Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AV1470

Datum uitspraak2006-02-10
Datum gepubliceerd2006-02-10
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Breda
Zaaknummers02/801435-05
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte heeft met behulp van een webcam kinderpornografische afbeeldingen gemaakt van 12 meisjes en heeft hen vervolgens gedwongen seksuele handelingen met zichzelf te verrichten voor de webcam onder de dreiging die afbeeldingen via het internet openbaar te maken. Voor het vervaardigen, in bezit hebben en verspreiden van kinderporno alsmede voor de feitelijke aanranding van die meisjes is verdachte veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf waarvan 3 maanden voorwaardelijk. Hij is vrijgesproken van het opzettelijk aanwezig zijn bij een seksshow met minderjarigen als bedoeld in artikel 248s Sr, omdat de wet hiervoor de lijfelijke aanwezigheid vereist en het volgen van een dergelijke show via een webcam op een andere locatie door de wetgever nadrukkelijk niet onder de werking van dit artikel is gebracht.


Uitspraak

RECHTBANK BREDA Parketnummer(s): 02/801435-05 1 Partijen. Onderzoek van de zaak. In de zaak onder voormeld parketnummer van de officier van justitie in het arrondissement Breda tegen: [verdachte], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende te Beverwijk, [adres], heeft de meervoudige kamer van deze rechtbank het volgende vonnis gewezen. De rechtbank heeft de gedingstukken gezien en de zaak onderzocht ter terechtzitting. Zij heeft de vordering van de officier van justitie gehoord en het verweer dat naar voren is gebracht door de verdachte en de raadsman, mr. B.J.P. van Gils, advocaat te Tilburg. 2 De tenlastelegging. De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het wetboek van strafvordering. Verdachte staat, met inachtneming hiervan, terecht ter zake dat 1. hij op meer, althans één, tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 10 december 2003 tot en met 18 oktober 2005 te Waalwijk en/of Raamsdonksveer en/of Amsterdam en/of Velserbroek en/of Hoofddorp en/of Beverwijk, in elk geval in Nederland, één of meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager, bevattende een (groot) aantal afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten een (beeld- en/of film)file/(computer)bestand, bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, (telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad, waarop het geslachtsdeel van een meisje, kennelijk jonger dan achttien jaar, nadrukkelijk in beeld is gebracht en/of waarop een meisje, kennelijk jonger dan achttien jaar, haar vinger(s) en/of een voorwerp in haar vagina duwt/heeft, en/of haar vagina streelt en/of haar hand in (de voorzijde van) haar string heeft, van het plegen van welk(e) feit(en) hij, verdachte een gewoonte heeft gemaakt (foto's van onder meer: [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 5] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 6] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 7] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 8] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 9] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 10] (geboren op [geboortedatum]) en [slachtoffer 11] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 12 (geboren op [geboortedatum])); 2. hij op meer, althans één, tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 december 2004 tot en met 18 oktober 2005 te Waalwijk en/of Raamsdonksveer en/of Amsterdam en/of Velserbroek en/of Beverwijk, althans in Nederland, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 10] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het duwen van haar vinger(s) en/of een voorwerp in haar vagina en/of het betasten en/of tonen van haar schaamlippen en/of vagina en/of het tonen van haar borsten en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit: * die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 14] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 15] en/of die [slachtoffer 12] en/of die [benadeelde partij 3] en/of die [slachtoffer 7] en/of die [slachtoffer 8] en/of die [slachtoffer 13] te dreigen/zeggen/schrijven/mailen (een) (kinder)(pornografische) afbeelding(en) van haar (via internet) te verspreiden/openbaar te maken en/of aan (een) ander(en) te tonen en/of * die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 7] te dreigen/zeggen/schrijven/mailen dat hij haar in elkaar zal slaan en/of * die [slachtoffer 4] te dreigen/zeggen/schrijven/mailen dat hij haar foto('s) aan haar ouders zou laten zien en/of * die [slachtoffer 6] te dreigen/zeggen/schrijven/mailen dat hij naar haar toe zou komen om haar te verkrachten en/of * die [slachtoffer 10] te dreigen/zeggen/schrijven/mailen aan haar vriend te onthullen dat zij was vreemd gegaan; subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op