Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AV0530

Datum uitspraak2005-11-16
Datum gepubliceerd2006-01-27
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers127238
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bevoegdheidsincident.


Uitspraak

Rechtbank Arnhem Sector civiel recht Zaak-/rolnummer: 127238 / HA ZA 05-915 Datum vonnis: 16 november 2005 Vonnis in incident in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HYKA B.V., gevestigd te Arnhem, eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident, procureur mr. F.J. Boom, advocaat mr. L.A.S. Boersen te Rotterdam, tegen de vennootschap naar Frans recht SUNEXO FRANCE S.A., gevestigd te Rungis, Frankrijk, gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident, procureur mr. A. Huber, advocaat mr. E. Stap. Partijen zullen hierna Hyka en Sunexo genoemd worden. De procedure Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding - de overlegging van producties - de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring, tevens conclusie van antwoord met producties - de incidentele conclusie van antwoord met producties. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident. De beoordeling in het incident 1. Hyka vordert in de hoofdzaak onder meer Sunexo te veroordelen tot betaling van € 15.600,- in hoofdsom, vermeerderd met de contractuele rente ad 6% vanaf 4 november 2004 en de buitengerechtelijke kosten ad € 781,-. Hyka grondt deze vordering op de niet betaling van haar factuur à € 15.600,-- voor de levering franco Rungis (Frankrijk) van een door Sunexo op 28 september 2004 bij Hyka bestelde partij Navel late Urudor (Uruguay) sinaasappelen. 2. Sunexo beroept zich voor alle weren op de onbevoegdheid van de rechtbank van de onderhavige vordering kennis te nemen. Sunexo stelt daartoe dat zij, conform het bepaalde in artikel 2 lid 1 van de Verordening Nr. 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna EEX-verordening), als in Frankrijk gevestigde onderneming voor een Frans gerecht dient te worden opgeroepen. Sunexo stelt voorts dat partijen geen overeenkomst hebben gesloten die een Nederlandse rechter aanwijst voor de kennisneming van geschillen welke naar aanleiding van de rechtsbetrekking tussen partijen mochten ontstaan. 3. Hyka betwist de stellingen van Sunexo met het argument dat voornoemde hoofdregel niet van toepassing is omdat in de door haar aan Sunexo verzonden factuur wordt verwezen naar haar Algemene Voorwaarden waarin (in artikel 23.1) een schriftelijke forumkeuze is gemaakt. Tevens voert Hyka aan dat zij reeds vele jaren zaken doet met Sunexo en daarbij steeds de toepasselijkheid van haar algemene voorwaarden op de facturen heeft vermeld. 4. De rechtbank onderschrijft de stelling van Hyka dat partijen ingevolge het bepaalde in artikel 23 EEX-verordening kunnen afwijken van de hoofdregel op grond van een schriftelijke forumkeuze en dat algemene voorwaarden zijn aan te merken als een dergelijke keuze. De rechtbank moet derhalve onderzoeken of Hyka’s Algemene Voorwaarden van toepassing zijn. 5. Sunexo erkent dat zij 1.560 kolli Navel late Urudor (Uruguay) sinaasappelen bij Hyka heeft besteld voor een totaalprijs van € 15.600, deze partij in Rungis (Frankrijk) geleverd heeft gekregen en dat zij daarvoor van Hyka een factuur heeft ontvangen gedateerd 06/10/04. De rechtbank constateert evenwel dat op laatstgenoemde factuur, in tegenstelling tot de door Hyka overgelegde kopiefactuur, niet wordt verwezen naar de door Hyka overgelegde Algemene Verkoop- en Leverings-voorwaarden, maar wordt verwezen naar het reglement op de betalingsregeling van de vereniging “Arnhemse Grossiersvereniging” te Arnhem en de daarin opgenomen geschillenbeslechting door de arbitragecommissie. 6. De rechtbank is van oordeel dat in deze zaak, waarin door Hyka en Sunexo verschillende exemplaren van dezelfde factuur zijn overgelegd, uitgegaan dient te worden van de door Sunexo op 8 oktober 2004 ontvangen factuur waarop wordt verwezen naar de betalingsregeling van de vereniging “Arnhemse Grossiersvereniging”. Niet goed denkbaar is dat Sunexo een andere factuur heeft overgelegd dan zij in Frankrijk heeft ontvangen. Dit heeft tot gevolg dat, nu laatstgenoemde factuur qua voorwaarden wezenlijk verschilt van die van Hyka, niet kan worden aangenomen dat partijen bij deze transactie de Algemene Verkoop- en Leverings-voorwaarden van Hyka (en de daarin opgenomen forumkeuze) zijn overeengekomen. Evenmin kan dat worden afgeleid uit de stelling van Hyka dat partijen al jaren zaken met elkaar doen, nu deze stelling niet nader is onderbouwd en geen facturen van eerdere transacties zijn overgelegd, waaruit de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Hyka zou kunnen blijken. Dit wordt niet anders nu Hyka zich beroept op het feit de Arnhemse Grossiersvereniging niet meer bestaat en de arbitrageovereenkomst derhalve geen geldig beding meer is. De onmogelijkheid zich tot de arbitragecommissie te kunnen wenden schept nog geen bevoegdheid van de rechtbank Arnhem. Het beroep van Hyka op de artikelen 6 EVRM en 17 Gw gaat niet op. Hyka wordt niet afgehouden van de rechter die de wet (volgens de algemene regels) haar toekent. 7. Als laatste argument heeft Hyka naar voren gebracht dat, ook indien haar algemene voorwaarden geen toepassing vinden en derhalve het forumkeuzebeding geen gelding heeft, de Nederlandse rechter bevoegd is van het geding kennis te nemen op grond van de bijzondere bevoegdheid van artikel 5 EEX-verordening. In lid 1 onder a van dit artikel staat dat ten aanzien van verbintenissen uit overeenkomst (naast het gerecht van de woonplaats van gedaagde) ook het gerecht bevoegd is van de plaats waar de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt, is uitgevoerd of moet worden uitgevoerd. Volgens Hyka is de verbintenis die aan haar eis ten grondslag ligt de betaling van de kooppenningen van Sunexo aan Hyka, en niet de levering van goederen in Frankrijk. De rechtbank is van oordeel dat ook dit argument niet tot bevoegdheid kan leiden. In artikel 5 lid 1 onder b staat immers dat voor de toepassing van voornoemde bepaling het begrip “de plaats van uitvoering van de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt “ bij de koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken staat voor “de plaats waar de zaken volgens de overeenkomst geleverd werden”. In lid c wordt bepaald dat punt a van toepassing is indien punt b niet van toepassing is. De kenmerkende prestatie van deze overeenkomst is dus niet- zoals Hyka stelt - de betaling van de geleverde sinaasappelen, maar de levering van de sinaasappelen te Rungis in Frankrijk. Derhalve is op grond van deze bepaling de Franse rechter bevoegd van de vordering kennis te nemen. 8. De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering moet worden afgewezen, omdat de aangevoerde gronden die vordering niet kunnen dragen. 9. Hyka zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld. De beslissing De rechtbank in het incident verklaart zich onbevoegd van de vordering kennis te nemen, veroordeelt Hyka in de kosten van het incident, aan de zijde van Sunexo tot op heden begroot op € 452,00, Dit vonnis is gewezen door mr. G. Noordraven en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2005.