Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU7068

Datum uitspraak2005-11-30
Datum gepubliceerd2005-11-30
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers238967 / CV EXPL 04-5167
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Eiser niet-ontvankelijk in eis tegen vennootschap die tijdens de loop van de procedure is ontbonden.


Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM Sector kanton Locatie Haarlem zaak/rolnr.: 238967 / CV EXPL 04-5167 datum uitspraak: 30 november 2005 VONNIS VAN DE KANTONRECHTER inzake [eiser] te [woonplaats] eisende partij hierna te noemen [eiser] gemachtigde mr. R. Elbaz tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ART INTERIM B.V. te Haarlem gedaagde partij hierna te noemen Art Interim gemachtigde mr. J.P. Koets. De verdere beoordeling van het geschil De kantonrechter volhardt bij hetgeen in het tussenvonnis van 12 januari 2005 en de rolbeschikking van 5 oktober 2005 is overwogen en beslist. Bij de rolbeschikking is de zaak verwezen naar de rolzitting van 2 november 2005 voor uitlating door Art Interim over de door [eiser] bij akte gewijzigde vordering. De gemachtigde van Art Interim heeft een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam in het geding gebracht, waarin met betrekking tot Art Interim staat vermeld: Op 30-06-2005 is geregistreerd dat de ontbonden rechtspersoon is opgehouden te bestaan, omdat geen bekende baten meer aanwezig zijn met ingang van 28 juni 2005. Op 30-06-2005 is geregistreerd dat de onderneming ten gevolge van faillissement is opgeheven met ingang van 28-06-2005. Dit betekent dat Art Interim ten tijde van het aanhangig maken van dit geding nog bestond, maar tijdens de procedure is ontbonden en is opgehouden te bestaan. Art Interim kan derhalve niet meer in rechte optreden. Gelet hierop kan [eiser] niet worden ontvangen in zijn vordering. Ten overvloede wijst de kantonrechter erop dat iedere gerechtigde tot mogelijk toch aanwezig vermogen van Art Interim op grond van artikel 2:23c BW heropening van de vereffening van het vermogen van Art Interim kan verzoeken. Als dat verzoek wordt gehonoreerd zal Art Interim voor de afwikkeling van de vereffening weer voortbestaan. [eiser] zal als partij die in dit geding niet-ontvankelijk is in de proceskosten worden veroordeeld. Beslissing De kantonrechter: - verklaart [eiser] niet-ontvankelijk; - veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van Art Interim tot en met vandaag worden begroot op nihil. Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.