meer, althans één, tijdstip(pen) gelgen in of omstreeks de periode van 1 december 2004 tot en met 18 oktober 2005 te Waalwijk en/of Raamsdonksveer en/of Amsterdam en/of Velserbroek en/of Beverwijk, althans in Nederland, opzettelijk aanwezig is geweest (via de webcam) bij het plegen van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het tonen van de borsten en/of vagina en/of het strelen van de vagina en/of schaamlippen en/of het brengen van de vinger(s) en/of een voorwerp in de vagina, door een minderjarige, te weten [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum], en/of [betrokkene 1], geboren op [geboortedatum], en/of [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum] en/of [slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum] en/of [slachtoffer 4], geboren op [geboortedatum] en/of [slachtoffer 5], geboren op [geboortedatum] en/of [slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum] en/of [slachtoffer 7], geboren op [geboortedatum] en/of [slachtoffer 8], geboren op [geboortedatum] en/of [slachtoffer 9], geboren op [geboortedatum] en/of [slachtoffer 10], geboren op [geboortedatum] en/of [slachtoffer 11], geboren op [geboortedatum], wiens/wier minderjarigheid verdachte kende, althans redelijkerwijs moest vermoeden; 3 De geldigheid van de dagvaarding. Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is. 4 De bevoegdheid van de rechtbank. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen. 5 De ontvankelijkheid van de officier van justitie. Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. Hij kan dus in zijn vordering worden ontvangen. 6 Schorsing der vervolging. Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken. 7 De bewezenverklaring. 7.1 Vrijspraak en de gronden daarvoor. Door het onderzoek ter terechtzitting is naar het oordeel van de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2 primair is ten laste gelegd voor zover het betreft de aanranding van [slachtoffer 14], [slachtoffer 15] en [slachtoffer 16]. Gelet op de door hen tegenover de politie afgelegde verklaringen en de op dit onderdeel ontkennende verklaring van verdachte is onvoldoende komen vast te staan dat zij, onder druk van de bedreiging de gemaakte afbeeldingen te verspreiden of openbaar te maken of aan anderen te tonen, ertoe gekomen zijn ontuchtige handelingen te plegen. Door het onderzoek ter terechtzitting is naar het oordeel van de rechtbank ook niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2 subsidiair is ten laste gelegd voor zover het betrekking heeft op het opzettelijk aanwezig zijn bij het plegen van ontuchtige handelingen door minderjarigen. Uit de parlementaire discussie bij de totstandkoming van artikel 248c van het wetboek van strafrecht blijkt namelijk dat onder "aanwezig zijn" wordt begrepen het lijfelijk aanwezig zijn of in hetzelfde gebouw aanwezig zijn terwijl de voorstelling via een gesloten circuit wordt bekeken. Een amendement om het door middel van een webcam bijwonen van een dergelijke voorstelling onder het begrip "aanwezig zijn bij" te brengen werd door de minister van justitie ontraden en is daarna ingetrokken. De wetgever heeft er derhalve uitdrukkelijk voor gekozen dat het op die manier aanwezig zijn bij voorstellingen waarin door minderjarigen ontuchtige handelingen worden gepleegd niet voldoet aan het vereiste van opzettelijke aanwezigheid. Nu verdachte derhalve niet opzettelijk aanwezig is geweest bij het plegen van de ontuchtige handelingen behoort vrijspraak te volgen. 7.2 Hetgeen bewezen is. Door het onderzoek ter terechtzitting is evenwel naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte 1. op tijdstippen gelegen in de periode van 10 december 2003 tot en met 18 oktober 2005 te Beverwijk meermalen afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten een (beeld- en/of film)file/(computer)bestand, bij welke vorenbedoelde afbeeldingen telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken telkens heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad, waarop het geslachtsdeel van een meisje, kennelijk jonger dan achttien jaar, nadrukkelijk in beeld is gebracht en/of waarop een meisje, kennelijk jonger dan achttien jaar, haar vinger(s) en/of een voorwerp in haar vagina duwt/heeft, en/of haar vagina streelt en/of haar hand in (de voorzijde van) haar string heeft, van het plegen van welk(e) feit(en) hij, verdachte een gewoonte heeft gemaakt (foto's van: [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 14] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 5] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 6] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 7] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 8] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 9] (geboren op [geboortedatum]), [slachtoffer 10] (geboren op [geboortedatum]) en [slachtoffer 11] (geboren