Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AX4531

Datum uitspraak2006-05-22
Datum gepubliceerd2006-05-31
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers10.000421-04
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die zich bezighield met grootschalige sigarettensmokkel gedurende langere tijd. Om de sigaretten aan het oog van de douane te onttrekken werd tijdens transporten gebruik gemaakt van zogenaamde dekladingen. De bewezenverklaarde feiten hebben als resultaat gehad dat voor zeer grote bedragen aan accijns is ontdoken. Door het niet betalen van de accijns op bedoelde sigaretten is de Nederlandse staat benadeeld voor een groot bedrag. Verdachte heeft in de criminele organisatie een belangrijke faciliterende en bemiddelende rol vervuld, onder andere door gebruik te maken van het bedrijf [medeverdachte ] waar verdachte als hoofd van de administratie, met verregaande bevoegdheden, werkzaam was. Hij was degene die door middel van leaseconstructies vrachtwagencombinaties aan de organisatie ter beschikking stelde, de kern van de criminele organisatie in contact bracht met transporteurs, de criminele organisatie de benodigde informatie verschafte en crimineel verkregen vermogen heeft witgewassen. artikelen 140, 420bis Sr 5 Wet op de accijns


Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM Zittinghoudende te Zutphen Meervoudige kamer voor strafzaken Uitspraak d.d.: 22 mei 2006 tegenspraak VERKORT VONNIS in de zaak tegen: [verdachte] geboren op [geboortedatum] te [plaats], wonende te [postcode, plaats en adres]. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 12 oktober 2005 en 9 mei 2006. De tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: 1. hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2000 tot en met 5 januari 2005, in de gemeente(n) Hengelo en/of Amsterdam en/of Rotterdam en/of Nuth en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk een of meer accijnsgoederen, te weten (zeer grote aantallen) sigaretten, (genoemd in na te melden zakendossiers), voorhanden heeft gehad en/of voorhanden heeft doen hebben, die (telkens) niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken: -zaak 3.2 Griekenland-Nederland (pontons) en/of -zaak 3.3.0 Italië (historie), met de onderliggende nummers 3.3.1, 3.3.3 en 3.3.4, en/of -zaak 3.4 Amsterdam en/of -zaak 3.5 Felixstowe en/of -zaak 3.6. Triëst in relatie tot Oostende (3.6.2), Immingham (3.6.3) en Spijkenisse (3.6.4) en/of -zaak 3.7 Triëst (in beslagname sigaretten Rotterdam) en/of -zaak 3.10 Nederland-Engeland; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat de besloten vennootschap [naam BV 8] in of omstreeks de periode van 1 januari 2000 tot en met 5 januari 2005, in de gemeente(n) Hengelo en/of Amsterdam en/of Rotterdam en/of Nuth en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk een of meer accijnsgoederen, te weten (zeer grote aantallen) sigaretten, (genoemd in na te melden zakendossiers), voorhanden heeft gehad en/of voorhanden heeft doen hebben, die (telkens) niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken: -zaak 3.2 Griekenland-Nederland (pontons) en/of -zaak 3.3.0 Italië (historie), met de onderliggende nummers 3.3.1, 3.3.3 en 3.3.4, en/of -zaak 3.4 Amsterdam en/of -zaak 3.5 Felixstowe en/of -zaak 3.6. Triëst in relatie tot Oostende (3.6.2), Immingham (3.6.3) en Spijkenisse (3.6.4) en/of -zaak 3.7 Triëst (in beslagname sigaretten Rotterdam) en/of -zaak 3.10 Nederland-Engeland, zulks terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) tot dat/die strafbare feit(en) opdracht heeft gegeven en/of (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven aan die verboden gedraging(en); althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat [medeverdachte A] en [medeverdachte C] en [persoon B] en een of meer anderen, in of omstreeks de periode van 1 januari 2000 tot en met 5 januari 2005, in de gemeente(n) Amsterdam en/of Rotterdam en/of Nuth en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging, althans één hunner alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk een of meer accijnsgoederen, te weten (zeer grote aantallen) sigaretten, (genoemd in na te melden zakendossiers), voorhanden hebben/heeft gehad en/of voorhanden hebben/heeft doen hebben, die (telkens) niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken: -zaak 3.2 Griekenland-Nederland (pontons) en/of -zaak 3.3.0 Italië (historie), met de onderliggende nummers 3.3.1, 3.3.3 en 3.3.4, en/of -zaak 3.4 Amsterdam en/of -zaak 3.5 Felixstowe en/of -zaak 3.6. Triëst in relatie tot Oostende (3.6.2), Immingham (3.6.3) en Spijkenisse (3.6.4) en/of -zaak 3.7 Triëst (in beslagname sigaretten Rotterdam) en/of -zaak 3.10 Nederland-Engeland, bij en/of tot het plegen van welk(e) bovengenoemde misdrijf/misdrijven hij, verdachte, op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2000 