Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU4693

Datum uitspraak2005-10-13
Datum gepubliceerd2005-10-20
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureVerzet
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers04/5565 AOR
Statusgepubliceerd


Indicatie

Overschrijding verzetstermijn.


Uitspraak

E N K E L V O U D I G E K A M E R 04/5565 AOR U I T S P R A A K met toepassing van artikel 17 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen: [opposant], wonende te [woonplaats], opposant, en de Commissie Algemene Oorlogsongevallen Regeling (Indonesiƫ), geopposeerde. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Opposant heeft beroep ingesteld tegen een besluit van geopposeerde van 5 maart 2004, met kenmerk 1522/CAOR. Bij uitspraak van 28 april 2005 heeft de Raad het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat opposant het beroepschrift niet binnen de gestelde termijn heeft ingediend. Tegen deze uitspraak is door opposant verzet gedaan. Het verzetschrift is op 28 juni 2005 ter griffie van de Raad ontvangen. II. MOTIVERING In de, op grond van artikel 8:55, eerste lid, van de Awb, van overeenkomstige toepassing verklaarde artikelen 6:4, 6:7, 6:8, 6:9 en 6:11 van de Awb is bepaald dat de termijn voor het indienen van een verzetschrift zes weken bedraagt. De termijn gaat in op de dag na die waarop de uitspraak door middel van toezending aan de belanghebbende is bekendgemaakt. Een verzetschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen. Bij verzending ter post is een verzetschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet langer dan een week na afloop van de termijn is ontvangen. Het verzetschrift is op 28 juni 2005 ter griffie ontvangen. Hieruit volgt dat het verzetschrift niet is ingediend binnen de hiervoor genoemde termijn. Het verzetschrift is ook niet ingekomen of ter post bezorgd voor afloop van de termijn genoemd in de uitspraak waartegen verzet is gedaan. Ten aanzien van een na afloop van de verzetstermijn ingediend verzetschrift blijft de niet-ontvankelijkverklaring daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Uit hetgeen opposant in het verzetschrift heeft aangevoerd is de Raad niet gebleken van omstandigheden op grond waarvan de overschrijding van de verzetstermijn valt te verontschuldigen. Uit het vorenstaande volgt dat het door opposant gedane verzet niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Met toepassing van artikel 8:55 van de Awb wordt daarom beslist zoals hierna in rubriek III is aangegeven. De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Verklaart het verzet niet-ontvankelijk. Aldus gegeven door mr. C.G. Kasdorp, in tegenwoordigheid van P. van der Wal als griffier en uitgesproken in het openbaar op 13 oktober 2005. (get.) C.G. Kasdorp. (get.) P. van der Wal. HD 05.10