Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AV3040

Datum uitspraak2005-07-25
Datum gepubliceerd2006-03-01
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
ZaaknummersTBS 105/05
Statusgepubliceerd


Indicatie

De TBS bevond zich in de laatste fase. Gelet daarop dient het geven van een bevel tot hervatting van de dwangverpleging slechts in uitzonderlijke situaties waarin alternatieven ontbreken te worden gegeven. In casu zijn er onvoldoende termen aanwezig om tot hervatting over te gaan.


Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM TBS 2005E Beslissing d.d. 25 juli 2005 De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van [terbeschikkinggestelde] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], verblijvende in [verblijfplaats]. Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te Assen van 8 april 2005, houdende last tot hervatting van de verpleging van overheidswege. Overwegingen: [-] Het hof zal de beslissing van de rechtbank te Assen van 8 april 2005 vernietigen, daar het tot een andere beslissing komt dan de rechtbank en mede op grond van hetgeen de getuige-deskundige heeft verklaard in raadkamer. [-] De terbeschikkingstelling van betrokkene bevond zich in de laatste fase. Gelet daarop dient het geven van een bevel tot hervatting van de verpleging van overheidswege slechts in uitzonderlijke situaties waarin alternatieven ontbreken te worden gegeven. Uit de stukken en het verhandelde ter terechtzitting blijkt dat betrokkene zich niet heeft gehouden aan de aanwijzingen van de reclassering. Het hof heeft in casu echter aanleiding gezien om rekening te houden met de volgende omstandigheden. Mevrouw Hekkens heeft in raadkamer verklaard dat zij bij voortzetting van de voorwaardelijke beƫindiging van de dwangverpleging aanscherping van de voorwaarden wenst. De door de rechtbank Assen op 19 december 2003 gestelde voorwaarden bieden echter voldoende ruimte tot een aanscherping, zoals bijvoorbeeld de door haar voorgestelde behandeling bij de FPK te Assen. Psychiater Van Os heeft in zijn rapport van 19 mei 2005 aangegeven dat hij het zinloos acht om betrokkene opnieuw bloot te stellen aan een klinische behandeling. Naar zijn oordeel is het maximale bereikt wat betrokkene kan integreren aan behandelervaringen. Hij geeft als aanbeveling om de terbeschikkingstelling te verlengen en betrokkene zo snel mogelijk op een resocialisatieafdeling te plaatsen. Hetgeen hij voorstelt zal echter geen doorgang vinden, indien de verpleging van overheidswege zal worden hervat. Betrokkene zal in dat geval lange tijd als passant in het huis van bewaring terechtkomen, voordat heropname in een kliniek zal plaatsvinden. In de kliniek zal hij eerst een langdurig traject dienen te doorlopen, alvorens hij op de resocialisatieafdeling zal worden geplaatst. Op grond van vorenstaande overwegingen, is het hof van oordeel dat er onvoldoende termen aanwezig zijn om tot hervatting van de verpleging van overheidswege over te gaan, zodat de vordering van de officier van justitie dient te worden afgewezen. Het hof wil hierbij benadrukken dat betrokkene een laatste kans wordt gegeven om te laten zien dat hij zich kan houden aan de aanwijzingen van de reclassering, ook voor zover dit inhoudt dat betrokkene zich zal verbinden aan behandeling bij de FPK te Assen. Het openbaar ministerie is bevoegd om opnieuw een vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege in te dienen. Beslissing: Het hof: Vernietigt de beslissing van de rechtbank te Assen van 8 april 2005 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde. Wijst af de vordering van de officier van justitie. Aldus gedaan door mr Verheugt als voorzitter, mrs Vegter en Dik als raadsheren, en drs Boon en drs Harmsen als raden, in tegenwoordigheid van mr Van Ek als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 25 juli 2005. Mr Verheugt en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.