tot en met 5 januari 2005, in de gemeente Hengelo en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest en/of (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door op laatst vermelde tijd en plaats (telkens) opzettelijk daartoe -ontmoetingen dan wel besprekingen te regelen voor genoemde [medeverdachte A] en/of die [medeverdachte C] en/of die [persoon B] en/of die andere(n) met een of meer andere betrokkenen (transporteurs), althans personen, en/of daartoe ontmoetingsruimte beschikbaar te stellen en/of -genoemde [medeverdachte A] en/of die [medeverdachte C] en/of die [persoon B] die andere(n) in contact te brengen met een of meer transporteurs voor het vervoer van die sigaretten of een deel daarvan dan wel van de voorwerpen waarin die sigaretten waren verstopt en/of -een of meer vervoermiddelen (een of meer vrachtauto's en/of opleggers en/of personenauto's en/of chassis'en/of ruimten) te regelen en/of beschikbaar te stellen, ten behoeve van het vervoer en/of de opslag van die sigaretten of een deel daarvan dan wel van de voorwerpen waarin die sigaretten waren verstopt en/of -betalingen en/of afdrachten en/of stortingen in geld te doen in opdracht van dan wel namens genoemde [medeverdachte A] en/of die [medeverdachte C] en/of die [persoon B] en/of die andere(n); althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat [medeverdachte A] en [medeverdachte C] en [persoon B] en een of meer anderen, in of omstreeks de periode van 1 januari 2000 tot en met 5 januari 2005, in de gemeente(n) Amsterdam en/of Rotterdam en/of Nuth en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging, althans één hunner alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk een of meer accijnsgoederen, te weten (zeer grote aantallen) sigaretten, (genoemd in na te melden zakendossiers), voorhanden hebben/heeft gehad en/of voorhanden hebben/heeft doen hebben, die (telkens) niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken: -zaak 3.2 Griekenland-Nederland (pontons) en/of -zaak 3.3.0 Italië (historie), met de onderliggende nummers 3.3.1, 3.3.3 en 3.3.4, en/of -zaak 3.4 Amsterdam en/of -zaak 3.5 Felixstowe en/of -zaak 3.6. Triëst in relatie tot Oostende (3.6.2), Immingham (3.6.3) en Spijkenisse (3.6.4) en/of -zaak 3.7 Triëst (in beslagname sigaretten Rotterdam) en/of -zaak 3.10 Nederland-Engeland, bij en/of tot het plegen van welk(e) bovengenoemd misdrijf/misdrijven de besloten vennootschap [naam BV 8] op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2000 tot en met 5 januari 2005, in de gemeente Hengelo en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest en/of (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door op laatst vermelde tijd en plaats (telkens) opzettelijk daartoe -ontmoetingen dan wel besprekingen te regelen voor genoemde [medeverdachte A] en/of die [medeverdachte C] en/of die [persoon B] en/of die ander(n) met een of meer andere betrokkenen (transporteurs), althans personen, en/of daartoe ontmoetingsruimte beschikbaar te stellen en/of -genoemde [medeverdachte A] en/of die [medeverdachte C] en/of die [persoon B] en/of die andere(n) in contact te brengen met een of meer transporteurs voor het vervoer van die sigaretten of een deel daarvan dan wel van de voorwerpen waarin die sigaretten waren verstopt en/of -een of meer vervoermiddelen (een of meer vrachtauto's en/of opleggers en/of personenauto's en/of chassis' en/of ruimten) te regelen en/of beschikbaar te stellen, ten behoeve van het vervoer en de opslag van die sigaretten of een deel daarvan dan wel van de voorwerpen waarin die sigaretten waren verstopt en/of -betalingen en/of afdrachten en/of stortingen in geld te doen in opdracht van dan wel namens genoemde [medeverdachte A] en/of die [medeverdachte C] en/of die [persoon B] en/of die andere(n), zulks terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) tot dat/die (door genoemde rechtspersoon gepleegde) strafbare feit(en) opdracht heeft gegeven en/of (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven aan die verboden gedraging(en); 2. hij in of omstreeks de periode van 14 december 2001 tot en met 5 januari 2005, in de gemeente Hengelo en/of elders in Nederland en/of elders in Europa, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een hoeveelheid of hoeveelheden geld heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt [voor de aanschaf van een of meer personen- en/of vrachtauto's (-o.a.