Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU6604

Datum uitspraak2005-09-21
Datum gepubliceerd2005-11-22
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 05/00186
Statusgepubliceerd


Indicatie

Art. 26 WAHV; In aanmerking genomen dat het dwangbevel niet is betekend en dat eerst verzet kan worden gedaan nadat het dwangbevel is betekend, had de kantonrechter het verzet niet-ontvankelijk dienen te verklaren. Verzet wordt gedaan tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel en indien geen betekening van het dwangbevel heeft plaatsgevonden is er immers geen sprake van tenuitvoerlegging van het dwangbevel. Beschikking van de kantonrechter vernietigd.


Uitspraak

WAHV 05/00186 21 september 2005 CJIB 60822357 Gerechtshof te Leeuwarden Beschikking op het hoger beroep tegen de beschikking van de kantonrechter van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 26 augustus 2004 betreffende [betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene), wonende te [woonplaats] 1. De inhoud van de beschikking van het hof d.d. 11 mei 2005 wordt hier overgenomen. 2. Het verdere procesverloop Bij brief van 6 juli 2005 heeft de griffier van de rechtbank 's-Hertogenbosch aan het hof medegedeeld, dat de betrokkene zekerheid heeft gesteld tot een bedrag van Euro 44,50 en dat hij een griffierecht van Euro 25,50 heeft voldaan. De advocaat-generaal heeft nogmaals een verweerschrift ingediend. De betrokkene is in de gelegenheid gesteld het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. 3. Beoordeling 3.1. Ingevolge art. 26, derde lid, eerste volzin, WAHV kan tegen de tenuitvoerlegging van het dwangbevel verzet worden gedaan. In de derde volzin is, voor zover hier van belang, bepaald dat het verzetschrift binnen twee weken na de betekening van het dwangbevel wordt ingediend bij de rechtbank. 3.2. Uit het dossier blijkt het volgende. Op 12 november 2003 heeft de officier van justitie in het arrondissement Leeuwarden het dwangbevel uitgevaardigd. Bij brief van 18 november 2003 heeft deurwaarderskantoor Janssen & Janssen c.s. een kopie van het dwangbevel gestuurd aan mr. E.J.M. Vannisselroy, advocaat te Veldhoven. In deze brief is - zakelijk weergegeven - medegedeeld dat vooralsnog niet tot betekening van het dwangbevel wordt overgegaan en dat de betrokkene de kosten van de betekening bespaard zullen blijven, mits de betrokkene tot betaling van het nog openstaande bedrag zal overgaan. Uit telefonisch door de advocaat-generaal bij de deurwaarder ingewonnen informatie is gebleken dat het dwangbevel niet is betekend, hetgeen de betrokkene niet heeft bestreden. 3.3. In aanmerking genomen dat het dwangbevel niet is betekend en dat eerst verzet kan worden gedaan nadat het dwangbevel is betekend, had de kantonrechter het verzet niet-ontvankelijk dienen te verklaren. Verzet wordt gedaan tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel en indien geen betekening van het dwangbevel heeft plaatsgevonden is er immers geen sprake van tenuitvoerlegging van het dwangbevel. Het hof zal daarom de beschikking van de kantonrechter vernietigen en het verzet niet-ontvankelijk verklaren. 3.4. Ter voorlichting van de betrokkene overweegt het hof nog dat de betrokkene opnieuw verzet kan doen, nadat betekening van het dwangbevel heeft plaatsgevonden. 4. De beslissing Het gerechtshof: vernietigt de beschikking van de kantonrechter; verklaart het verzet niet-ontvankelijk; bepaalt dat het door de betrokkene betaalde bedrag van Euro 44,50 aan hem wordt gerestitueerd, alsmede dat het door de betrokkene in hoger beroep betaalde griffierecht ad Euro 25,50 door de griffier van de rechtbank 's-Hertogenbosch aan hem wordt gerestitueerd. Deze beschikking is gegeven door mr. Dijkstra, in tegenwoordigheid van mr. Wijma als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.