
Jurisprudentie
AU7082
Datum uitspraak2006-01-10
Datum gepubliceerd2006-01-10
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureCassatie
Instantie naamHoge Raad
Zaaknummers00146/05
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2006-01-10
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureCassatie
Instantie naamHoge Raad
Zaaknummers00146/05
Statusgepubliceerd
Indicatie
Nu het middel is ingetrokken kan verdachte niet in het beroep worden ontvangen (HR NJ 2002, 110).
Conclusie anoniem
Griffienr. 00146/05
Mr. Wortel
Zitting:22 november 2005
Conclusie inzake:
[verzoeker = verdachte]
1. In deze zaak is op de bij de wet voorgeschreven wijze beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden waarbij verzoeker wegens een strafbaar feit tot straf is veroordeeld.
2. Namens verzoeker heeft mr. D.V.A. Brouwer, advocaat te Den Haag, een schriftuur houdende cassatieklachten ingediend. Naar aanleiding daarvan is een aanvankelijk ontbrekend processtuk - te weten een verkort proces-verbaal van de (laatste) terechtzitting in hoger beroep - alsnog bijgevoegd, waarna mr. Brouwer heeft laten weten dat het enige middel wordt ingetrokken.
3. Het komt mij voor dat verzoeker in dit beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, aangezien nog vóór het nemen van deze conclusie kan worden vastgesteld dat geen cassatiemiddel wordt voorgedragen.
4. Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijk verklaring van verzoeker in dit beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden,
Uitspraak
10 januari 2006
Strafkamer
nr. 00146/05
SG/IC
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 30 september 2004, nummer 24/001282-02, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1953, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. D.V.A. Brouwer, advocaat te 's-Gravenhage, een schriftuur houdende een middel van cassatie ingediend. Het middel is door mr. Brouwer bij brief van 31 oktober 2005 ingetrokken.
1.2. De Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het cassatieberoep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu het middel is ingetrokken kan de verdachte niet in het beroep worden ontvangen (vgl. HR 30 oktober 2001, NJ 2002, 110).
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren G.J.M. Corstens en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, en uitgesproken op 10 januari 2006.