- een geldbedrag van 94.000,- à 95.000,- Euro of daaromtrent in of omstreeks het eerste kwartaal van 2003, althans in voormelde periode, en/of een geldbedrag van 20.000,- Euro of daaromtrent, begin 2004, althans in voormelde periode), voor het huren van een of meer opslagruimten en/of ten behoeve van het oprichten van een of meer rechtspersonen en/of nog andere vormen van gebruik maken], terwijl hij, verdachte, en/of verdachtes mededader(s) (telkens) wist(en), althans (telkens) redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat genoemd geld -onmiddellijk of middellijk- afkomstig was uit enig misdrijf; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat de besloten vennootschap [naam BV 8] in of omstreeks de periode van 14 december 2001 tot en met 5 januari 2005, in de gemeente Hengelo en/of elders in Nederland en/of elders in Europa, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een hoeveelheid of hoeveelheden geld heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt [voor de aanschaf van een of meer personen- en/of vrachtauto's (-o.a.- een geldbedrag van 94.000,- à 95.000,- Euro of daaromtrent in of omstreeks het eerste kwartaal van 2003, althans in voormelde periode, en/of een geldbedrag van 20.000,- Euro of daaromtrent, begin 2004, althans in voormelde periode), voor het huren van een of meer opslagruimten en/of ten behoeve van het oprichten van een of meer rechtspersonen en/of nog andere vormen van gebruik maken], terwijl die besloten vennootschap [naam BV 8] en/of haar mededader(s) (telkens) wist(en), althans (telkens) redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat genoemd geld -onmiddellijk of middellijk- afkomstig was uit enig misdrijf, zulks terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) tot dat/die strafbare feit(en) opdracht heeft gegeven en/of (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven aan die verboden gedraging(en); 3. hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2000 tot en met 5 januari 2005, in Nederland en/of elders in Europa, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, heeft deelgenomen aan een organisatie, waarvan, behalve verdachte, [medeverdachte A] en/of [medeverdachte C] en/of [persoon B] en/of [medeverdachte D] en/of [diverse personen en bedrijven] en/of een of meer anderen deel uitmaakten, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten -het voorhanden hebben en/of doen hebben en/of overdragen en/of doen overdragen van wapens en/of munitie van de categorieën II en/of III van de Wet wapens en munitie en/of -het opzettelijk voorhanden hebben van accijnsgoederen die (telkens) niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken en/of -het witwassen van voorwerpen afkomstig van enig misdrijf en/of -het plegen van heling dan wel schuldheling zulks terwijl hij, verdachte, al dan niet tezamen met een of meer anderen, oprichter, leider en/of bestuurder van die organisatie was; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat de besloten vennootschap [naam BV 8] in of omstreeks de periode van 1 januari 2000 tot en met 5 januari 2005, in Nederland en/of elders in Europa, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, heeft deelgenomen aan een organisatie, waarvan, behalve verdachte, [medeverdachte A] en/of [medeverdachte C] en/of [persoon B] en/of [medeverdachte D] en/of [diverse personen en bedrijven] en/of een of meer anderen deel uitmaakten, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten -het voorhanden hebben en/of doen hebben en/of overdragen en/of doen overdragen van wapens en/of munitie van de categorieën II en/of III van de Wet wapens en munitie en/of -het opzettelijk voorhanden hebben van accijnsgoederen die (telkens) niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken en/of -het witwassen van voorwerpen afkomstig van enig misdrijf en/of -het plegen van heling dan wel schuldheling zulks terwijl de besloten vennootschap [naam BV 8] al dan niet tezamen met een of meer anderen, oprichter, leider en/of bestuurder van die organisatie was en zulks terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) tot dat/die strafbare feit(en) opdracht heeft gegeven en/of (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven aan die verboden gedraging(en). Nietigheidsverweer feit 1 Door de raadsman is betoogd dat het onder 1 ten laste gelegde onvoldoende feitelijk is omschreven, hetgeen partiële nietigheid van de dagvaarding oplevert. De rechtbank verwerpt dit verweer. Zij overweegt daartoe dat met de verwijzing naar de onderliggende zaaksdossiers de tenlastelegging voldoende feitelijk is en overigens niet is gebleken dat verdachte en zijn raadsman niet wisten waar de tenlastelegging over ging. Vrijspraak Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 1 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt dienaangaande, dat naar haar oordeel onvoldoende bewijsmateriaal voorhanden is om te kunnen spreken van medeplegen. Bewezenverklaring Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 meer subsidiair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 1. [medeverdachte A] en [medeverdachte C] en anderen, in de periode van 1 januari 2000 tot en met 5 januari 2005, in de gemeenten Rotterdam en Nuth en elders in Nederland, tezamen