Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU4723

Datum uitspraak2005-10-06
Datum gepubliceerd2005-10-21
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
ZaaknummersAWB 05/1754
Statusgepubliceerd


Indicatie

rechtstreeks beroep


Uitspraak

Rechtbank Arnhem Sector bestuursrecht Registratienummer: AWB 05/1754 Uitspraak ingevolge artikel 8:54a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen: [eiser] wonende te [woonplaats], vertegenwoordigd door H.B.J. Berntzen, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heumen, verweerder. 1. Overwegingen Ingevolge artikel 8:54a, eerste lid van de Awb kan de rechtbank totdat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting van de rechtbank te verschijnen, het onderzoek sluiten, indien voortzetting van het onderzoek niet nodig is, omdat het bestuursorgaan kennelijk ten onrechte heeft ingestemd met rechtstreeks beroep bij de rechtbank. Naar het oordeel van de rechtbank is daarvan in het onderhavige geval sprake. Zij overweegt daartoe het volgende. Het verzoek om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de rechtbank is, in strijd met het bepaalde in artikel 7:1a, eerste lid, van de Awb niet gedaan in het bezwaarschrift van 8 maart 2005, maar pas in de brief van de gemachtigde van eiser van 13 april 2005. Reeds hierom is rechtstreeks beroep bij de rechtbank niet mogelijk. Bovendien is de zaak naar het oordeel van de rechtbank niet geschikt voor rechtstreeks beroep. De dwangsombeschikking van 6 september 2004 betreft de bewoning van de opstal aan [naam straat]. Het verzoek om toepassing van artikel 19, eerste lid, van de WRO, gedaan in het bezwaarschrift van 12 oktober 2004, heeft niet alleen betrekking op die opstal, maar ook op de huidige dienstwoning aan [adres]. Het verzoek om vrijstelling is derhalve ruimer dan de legalisatievraag die in de bezwaarprocedure tegen de dwangsombeschikking aan de orde is geweest. De rechtbank acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb. Gelet op het bepaalde in de artikelen 8:54a en 8:74 van de Awb wordt als volgt beslist. 2. Beslissing De rechtbank bepaalt dat verweerder het beroepschrift als bezwaarschrift behandelt; bepaalt voorts dat de gemeente Heumen het door eiser betaalde griffierecht ten bedrage van € 138,-- vergoedt. Aldus gegeven door mr. D.J. Post, rechter, in tegenwoordigheid van R. van Diest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2005. De griffier, De rechter, Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. Verzonden op: