Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU6616

Datum uitspraak2005-11-23
Datum gepubliceerd2005-11-24
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers04/797 WW
Statusgepubliceerd


Indicatie

Proceskostenveroordeling.


Uitspraak

E N K E L V O U D I G E K A M E R 04/797 WW U I T S P R A A K met toepassing van artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht inzake de kosten van het geding tussen: [verzoeker], wonende te [woonplaats], verzoeker, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, gedaagde. I. INLEIDING Bij schrijven van 29 december 2003 heeft G. Essers, werkzaam bij FNV-Eures, namens verzoeker bij de Raad verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 17 maart 1998, registratienummer AWB 96/10758 WW. Bij schrijven van 18 april 2005 heeft gemachtigde van verzoeker het door hem ingestelde verzoek ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht gedaagde in de proceskosten te veroordelen. Gedaagde heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen. Elk der partijen heeft, desgevraagd, schriftelijk toestemming verleend voor afdoening buiten zitting. II. MOTIVERING Nu het verzoek is ingetrokken omdat gedaagde aan verzoeker is tegemoet gekomen, is er aanleiding om gedaagde met toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht te veroordelen in de kosten van verleende rechtsbijstand van verzoeker, welke met inachtneming van het Besluit proceskosten bestuursrecht ten aanzien van het geding zijn begroot op € 322,--. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Veroordeelt gedaagde in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag groot € 322,--, te betalen door Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Aldus gegeven door mr. T. Hoogenboom in tegenwoordigheid van R.E. Koerts als griffier en uitgesproken in het openbaar op 23 november 2005. (get.) T. Hoogenboom. (get.) R.E. Koerts. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.