Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU7797

Datum uitspraak2005-11-10
Datum gepubliceerd2005-12-12
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers05/1307 WUBO
Statusgepubliceerd


Indicatie

Gevraagde toewijzing van auto niet proportioneel nu eiser door ziekte aan bed is gekluisterd.


Uitspraak

05/1307 WUBO U I T S P R A A K in het geding tussen: [eiser], wonende te [woonplaats], eiser, en de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, verweerster. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Onder dagtekening 16 februari 2005, kenmerk JZ/F70/2004, heeft verweerster ten aanzien van eiser een besluit genomen ter uitvoering van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (hierna: de Wet). Tegen dit besluit heeft eiser bij de Raad beroep ingesteld op gronden als uiteengezet in het beroepschrift en zijn nader schrijven van 29 augustus 2005. Verweerster heeft een verweerschrift ingediend. Het geding is behandeld ter zitting van de Raad op 29 september 2005. Aldaar is eiser niet verschenen, terwijl verweerster zich heeft doen vertegenwoordigen door mr. A. den Held, werkzaam bij de Pensioen- en Uitkeringsraad. II. MOTIVERING Blijkens de gedingstukken is eiser, geboren in 1928 in het voormalige Nederlands-Indiƫ, op grond van psychische invaliditeit erkend als burger-oorlogsslachtoffer in de zin van de Wet. Als zodanig is hem, onder meer, de toeslag als bedoeld in artikel 19 van de Wet en een voorziening in de kosten van vervoer voor het onderhouden van sociale contacten toegekend. In maart 2004 heeft eiser bij verweerster een vervolgaanvraag ingediend om, voorzover hier van belang, toekenning van een vergoeding van dan wel een tegemoetkoming in de kosten van aanschaf van een auto. Die aanvraag heeft verweerster bij het na bezwaar genomen bestreden besluit afgewezen op grond van de overweging dat de voorziening voor een auto niet proportioneel is nu eiser in zijn huidige situatie van de auto weinig frequent gebruik kan maken. De Raad overweegt het volgende. Ingevolge de artikelen 32 en 33 van de Wet kunnen burger-oorlogsslachtoffers aanspraak maken op noodzakelijke medische voorzieningen dan wel voorzieningen ter verbetering van levensomstandigheden. Naar uit de gedingstukken blijkt en door de gemachtigde van verweerster ter zitting nader is toegelicht, berust de afwijzing van de aanvraag van eiser om een voorziening in de kosten van aanschaf van een auto in wezen op de, aan de over eiser vergaarde gegevens ontleende, feitelijke vaststelling dat eiser zich wegens ziekte niet meer buitenshuis kan begeven zodat een vervoersbehoefte niet of nauwelijks is aan te wijzen. Die vaststelling is gebaseerd op door verweersters geneeskundig adviseur M. Hoornstra-Deurloo bij huisbezoek aan eiser aangetroffen omstandigheden van eiser, die erop neerkomen dat eiser in verband met zijn slechte gezondheid al enige tijd geheel aan zijn bed is gekluisterd en niet meer tot enige activiteit van betekenis in staat is. In aanmerking genomen dat eiser die feitelijke vaststelling in beroep nog eens heeft bevestigd, kan de Raad de door verweerster gehanteerde afwijzingsgrond niet anders dan onderschrijven. Het gaat hier immers om een ten behoeve van eiser gevraagde persoonlijke voorziening. Nu vaststaat dat eiser daarvan niet of nauwelijks nog gebruik zou kunnen maken, zou toekenning van die voorziening het in de Wet beoogde doel voorbijschieten. Gezien het vorenstaande bestaat voor vernietiging van het bestreden besluit geen grond. De Raad acht, ten slotte, geen termen aanwezig om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht inzake een vergoeding van proceskosten. Beslist wordt derhalve als volgt. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Verklaart het beroep ongegrond. Aldus gegeven door mr. C.G. Kasdorp als voorzitter en mr. G.L.M.J. Stevens en mr. H.R. Geerling-Brouwer als leden, in tegenwoordigheid van J.P. Schieveen als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 10 november 2005. (get.) C.G. Kasdorp. (get.) J.P. Schieveen. HD 18.10