerster nu in de gelegenheid te stellen om, naar analogie van artikel 6:15 Awb, het bij haar ingediende bezwaarschrift tegen haar besluit van 26 juni 2003 alsnog aan het Productschap Zuivel ter verdere behandeling door te zenden. Het College stelt het Productschap Zuivel vervolgens in de gelegenheid om een door hem genomen besluit op dit bezwaarschrift in de aanhangige procedure in te brengen en in deze procedure mede als verweerder op te treden Het College verwacht dat partijen het College binnen acht weken na deze uitspraak over de genomen stappen zullen informeren. 2. De beslissing Het College heropent het onderzoek. Aldus gegeven door mr. C.M. Wolters, mr. W.E. Doolaard en dr. B. Hessel, in tegenwoordigheid van mr. L. van Duuren, als griffier, op 14 juli 2004. w.g. C.M. Wolters w.g. L. van Duuren