op [geboortedatum])) en op tijdstippen gelegen in de periode van 10 december 2003 tot en met 18 oktober 2005 te Beverwijk meermalen een afbeelding van seksuele gedragingen, te weten een (beeld- en/of film)file/(computer)bestand, bij welke vorenbedoelde afbeelding telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken , telkens heeft verspreid , waarop het geslachtsdeel van een meisje, kennelijk jonger dan achttien jaar, nadrukkelijk in beeld is gebracht en/of waarop een meisje, kennelijk jonger dan achttien jaar, haar vinger(s) en/of een voorwerp in haar vagina duwt/heeft, en/of haar vagina streelt en/of haar hand in (de voorzijde van) haar string heeft, (foto's van: [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum]) en [slachtoffer 10] (geboren op [geboortedatum]); 2. op tijdstippen gelegen in de periode van 1 december 2004 tot en met 18 oktober 2005 te Raamsdonksveer en/of Amsterdam en/of Beverwijk, althans in Nederland, door bedreiging met geweld of andere feitelijkheden [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 12] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] en [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 10] heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, bestaande uit het duwen van haar vinger(s) en/of een voorwerp in haar vagina en/of het betasten en/of tonen van haar schaamlippen en/of vagina en/of het tonen van haar borsten en bestaande die bedreiging met geweld of die andere feitelijkheden uit: * die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 12] en/of die [slachtoffer 7] en/of die [slachtoffer 8] en/of die [slachtoffer3] te dreigen (een) (kinder)(pornografische) afbeelding(en) van haar (via internet) te verspreiden/openbaar te maken en * die [slachtoffer 3] en die [slachtoffer 7] te dreigen dat hij haar in elkaar zal slaan en * die [slachtoffer 4] te dreigen dat hij haar foto('s) aan haar ouders zou laten zien en * die [slachtoffer 6] te dreigen dat hij naar haar toe zou komen om haar te verkrachten en/of * die [slachtoffer 10] te dreigen aan haar vriend te onthullen dat zij was vreemd gegaan; Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken. 8 Het bewijs. De overtuiging van de rechtbank, dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en de omstandigheden die zijn vervat in de volgende bewijsmiddelen. De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit, waarop zij in het bijzonder betrekking hebben. 8.1 De bewijsmiddelen. 9 De strafbaarheid van het bewezene. Het ten laste van verdachte bewezen verklaarde levert de volgende misdrijven op: 1. Een gewoonte maken van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, en Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden, meermalen gepleegd. 2, primair. Feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd. 10 De strafbaarheid van verdachte. Verdachte is strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard, nu niet is gebleken van enige omstandigheid die zijn strafbaarheid zou opheffen. 11 De straffen en maatregelen. 11.1 De algemene overwegingen omtrent de straf. Op grond van de aard van het bewezene alsmede op grond van de omstandigheden waaronder dit is gepleegd en de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, die zij hierna zal bepalen. 11.2 De bijzondere overwegingen omtrent de straf. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting heeft de officier van justitie gevorderd aan de verdachte voor het onder 1 en 2 ten laste gelegde op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met verplicht reclasseringscontact. Verdachte heeft via het internet contact gelegd met een groot aantal minderjarige meisjes. Hij heeft veelvuldig en langdurig chatcontacten met hen gehad, waarbij door verdachte en de meisjes gebruik is gemaakt van webcams. Verdachte heeft tijdens die contacten het vertrouwen gewonnen van de meisjes en heeft er voor gezorgd dat de chatcontacten een seksuele lading kregen. Hij heeft zich voor de webcam ontkleed en heeft de meisjes ertoe overgehaald hetzelfde te doen. Vervolgens heeft verdachte =zonder dat zij dit wisten= foto's en filmpjes van de meisjes gemaakt. Onder de dreiging die foto's op het internet openbaar te maken, heeft verdachte de meisjes vervolgens gedwongen seksuele handelingen met zichzelf te verrichten. In de gevallen waarin de dreiging met openbaarmaking niet voldoende was, heeft verdachte gedreigd met mishandeling of verkrachting. Van die gedwongen seksuele handelingen heeft verdachte eveneens foto's en films gemaakt. Hij heeft niet geschroomd de foto's en films te verspreiden onder meer door een of meer afbeeldingen naar de vriend van een van de meisjes te sturen. Verdachte deed dit alles terwijl hij wist dat zijn slachtoffers de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt. Het vertrouwen dat de meisjes in hem stelden en de verliefdheid die sommigen voelden, heeft