Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU9289

Datum uitspraak2006-01-03
Datum gepubliceerd2007-07-19
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHerziening
Instantie naamHoge Raad
Zaaknummers02800/05 H
Statusgepubliceerd


Indicatie

Herziening.


Uitspraak

3 januari 2006 Strafkamer nr. 02800/05 H IC Hoge Raad der Nederlanden Arrest op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Rechtbank te 's-Gravenhage, sector Kanton van 8 april 2004, nummer 09/163639-03, ingediend door mr. A.H. Westendorp, advocaat te 's-Gravenhage, namens: [aanvraagster], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971, wonende te [woonplaats]. 1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd De Kantonrechter heeft de aanvraagster ter zake van "overtreding van APV-HAAG82 78/1/C" veroordeeld tot een geldboete van zestig euro, subsidiair een dag hechtenis. 2. De aanvrage tot herziening De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. 3. Beoordeling van de aanvrage 3.1. Als grondslag voor een herziening kunnen, voorzover hier van belang, krachtens het eerste lid, aanhef en onder 2° van art. 457 Sv slechts dienen een of meer door een opgave van bewijsmiddelen gestaafde omstandigheden die bij het onderzoek op de terechtzitting niet zijn gebleken en die het ernstig vermoeden wekken dat, waren zij bekend geweest, het onderzoek der zaak zou hebben geleid hetzij tot vrijspraak van de veroordeelde, hetzij tot ontslag van rechtsvervolging, hetzij tot niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, hetzij tot toepasselijkverklaring van een minder zware strafbepaling. 3.2. In de aanvrage wordt aangevoerd dat "de bij politie en justitie bekende [betrokkene 1], wonende te [woonplaats], die in de top 500 van veelplegers staat geregistreerd, [bedoeld] feit heeft gepleegd en [dat] zij, [betrokkene 1], toen zij hiervoor werd aangehouden, de personalia van aanvraagster heeft opgegeven". Voorts wordt gesteld dat [betrokkene 1] dit aan de aanvraagster heeft opgebiecht en dat zij zich bereid heeft verklaard een en ander te bevestigen tegenover politie en justitie. 3.3. Die niet nader gespecificeerde en geadstrueerde omstandigheden geven onvoldoende steun aan de stelling waarop de aanvrage berust, te weten dat in de zaak met het nummer 09/163639-03 waarvan herziening is gevraagd, sprake is geweest van een persoonsverwisseling. De aanvrage moet dan ook als kennelijk ongegrond worden afgewezen. 4. Beslissing De Hoge Raad wijst de aanvrage tot herziening af. Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, en uitgesproken op 3 januari 2006.