Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AX2330

Datum uitspraak2006-05-18
Datum gepubliceerd2006-05-22
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Groningen
Zaaknummers18/670036-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

Een manisch depressieve man is veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf onder meer wegens 2 gevallen van belaging. In het geval van zijn ex-vrouw hebben daarbij tegen haar gerichte acties plaatsgehad gedurende 21 dagen, en bij een andere vriendin besloeg de belagingperiode 4 dagen. De rechtbank heeft ondanks de duur van deze periodes de bewezenverklaarde acties tegen de 2 vrouwen als belaging gekwalificeerd nu de duur van de acties niet de enige factor zijn die de aanname van het onderdeel stelselmatig uit de delictomschrijving bepalen, doch ook de frequentie en de intensiteit. Deze laatsten waren van dien aard dat de factoren in onderlinge samenhang beziend sprake is geweest van belaging.


Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN Sector Strafrecht parketnummer: 670036-06 datum uitspraak: 18 mei 2006 op tegenspraak raadsman: mr. De Kruijff vonnis van de rechtbank te Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen: [verdachte] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], wonende te [ adres], thans preventief gedetineerd in P.I. Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 4 mei 2006. Tenlastelegging Aan de verdachte is ten laste gelegd: dat 1. hij in of omstreeks de periode van 15 januari 2006 tot en met 18 januari 2006, in de gemeente Hoogezand-Sappemeer, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1], in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft/is verdachte in genoemde periode -meermalen, althans eenmaal, met een auto met een kapotte uitlaat en/of met de muziekinstallatie hard aan en/of met veel optrekken en/of remmen door de straat van genoemde [slachtoffer 1] gereden en/of zich met een auto met de radio hard aan en/of toeterend voor de deur, althans in de buurt van, de woning van genoemde [slachtoffer 1] opgehouden en/of -meermalen, althans eenmaal, met veel lawaai voorbij/langs de woning van genoemde [slachtoffer 1] gereden en/of -met een auto op die [slachtoffer] afgereden en/of die [slachtoffer 1] klemgereden en/of -meermalen, althans eenmaal, tegen de/een (toegangs)deur van/tot de woning van die [slachtoffer 1] geschopt en/of gebonkt en/of -een ruit van de woning van aangever [slachtoffer 1] ingegooid en/of -op die [slachtoffer 1] afgelopen of afgerend en/of (vervolgens) die [slachtoffer] achternagelopen en/of gevolgd tot in/bij een winkel (van de Mitra) en/of -die [slachtoffer 1] in een winkelcentrum aangesproken en/of, terwijl verdachte ineens achter, althans in de buurt van, die [slachtoffer] liep, toegevoegd het woord: "Boe"; 2. hij in of omstreeks de periode van 29 december 2005 tot en met 18 januari 2006, in de gemeente Hoogezand-Sappemeer en/of in de gemeente Tynaarlo, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 2], in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer 2], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft/is verdachte in genoemde periode -zich in de winkel waar genoemde [slachtoffer 2] werkt opgehouden en/of -zich op 30 december 2005 nabij de woning van die [slachtoffer 2] opgehouden en/of -meermalen, althans eenmaal, (een) brief/brieven, althans (een) schriftelijk stuk(ken), en/of eenmaal een folder bij die [slachtoffer 2] in de bus gedaan en/of -op 4 januari 2006 in de woning van die [slachtoffer 2] geweest en/of aldaar (een) vernieling(en) aangericht en/of -veelvuldig, althans meermalen, die [slachtoffer 2] gebeld; 3. hij op of omstreeks 18 januari 2006, te Foxhol, gemeente Hoogezand-Sappemeer, opzettelijk en wederrechtelijk een auto, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt. Overwegingen met betrekking tot het bewijs Door de raadsman is ter zitting ten aanzien van de feiten 1 en 2 aangevoerd dat er geen sprake is geweest van stelselmatig handelen nu verdachte de handelingen slechts gedurende een zeer korte periode heeft verricht. De rechtbank overweegt hieromtrent het navolgende. Bij het bestanddeel "stelselmatig" spelen de factoren duur, intensiteit en frequentie van de gedragingen, in combinatie, een rol. De wetgever heeft uitdrukkelijk geen minimale duur van de activiteiten willen vastleggen, doch dit overgelaten aan de beoordeling, in combinatie met de andere factoren, in het concrete geval. In de onderhavige gevallen - te weten de feiten 1 en 2 - heeft verdachte de slachtoffers gedurende 4 dagen respectievelijk 21 dagen - opzettelijk, in het eerste geval dagelijks - en daarbij soms meermalen per dag - en met een hoge intensiteit lastig gevallen, waardoor deze slachtoffers in hun persoonlijke vrijheid zijn beperkt. Door op deze wijze te handelen heeft verdachte de slachtoffers wel degelijk vrees aangejaagd en/of gedwongen iets te doen. De rechtbank is dan ook, in tegenstelling tot hetgeen door de raadsman is betoogd, van oordeel dat er sprake is geweest van stelselmatig handelen in de zin van artikel 282a van Wetboek van Strafrecht. Bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 1. hij in de periode van 15 januari 2006 tot en met 18 januari 2006, in de gemeente Hoogezand-Sappemeer, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1], met het oogmerk die [slachtoffer 1] vrees aan te jagen, immers heeft/is verdachte in genoemde periode -meermalen met een auto met een kapotte uitlaat en met de muziekinstallatie hard aan en met veel optrekken en remmen door de straat van genoemde [slachtoffer 1] gereden en zich met een auto met de radio hard aan en toeterend voor de deur van de woning van genoemde [slachtoffer 1] opgehouden en -met een auto op die [slachtoffer 1] afgereden en/of die [slachtoffer 1] klemgereden en -meermalen tegen de toegangsdeur van de woning van die [slachtoffer 1] geschopt en -een ruit van de woning van aangever [slachtoffer 1] ingegooid en -op die [slachtoffer 1] afgelopen en vervolgens die [slachtoffer] achternagelopen en gevolgd tot in een winkel (van de Mitra) en -die [slachtoffer 1] in een winkelcentrum aangesproken en terwijl verdachte ineens achter die [slachtoffer 1] liep, toegevoegd het woord: "Boe"; 2. hij in de periode van 29 december 2005 tot en met 18 januari 2006, in de gemeente Hoogezand-Sappemeer en in de gemeente Tynaarlo wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 2], met het oogmerk die [slachtoffer 2], te dwingen iets te doen en vrees aan te jagen, immers heeft/is verdachte in genoemde periode -zich in de winkel waar genoemde [slachtoffer 2] werkt opgehouden en -zich op 30 december 2005 nabij de woning van die [slachtoffer 2] opgehouden en -meermalen brieven en eenmaal een folder bij die [slachtoffer 2] in de bus gedaan en -op 4 januari 2006 in de woning van die [slachtoffer 2] geweest en aldaar vernielingen aangericht en -veelvuldig die [slachtoffer 2] gebeld; 3. hij op 18 januari 2006, te Foxhol, gemeente Hoogezand-Sappemeer, opzettelijk en wederrechtelijk een auto toebehorende aan [slachtoffer 3] heeft beschadigd. De rechtbank acht niet bewezen hetgeen onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken. Kwalificatie Hetgeen de rechtbank als bewezen heeft aangenomen levert de volgende strafbare feiten op: 1. Belaging; 2. Belaging; 3. Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat aan een ander toebehoort beschadigen. Strafbaarheid van de verdachte Ten aanzien van de strafbaarheid van de verdachte heeft de rechtbank gelet op de psychiatrische onderzoeksrapportage d.d. 21 april 2006, opgemaakt door E. Reinink, gz-psycholoog en psychiatrische onderzoeksrapportage d.d. 15 april 2006, opgemaakt door R.Vriesema, psychiater. De conclusie van deze rapporten luidt, zakelijk weergegeven, dat het ten laste gelegde en bewezen verklaarde aan verdachte slechts in licht verminderde mate kan worden toegerekend. De rechtbank kan zich met deze conclusie verenigen en neemt deze over. De rechtbank acht verdachte derhalve strafbaar, nu ten opzichte van verdachte ook overigens geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht. Motivering straf Bij de bepaling van de straf, die aan de verdachte zal worden opgelegd, heeft de rechtbank rekening gehouden met: a) - de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan; - de vordering van de officier van justitie te weten 12 maanden gevangenisstraf waarvan 219 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met daaraan gekoppeld een verplicht reclasseringscontact en behandeling in/via Dennenoord indien en voorzover de reclassering dat nodig oordeelt; b) - de persoon van de verdachte zoals naar voren is gekomen uit: - het onderzoek op de terechtzitting d.d. 4 mei 2006; - de inhoud van een uittreksel uit het algemeen documentatieregister omtrent verdachte d.d. 20 januari 2006. Hieruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld wegens het plegen van soortgelijke feiten; - de door Takkenkamp op 23 januari 2006 en 2 februari 2006 opgemaakte rapporten; - de psychiatrische onderzoeksrapportage d.d. 21 april 2006, opgemaakt door E. Reinink, gz-psycholoog; - de psychiatrische onderzoeksrapportage d.d. 15 april 2006, opgemaakt door R.Vriesema, psychiater; - het over de verdachte door de Stichting Reclassering Nederland te Groningen uitgebrachte voorlichtingsrapport d.d. 2 mei 2006; c) - de omstandigheid dat de verdachte, zoals deze ter terechtzitting heeft erkend, zich behalve aan het bewezen en strafbaar verklaarde, ook nog heeft schuldig gemaakt aan het plegen van 5 andere strafbare feiten hetgeen blijkt uit het dossier met parketnummer 670036-06 en welke feiten ter kennisneming aan de rechtbank zijn voorgelegd naast hetgeen in de tenlastelegging staat vermeld. De officier van justitie heeft verdachte door middel van een in de dagvaarding gedane mededeling ervan op de hoogte gesteld dat deze feiten eveneens aan de rechtbank zouden worden voorgelegd. Vrijheidsstraf De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte de slachtoffers op een bijzonder hinderlijke manier heeft belaagd. Door de aaneenschakeling van gedragingen van verdachte, waarvan sommige op zichzelf al als bedreigend kunnen worden ervaren en ook strafbaar handelen opleveren, heeft verdachte inbreuk gemaakt op de integriteit van het slachtoffer en angst bij hen veroorzaakt. Uit de rapportages komt naar voren dat verdachte een man is met een bipolaire stemmingsstoornis en narcistische persoonlijkheidstrekken waarbij het niet de verwachting is dat hij zich voortaan in de maatschappij niet meer aan verstoring van de openbare orde zal schuldig maken. De psychopathologie van verdachte zal niet spontaan verdwijnen en derhalve is behandeling noodzakelijk. De rechtbank zal daarom een deel van de straf voorwaardelijk opleggen met daaraan gekoppeld als bijzondere voorwaarde een verplicht reclasseringscontact, waarbij de voorschriften en aanwijzingen van de reclassering ook kunnen inhouden dat verdachte zich voor zijn psychische problemen, al dan niet klinisch, moet laten behandelen. Vordering van de benadeelde partij feit 2 Als benadeelde partij heeft zich voor de terechtzitting schriftelijk in het strafproces gevoegd [slachtoffer 1], [adres slachtoffer 1]. Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van EUR 933,99. De vordering kan derhalve tot dat bedrag worden toegewezen. Dit betreft de (materiële) posten beeldscherm flatscreen, telefoon en reparatiekosten muur. Voorts heeft de rechtbank de immateriële kosten ex aequo et bono vastgesteld op EUR 500,00. Ten aanzien van de post "eigen bijdrage schade aan de auto" is naar het oordeel van de rechtbank aan de benadeelde partij niet rechtstreeks schade toegebracht door het bewezen verklaarde feit. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij in dit deel van haar vordering niet-ontvankelijk is. Schadevergoedingsmaatregel De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen voornoemd geldbedrag ten behoeve van de benadeelde partij aan de staat te betalen. De rechtbank heeft daartoe besloten omdat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht en het belang van het slachtoffer ermee is gediend niet zelf te worden belast met het innen van de toegewezen schadevergoeding. Vordering van de benadeelde partij feit 3 Als benadeelde partij heeft zich voor de terechtzitting schriftelijk in het strafproces gevoegd [slachtoffer 3], [adres slachtoffer 3]. Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van EUR 1000,00 te weten de door de verdediging gestelde dagwaarde van de auto. De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen bij wijze van voorschot. De rechtbank zal bepalen dat de benadeelde partij in het overige deel van haar vordering niet-ontvankelijk is en dat dit deel van deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. Schadevergoedingsmaatregel De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen voornoemd geldbedrag ten behoeve van de benadeelde partij aan de staat te betalen. De rechtbank heeft daartoe besloten omdat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht en het belang van het slachtoffer ermee is gediend niet zelf te worden belast met het innen van de toegewezen schadevergoeding. Toepasselijke wettelijke voorschriften De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36f, 57, 285b en 350 van het Wetboek van Strafrecht. Beslissing De rechtbank: Verklaart het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hierboven is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezenverklaarde strafbaar. Verklaart de verdachte voor het bewezenverklaarde strafbaar. Verklaart het onder 1, 2 en 3 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt de verdachte daarvan vrij. Veroordeelt de verdachte voor het bewezen en strafbaar verklaarde tot: een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen. Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd, die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht tenzij die tijd op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht. Bepaalt dat van deze straf een gedeelte, groot 39 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast omdat de veroordeelde zich voor het einde van de op twee jaren gestelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Bepaalt dat de tenuitvoerlegging óók kan worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet naleeft. Stelt als bijzondere voorwaarde: - de veroordeelde zal zich gedurende de proeftijd gedragen naar voorschriften en aanwijzingen te geven door of namens Reclassering Nederland te Groningen, zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt. Draagt deze instelling op om de veroordeelde hulp en steun te verlenen bij de naleving van de bijzondere voorwaarde. De hiervoor bedoelde voorschriften en aanwijzingen kunnen ook inhouden dat de veroordeelde zich voor zijn psychische problemen - al dan niet klinisch - zal laten behandelen op Beukenrode, FPA Zuidlaren danwel een soortgelijke instelling en aldaar zal verblijven zolang de leiding van de instelling dat noodzakelijk acht. Heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van 8 juni 2006. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1], [adres slachtoffer 1], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van EUR 933,99. Verklaart de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk. Bepaalt dat de benadeelde partij dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil. Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van EUR 933,99 ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] [adres slachtoffer 1] bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 18 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van EUR 933,99 ten behoeve van het slachtoffer, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3],[adres slachtoffer 3], toe tot een bedrag van EUR1000,00 en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van dit bedrag bij wijze van voorschot. Verklaart de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk. Bepaalt dat de benadeelde partij dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil. Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van EUR 1000,00 ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3][adres slachtoffer 3], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 20 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van EUR 1000,00 ten behoeve van het slachtoffer, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat. Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. Holsink, voorzitter, Kocken en Van der Lugt, in tegenwoordigheid van mr. De Jong als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 mei 2006. Mr. Van der Lugt was buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.