en in vereniging, meermalen telkens opzettelijk accijnsgoederen, te weten zeer grote aantallen sigaretten, genoemd in na te melden zakendossiers, voorhanden hebben gehad, die telkens niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken: -zaak 3.2 Griekenland-Nederland (pontons) en -zaak 3.3.0 Italië (historie), met de onderliggend nummer 3.3.1 en -zaak 3.6. Triëst in relatie tot Oostende (3.6.2), Immingham (3.6.3) en Spijkenisse (3.6.4) en -zaak 3.10 Nederland-Engeland, bij en tot het plegen van welke)bovengenoemde misdrijven hij, verdachte, op tijdstippen in de periode van 1 januari 2000 tot en met 5 januari 2005, in de gemeente Hengelo en/of elders in Nederland, telkens opzettelijk behulpzaam is geweest en telkens opzettelijk gelegenheid, middelen en inlichtingen heeft verschaft door telkens opzettelijk daartoe -ontmoetingen dan wel besprekingen te regelen voor genoemde [medeverdachte A] en die [medeverdachte C] en met andere betrokkenen (transporteurs), en -genoemde [medeverdachte A] en die [medeverdachte C] en die anderen in contact te brengen met transporteurs voor het vervoer van die sigaretten en -vervoermiddelen (vrachtauto's en opleggers en chassis'en) te regelen en beschikbaar te stellen, ten behoeve van het vervoer van die sigaretten en -betalingen en afdrachten en stortingen in geld te doen in opdracht van dan wel namens genoemde [medeverdachte A] en die [medeverdachte C]; 2. hij in de periode van 14 december 2001 tot en met 5 januari 2005, in de gemeente Hengelo en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens een hoeveelheid geld heeft verworven en voorhanden heeft gehad en omgezet en daarvan gebruik heeft gemaakt [voor de aanschaf van personen- en/of vrachtauto's (-o.a.- een geldbedrag van 94.000,- à 95.000,- Euro of daaromtrent in het eerste kwartaal van 2003, en een geldbedrag van 20.000,- Euro of daaromtrent, begin 2004), voor het huren van een of meer opslagruimten en ten behoeve van het oprichten van een of meer rechtspersonen], terwijl hij, verdachte, en verdachtes mededaders telkens wisten dat genoemd geld -onmiddellijk of middellijk- afkomstig was uit enig misdrijf; 3. hij in de periode van 1 januari 2000 tot en met 5 januari 2005, in Nederland en elders in Europa, heeft deelgenomen aan een organisatie, waarvan, behalve verdachte, [medeverdachte A] en/of [medeverdachte C] en/of [medeverdachte D] en/of [diverse personen en bedrijven] en/of anderen deel uitmaakten, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten: -het opzettelijk voorhanden hebben van accijnsgoederen die telkens niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken en -het witwassen van voorwerpen afkomstig van enig misdrijf. Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte be-hoort daarvan te worden vrijgesproken. Bewijsoverweging - Ter zake het onder 1, het tweede liggende streepje (zaak 3.3.1) bewezenverklaarde overweegt de rechtbank dat de bewezenverklaring betrekking heeft op sigaretten die in Nederland zijn geweest en niet op sigaretten die vanuit Italië naar Nederland zouden worden vervoerd die door de Italiaanse autoriteiten zijn onderschept, en waar dus geen sprake was van voorhanden hebben in Nederland en derhalve geen accijnsplicht bestond op grond van de Wet op de accijns, zodat voor dat deel geen sprake is van overtreding van artikel 5 van de Wet op de accijns. - Aangaande verdachtes handelen ter zake het bewezenverklaarde overweegt de rechtbank dat [verdachte], na aanvankelijke vermoedens, later volledig op de hoogte was van criminele activiteiten van de criminele organisatie en bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de verboden gedragingen zich zouden voordoen en deze aldus opzettelijk bevorderde. - Met betrekking tot het voorhanden hebben van de gesmokkelde sigaretten overweegt de rechtbank, dat anderen dan verdachte beschikkingsmacht over de sigaretten hadden en dat de medeplichtigheid van verdachte daaraan, bewezen is verklaard. - Ten aanzien van de criminele organisatie overweegt de rechtbank dat uit de gebezigde bewijsmiddelen blijkt dat verdachte behoorde tot een samenwerkingsverband en een aandeel heeft gehad in, dan wel ondersteunde, gedragingen die strekten tot of rechtstreeks verband hielden met de verwezenlijking van het in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht bedoelde oogmerk. Het ging om een gestructureerd samenwerkingsverband met een bepaalde organisatiegraad dat bestond uit een tweetal leiders, facilitaire dienstverleners, transporteurs en chauffeurs. Binnen dit samenwerkingsverband was sprake van gemeenschappelijke regels en bestond er een gemeenschappelijke doelstelling, waardoor op de individuele leden druk kon worden uitgeoefend zich aan de regels te houden. Gezien de lange periode waarin het samenwerkingsverband in wisselende samenstellingen doch steeds met dezelfde harde kern heeft gehandeld, kan worden gesproken van een duurzame organisatie. Het namens verdachte op dit punt gevoerde verweer wordt verworpen. