
Jurisprudentie
AU4639
Datum uitspraak2005-10-14
Datum gepubliceerd2005-10-20
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers133126 KG ZA 05-696
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Datum gepubliceerd2005-10-20
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers133126 KG ZA 05-696
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Indicatie
Executiemaatregel opgeschort in verband met een kennelijke misslag.
Uitspraak
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
VONNIS IN KORT GEDING
Zaaknummer : 133126 / KG ZA 05-696
Datum uitspraak: 14 oktober 2005
Vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch in de zaak van:
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres bij exploot van dagvaarding van 11 oktober 2005,
procureur mr. J.M. Jonkergouw,
tegen:
STICHTING SOCIALE WONINGBOUW EN BEHEER,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
gedaagde bij gemeld exploot,
procureur mr. M. van Brussel.
Partijen zullen hierna "eiseres" en "gedaagde" worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Eiseres heeft in kort geding gesteld en gevorderd zoals hierna verkort is weergegeven.
1.2. De procureur van eiseres heeft de vordering ter terechtzitting toegelicht, mede aan de hand van de door hem overgelegde dagvaarding met producties.
1.3. De procureur van gedaagde heeft verweer gevoerd, mede aan de hand van de door hem overgelegde pleitnotities.
1.4. Na gevoerd debat hebben partijen vonnis gevraagd.
2. De feiten
2.1. Eiseres woont in een van gedaagde met ingang van juni 2004 gehuurde woning aan [adres] te [woonplaats].
2.2. Op 30 maart 2005 is eiseres in staat van faillissement verklaard.
2.3. Bij verstekvonnis van 8 september 2005 heeft de kantonrechter op vordering van gedaagde onder andere de huurovereenkomst ontbonden en gedaagde tot ontruiming van de onderhavige woning veroordeeld.
2.4. Gedaagde heeft eiseres aangezegd dat de ontruiming op 18 oktober 2005 zal plaatsvinden.
2.5. Inmiddels is zijdens eiseres een verzetdagvaarding betekend.
3. Het geschil
3.1. Eiseres vordert in dit kort geding, kort weergegeven, gedaagde te veroordelen niet tot ontbinding van de tussen partijen bestaande huurovereenkomst betreffende de woning, staande en gelegen te [woonplaats] aan [adres] over te gaan, althans tot ontruiming van deze woning, totdat de kantonrechter in de door eiseres tegen gedaagde aangespannen verzetprocedure zal hebben beslist.
3.2. Eiseres legt daaraan het navolgende ten grondslag.
Door het faillissement is eiseres enige tijd niet in staat geweest haar belangen naar behoren te behartigen en is er een administratieve achterstand ontstaan. Eiseres heeft daardoor verzuimd enige huurpenningen tijdig aan gedaagde te voldoen. Eiseres heeft middels haar raadsman getracht met gedaagde een regeling te treffen, inhoudende dat zij aanbiedt om naast het betalen van de reguliere penningen maandelijks een bedrag van €150,-- extra zal voldoen om de achterstallige huur en de kosten in te lopen. Gedaagde heeft dit voorstel afgewezen en volledige betaling van alle achterstallige huurpenningen en kosten geëist op uiterlijk 17 oktober 2005. Eiseres is niet in staat een dergelijk hoog bedrag op een dergelijk korte termijn op te brengen. Eiseres stelt dat zij binnen afzienbare tijd de (achterstallige) huurpenningen kan voldoen. Verder heeft zij de leeftijd van 71 jaar, is zij hartpatiënte en heeft zij trombose in haar benen zodat een gedwongen ontruiming haar bijzonder hard zal treffen. Tenslotte is eiseres van oordeel dat het verstekvonnis niet is gebaseerd op hoor en wederhoor, zodat er naar deze omstandigheden misbruik van bevoegdheid wordt gepleegd door gedaagde.
3.3. Het verweer van gedaagde tegen de vordering komt zakelijk weergegeven op het volgende neer. De kantonrechter heeft bij vonnis van 8 september 2005 onder andere de ontruiming van de onderhavige woning bevolen. Gedaagde is bereid om van de ontruiming af te zien indien de gehele vordering van gedaagde vóór de datum van ontruiming wordt voldaan. Tot op heden heeft eiseres geen gebruik gemaakt van dit aanbod.
Gedaagde is van oordeel dat er in het verstekvonnis van de kantonrechter geen sprake is van een misslag. Ook zijn er geen nieuwe feiten waardoor tenuitvoerlegging van bovengenoemd vonnis niet zou kunnen worden aanvaard.
3.4. Op hetgeen partijen overigens over en weer hebben aangevoerd, zal voor zoveel nodig bij de beoordeling worden ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. In een geschil als het onderhavige heeft als uitgangspunt te gelden de bevoegdheid van gedaagde als executant tot tenuitvoerlegging van het vonnis van de kantonrechter. De rechter kan slechts de staking daarvan bevelen, wanneer er sprake is van misbruik van die executiebevoegdheid, indien hij van oordeel is dat de executant, mede gelet op de belangen aan de zijde van de geëxecuteerde die door executie zullen worden geschaad, geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van zijn bevoegdheid om in afwachting van de uitslag van het hoger beroep tot tenuitvoerlegging over te gaan. Dat zal onder andere het geval kunnen zijn indien het te executeren vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard.
4.2. De voorzieningenrechter heeft geconstateerd dat in de onderhavige zaak sprake is van een kennelijke misslag. Immers ingevolge artikel 99 lid 2 jo 39 van de Faillissementswet had de curator in het faillissement moeten worden gedagvaard. Nu is gebleken dat bij de dagvaardingsprocedure niet de curator in het faillissement van eiseres maar eiseres zelf is gedagvaard is er sprake van een vormfout, die bovendien- nu de curator in de beslissing van de kantonrechter niet is gehoord- tot belangrijke inhoudelijke gevolgen heeft geleid.
4.3. Het voorgaande leidt tot toewijzing van de vordering.
4.4. Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
verbiedt gedaagde tot het nemen van verdere executiemaatregelen op grond van het vonnis van de kantonrechter van 8 september 2005 ([zaaknummer]) totdat in de verzetprocedure zal zijn beslist;
veroordeelt gedaagde in de kosten van deze procedure, aan de zijde van de wederpartij tot op heden begroot op € 1.145,60, waarvan:
- € 85,60 kosten dagvaarding (ten kantore van Stalman gerechtsdeurwaarder te 's-Hertogenbosch),
- € 183,00 in debet gesteld vastrecht,
- € 61,00 betaald vastrecht,
- € 816,00 salaris procureur inclusief de betaalde eigen bijdrage,
te voldoen aan de griffier van deze rechtbank, bij voorkeur door gebruik te maken van de vanwege de griffier toe te zenden acceptgirokaart;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F.M. Strijbos, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 oktober 2005 in tegenwoordigheid van de griffier.
- 2 -