
Jurisprudentie
AU5862
Datum uitspraak2005-11-09
Datum gepubliceerd2005-11-09
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200501871/1
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2005-11-09
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200501871/1
Statusgepubliceerd
Indicatie
Bij besluit van 28 september 2004 heeft het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland (hierna: het college) het gebiedsplan Natuur en Landschap Gelderland (hierna: het gebiedsplan) vastgesteld.
Uitspraak
200501871/1.
Datum uitspraak: 9 november 2005
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de besloten vennootschap 'Landgoed Deelerwoud B.V.',
gevestigd te Hoenderloo,
appellante,
tegen de uitspraak in zaak no. 04/2977 van de rechtbank Arnhem van 19 januari 2005 in het geding tussen:
appellante
en
het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland.
1. Procesverloop
Bij besluit van 28 september 2004 heeft het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland (hierna: het college) het gebiedsplan Natuur en Landschap Gelderland (hierna: het gebiedsplan) vastgesteld.
Bij uitspraak van 19 januari 2005, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Arnhem (hierna: de rechtbank) het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellante bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 1 maart 2005, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 31 maart 2005. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 11 mei 2005 heeft het college van antwoord gediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 augustus 2005, waar appellante, vertegenwoordigd door mr. Th.J.H.M. Linssen, advocaat te Tilburg, en het college, vertegenwoordigd door ir. B.J.M. Claessens, werkzaam bij de provincie Gelderland, zijn verschenen. De zaak is gezamenlijk behandeld met zaak no. 200501873/1.
2. Overwegingen
2.1. Het betoog van appellante in hoger beroep vormt een herhaling van hetgeen zij in beroep bij de rechtbank heeft aangevoerd.
2.1.1. De rechtbank heeft terecht overwogen dat aan de aanduiding 'grote eenheid natuur' in het gebiedsplan geen rechtsgevolgen zijn verbonden. Die aanduiding betreft eerder in de Gelderse Natuurdoelenkaart vastgesteld beleid en biedt geen aanspraak op voorzieningen ingevolge de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer (hierna: de Regeling SAN) of de Subsidieregeling natuurbeheer (hierna: de Regeling SN).
Voorts is de rechtbank op goede gronden tot het oordeel gekomen dat de bezwaren van appellante, voorzover betrekking hebbend op deelgebieden T765 en T1137, geen bespreking behoeven wegens gebrek aan belang. Appellante is geen eigenaar of beheerder van die gronden. Evenmin is sprake van een rechtsbetrekking op grond waarvan zij anderszins ten aanzien die gronden aanspraak zou kunnen maken op voorzieningen ingevolge de Regeling SN of de Regeling SAN.
Voorts komt de Afdeling, met overneming van hetgeen de rechtbank dienaangaande heeft overwogen, ten aanzien van deelgebied T1141 niet tot een ander oordeel dan dat appellante niet in aanmerking komt voor subsidiepakket 5 of 6 van de Regeling SAN en dat de gronden in dat deelgebied niet als 'zoekgebied agrarisch natuurbeheer met natuurlijke handicaps' kunnen worden aangewezen.
2.2. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. P. van Dijk, Voorzitter, en mr. H. Troostwijk en mr. C.H.M. van Altena, Leden, in tegenwoordigheid van mr. T.E. Larsson-van Reijsen, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Dijk w.g. Larsson-van Reijsen
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 november 2005
344.