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezene levert op de misdrijven: - Feit 1 meer subsidiair: Medeplichtigheid aan opzettelijk overtreden van een in artikel 5 van de Wet op de accijns opgenomen verbod, meermalen gepleegd; - Feit 2 primair: Medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd; - Feit 3 primair: deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Strafbaarheid van de verdachte Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aanne-melijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Oplegging van straf en/of maatregel De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van voorarrest. De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen-verklaarde en de omstandigheden waar-onder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen – en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een deels onvoorwaardelijke vrijheidstraf van na te melden duur leiden – dat verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die zich bezighield met grootschalige sigarettensmokkel gedurende langere tijd. Om de sigaretten aan het oog van de douane te onttrekken werd tijdens transporten gebruik gemaakt van zogenaamde dekladingen. Een sigarettensmokkel met de omvang waarvan hier sprake is verstoort de reguliere markt voor sigaretten in de EU en werkt bovendien ontwrichtend op het systeem van een gemeenschappelijke economische ordening die in Europees verband wordt nagestreefd. De bewezenverklaarde feiten hebben als resultaat gehad dat voor zeer grote bedragen aan accijns is ontdoken, alsmede dat bonafide bedrijven, die wel aan de accijnsrechtelijke verplichtingen voldoen, oneerlijke concurrentie is aangedaan. Ook is het in Europese landen gevoerde beleid om door hoge prijzen het gebruik van sigaretten te ontmoedigen teneinde de schadelijke gevolgen daarvan voor de volksgezondheid te beperken, gefrustreerd. Door het niet betalen van de accijns op bedoelde sigaretten is de Nederlandse staat benadeeld voor een groot bedrag. Verdachte heeft in de criminele organisatie een belangrijke faciliterende en bemiddelende rol vervuld, onder andere door gebruik te maken van het bedrijf [naam BV 8] waar verdachte als hoofd van de administratie, met verregaande bevoegdheden, werkzaam was. Hij was degene die door middel van leaseconstructies vrachtwagencombinaties aan de organisatie ter beschikking stelde, de kern van de criminele organisatie in contact bracht met transporteurs, de criminele organisatie de benodigde informatie verschafte en crimineel verkregen vermogen heeft witgewassen. De rechtbank heeft bij de strafoplegging voorts rekening gehouden met de rol die verdachte in de criminele organisatie heeft gespeeld en de duur daarvan, het aantal bewezenverklaarde transporten en de omvang daarvan en de overige hierboven omschreven werkzaamheden. Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank tevens betrokken dat verdachte geen documentatie heeft. Een strafoplegging als na te melden acht de rechtbank derhalve passend en geboden, waarbij de rechtbank er rekening mee heeft gehouden dat niet alle (onderdelen van) feiten bewezen zijn geacht, alsmede dat ter zake feit 1 de variant van medeplichtigheid bewezen is verklaard. De rechtbank acht naast een onvoorwaardelijke vrijheidstraf een voorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. In beslag genomen voorwerpen Het in beslag genomen en nog niet teruggegeven geldbedrag ten bedrage van € 835,-- , volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een geldbedrag betreft met betrekking waartoe het bewezenverklaarde is begaan. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte. Toepasselijke wetsartikelen De oplegging van straf is gegrond op de artikelen: - 10, 14a, 14b, 14c, 27, 33, 33a, 47, 57, 91, 140 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht; - 5 en 97 van de Wet op de accijns. Beslissing De rechtbank beslist als volgt. Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1 primair en 1 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 meer subsidiair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt de verdachte voor het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren. Bepaalt, dat de gevangenisstraf een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 1 (een) jaar, niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde vrijheidsstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Verklaart verbeurd het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven geldbedrag ten bedrag van € 835,--. Aldus gewezen door mr. De Bie, voorzitter, mrs. Borgerhoff Mulder en Elders, rechters, in tegenwoordigheid van Wiering, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 mei 2006.