verdachte op een slinkse, hen niet ontziende, wijze uitgebuit. Verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan het maken van een gewoonte van het vervaardigen en in bezit hebben en in enkele gevallen zelfs het verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen. Daarnaast heeft verdachte jonge meisjes door die bedreigingen gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan zeer ernstige feiten waarvan minderjarigen slachtoffer zijn geworden. Het is een feit van algemene bekendheid dat dergelijke feiten ernstige schade kunnen toebrengen aan de geestelijke gezondheid van de slachtoffers. Deze geestelijke schade kan van lange duur zijn en een normale seksuele ontwikkeling, waar ieder kind recht op heeft, doorkruisen. Verdachte heeft hiermee geen rekening gehouden en heeft de mogelijkheid op de koop toe genomen dat eenmaal op het internet geplaatste afbeeldingen van zijn slachtoffers verder verspreid zullen worden. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat deze slachtoffers op latere leeftijd nog bij voortduring met hun eigen kinderpornografische afbeeldingen worden geconfronteerd. Verdachte is onderzocht door de psycholoog drs. Van Nunen. Blijkens diens rapport is er bij verdachte sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een zich ontwikkelende lichte) persoonlijkheidsstoornis (NAO) met een combinatie van afhankelijke, theatrale, narcistische en antisociale trekken. De aanranding van de meisjes kan daaruit verklaard worden en de verdachte dient ten aanzien van die feiten als licht verminderd toerekeningsvatbaar te worden beschouwd. Wat betreft het eerste feit dient verdachte volledig toerekeningsvatbaar te worden verklaard. De rechtbank neemt deze oordelen over en maakt die tot de hare. Daarmee is bij de straftoemeting rekening gehouden. Wat betreft de kans op recidive, acht de deskundige die voor de langere termijn niet uitgesloten. Een intensieve begeleiding door of onder regie van de reclassering is daarom gewenst. Geadviseerd wordt een deels voorwaardelijke vrijheidsstraf met reclasseringstoezicht, waarbij met een ambulante poliklinische behandeling de stoornis kan worden behandeld. Een dergelijke behandeling zou, zo blijkt uit het uitgebrachte reclasseringsrapport, verdachte kunnen ondergaan in De Waag in Amsterdam of Haarlem. Verdachte is bereid aan een dergelijke behandeling deel te gaan nemen. De verdediging heeft, wijzend op de nog jonge leeftijd van verdachte en zijn nagenoeg blanco strafblad, bepleit om naast een voorwaardelijke vrijheidsstraf te volstaan met een (langdurige) werkstraf. De rechtbank acht, met name gelet op het grote aantal slachtoffers, het slinkse misbruik van de kwetsbaarheid van de nog jonge meisjes en de ingrijpende gevolgen voor hen, de feiten te ernstig om deze met een werkstraf af te doen. Dit alles overwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, een passende en geboden sanctie. Het voorwaardelijk deel wordt opgelegd, enerzijds om de ernst van de feiten te benadrukken en verdachte van recidive te weerhouden, en anderzijds om hem te dwingen zich aan de aanwijzingen van de reclassering te houden, ook indien dit inhoudt een ambulante behandeling in De Waag of een soortgelijke instelling. 12 De overwegingen omtrent het beslag. 12.1 De overwegingen omtrent de onttrekking aan het verkeer. De volgende in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen: 1 a 2.00 STK Harddisk EXCL. COMPUTER 1 a 1.00 STK Harddisk 82 Gb EXCL. COMPUTER zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is immers gebleken dat de bewezen verklaarde feiten zijn begaan met behulp van die voorwerpen. Voorts zijn de voorwerpen door de daarop opgeslagen afbeeldingen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. 12.2 De overwegingen omtrent de teruggave. De rechtbank zal de teruggave gelasten van de in beslag genomen voorwerpen, te weten 1 1.00 STK Computer Kl:grijs MERKLOOS minitower CDrom,DVDrom&floppy afdekpl./EXCL.2 HARDE SC 1 1.00 STK Computer Kl:beige ONBEKEND 1 zijpaneel ontbreekt, EXCL. HARDE SCHIJF 2 2.00 STK Compactdisc DVD 1 DVD in doos, 1 losse DVD 3 1.00 STK Kaart NETWERKKAART draadloze USB netwerkadapter, aan verdachte, aangezien deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag zijn genomen. 13 De overwegingen omtrent de vordering van de benadeelde partij. De benadeelde partij [slachtoffer 15], [adres], [woonplaats], heeft schadevergoeding gevorderd tot een bedrag van € 250,-- terzake van hetgeen verdachte onder 2 is ten laste gelegd. Nu ten aanzien van dit slachtoffer voor dat feit aan verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd en nu daarvoor ook niet artikel 9a van het wetboek van strafrecht wordt toegepast, dient de benadeelde partij in de vordering niet ontvankelijk te worden verklaard. De benadeelde partij [slachtoffer 7], [adres], [woonplaats], heeft schadevergoeding gevorderd tot een bedrag van € 1.261,34 terzake van hetgeen onder 1 en 2 is bewezen verklaard. De vordering valt uiteen in een bedrag van € 11,34 aan materiële en een bedrag van € 1.250,-- aan immateriële schade. Vast staat dat de benadeelde partij door de feiten schade heeft geleden, maar de exacte hoogte daarvan acht de rechtbank onvoldoende aangetoond. De rechtbank zal naar redelijkheid en billijkheid een voorschot ad € 1.000,-- vaststellen. Voor het overige is de vordering niet van zo eenvoudige aard dat die vordering zich leent voor behandeling in dit strafgeding. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering en dat deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. De rechtbank zal daarnaast aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van na te melden bedrag ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 7], nu verdachte jegens deze naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die aan deze door het strafbare feit, genoemd onder 1 en 2, is toegebracht. De benadeelde partij [slachtoffer 8], [adres], [adres], heeft een formulier benadeelde partij ingevuld maar geen schadebedrag genoemd. Zij heeft de vordering kennelijk slechts ingediend om haar rechten in een civiele procedure te behouden. De rechtbank gaat er derhalve van uit dat in deze procedure de civiele vordering geacht moet worden niet te zijn ingediend, zodat daarop niet hoeft te worden beslist. 14 De toepasselijke wetsartikelen. De beslissing berust op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 27, 36f, 57, 240b (oud), 240b en 246 van het wetboek van strafrecht. 15 De beslissing. RECHTDOENDE beslist de rechtbank als volgt. Zij verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 7.2 is omschreven. Zij verklaart niet bewezen hetgeen onder 2 subsidiair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij. Zij verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij. Zij verklaart het bewezen verklaarde strafbaar. Zij verstaat dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de onder 9 vermelde strafbare feiten. Zij verklaart de verdachte deswege strafbaar. Zij veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden. Zij beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte groot 3 (drie) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt bepaald op twee jaar, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of na te melden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd: dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de reclassering, ook indien dit inhoudt een ambulante behandeling in De Waag of een soortgelijke instelling. Zij draagt overeenkomstig artikel 14d van het wetboek van strafrecht voormelde reclasseringsinstelling op de veroordeelde hulp en steun te verlenen bij de naleving van de voorwaarden. Zij bepaalt dat de tijd door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht in mindering zal worden gebracht bij de uitvoering van het onvoorwaardelijke gedeelte van de opgelegde gevangenisstraf. Zij verklaart aan het verkeer onttrokken de onder 12.1 omschreven voorwerpen. Zij gelast de teruggave aan verdachte van de onder 12.2 omschreven voorwerpen. Zij bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 15], [adres], [woonplaats], niet-ontvankelijk is in haar vordering. Zij veroordeelt de benadeelde partij in de kosten, begroot op nihil (BP.15) Zij wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7], [adres], [woonplaats], bij wijze van voorschot toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 1.000,-- (zegge: een duizend euro), te vermeerderen met de kosten van tenuitvoerlegging en de gebruikelijke kosten van invordering. Zij bepaalt dat deze benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. (BP.10) Zij verwijst de verdachte in de kosten die de benadeelde partij ter zake van rechtsbijstand heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil. Zij legt daarnaast aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van voornoemd slachtoffer [slachtoffer 7], [adres], [woonplaats], te betalen een som geld ten bedrage van € 1.000,-- (zegge: een duizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 20 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Zij verstaat dat, indien en voor zover verdachte heeft voldaan aan de verplichting opgelegd bij de hierboven genoemde schademaatregel, de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij van het overeenkomstige bedrag komt te vervallen. Indien en voor zover verdachte de toegekende schadevergoeding heeft betaald aan deze benadeelde partij, komt daarmee de schademaatregel voor het betaalde bedrag te vervallen. Dit vonnis is gewezen door mr. Vos, voorzitter, mr. Van Kralingen en mr. Schoenmakers, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier Mertens en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 10 februari 2006.