
Jurisprudentie
AU5078
Datum uitspraak2005-08-01
Datum gepubliceerd2005-10-27
RechtsgebiedBijstandszaken
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers04/1153
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2005-10-27
RechtsgebiedBijstandszaken
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers04/1153
Statusgepubliceerd
Indicatie
Bijzondere bijstand voor notariele akte ten behoeve van zgn. flitsscheiding. Onjuist toetsingskader toegepast door verweerder. Beroep gegrond.
Uitspraak
RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector bestuursrecht
Uitspraak ex artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht
Reg.nr.: 04/1153
Inzake het geding tussen
[A], wonende te [B], eiseres,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland, verweerder.
1. Aanduiding van het besluit waarop het beroep betrekking heeft
Het besluit van verweerder van 8 september 2004, inhoudende de ongegrondverklaring van het bezwaarschrift van eiseres tegen de afwijzing van haar verzoek om bijzondere bijstand op grond van de Wet Werk en Bijstand (WWB).
2. Datum van de zitting
Het beroep is behandeld ter zitting van 1 augustus 2005. Beide partijen zijn niet verschenen.
3. De rechtbank sluit de behandeling en doet onmiddellijk mondeling uitspraak
a. De beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de gemeente Smallingerland het griffierecht van € 37,= aan eiseres vergoedt.
b. De gronden van de beslissing
Eiseres ontvangt vanaf 25 september 2003 een uitkering in het kader van de WWB. In 2004 is eiseres van haar echtgenoot gescheiden door middel van een zogenaamde flitsscheiding, waarbij het huwelijk is omgezet in een geregistreerd partnerschap. Dit partnerschap is bij notariële akte ontbonden. Eiseres heeft bij verweerder bijzondere bijstand aangevraagd voor de notariskosten inzake de overeenkomst tot beëindiging van het geregistreerd partnerschap.
De rechtbank overweegt dat op grond van art. 35 WWB het college van burgemeester en wethouders bij een aanvraag om bijzondere bijstand -voor zover hier van belang- moet beoordelen of sprake is van uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan. Daarbij dient gekeken te worden of de betrokkene met bijzondere, individuele omstandigheden wordt geconfronteerd.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder, gelet op dit toetsingskader, bij het nemen van het bestreden besluit niet het juiste toetsingskader heeft aangelegd. De enkele omstandigheid dat -zoals verweerder heeft gesteld- voor een flitsscheiding geen toevoeging wordt verleend is niet van belang, nu bij het regelen van een flitsscheiding -anders dan bij een “gewone” echtscheidingsprocedure- het inschakelen van een advocaat niet is vereist. Niet valt in te zien dat, nu geen toevoeging kan worden verleend, de noodzaak van de gemaakte kosten niet kan worden vastgesteld. Het is overigens geheel ter vrije keuze van de betrokkene op welke wijze zij hun echtscheiding wensen te regelen, nu de wet een flitsscheiding uitdrukkelijk mogelijk maakt. In dat geval is een notariële akte evenwel een vereiste en zullen daarvoor kosten moeten worden gemaakt.
Er is geen aanleiding voor het uitspreken van een proceskostenveroordeling.
De rechter deel mede dat partijen en andere belanghebbenden tegen deze uitspraak hoger beroep kunnen aantekenen. Degene die daarvan gebruik wenst te maken, dient binnen zes weken na verzending van dit proces-verbaal een beroepschrift te zenden aan:
de Centrale Raad van Beroep
Postbus 16002
3500 DA Utrecht
De zitting wordt gesloten.
Waarvan proces-verbaal.
w.g. J. Dijkstra , griffier
w.g. C.M. Telman, rechter
Afschrift verzonden op: 2 augustus 2005