Jurisprudentie
AX6559
Datum uitspraak2006-06-02
Datum gepubliceerd2006-06-02
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/920006-04
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2006-06-02
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/920006-04
Statusgepubliceerd
Indicatie
De rechtbank Zutphen heeft bij vonnis van heden de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar. De rechtbank acht bewezen dat verdachte leiding heeft gegeven aan oplichting door een aantal rechtspersonen van hem ten nadele van personen die meenden te hebben belegd in tropisch hardhout en onroerend goed.
Uitspraak
RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/920006-04
Uitspraak d.d.: 2 juni 2006
tegenspraak / dip / onip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode, woonplaats], [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 mei 2006.
Ter terechtzitting gegeven beslissingen
De rechtbank heeft op een ter terechtzitting van 20 juli 2005 door en namens verdachte gedaan verzoek om opheffing van zijn voorlopige hechtenis afwijzend beslist en verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om schorsing van de voorlopige hechtenis.
Ter terechtzitting van 12 oktober 2005 heeft de raadsman van verdachte wederom om opheffing dan wel schorsing van de voorlopige hechtenis verzocht. Door de rechtbank is daarop afwijzend beslist.
Ter terechtzitting gegeven voornemen ovj ontnemingsvordering
Ter terechtzitting heeft de officier van justitie conform artikel 311, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering kenbaar gemaakt dat hij voornemens is om na afronding van het strafrechtelijk financieel onderzoek een ontnemingsvordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken.
Tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzittingen van 20 juli 2005 en 19 mei 2006 is gewijzigd, is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1.
United Green N.V. en/of GTP Nederland BV en/of P.K. Holding B.V. en/of Real
Economy B.V., in elk geval een rechtspersoon,
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 juli 2001 tot en
met 31 januari 2005 in de gemeente(n) Winterswijk en/of Groenlo en/of Delft
en/of Almere, en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het
aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige
kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
een of meer van de hieronder genoemde perso(o)n(en), en/of een of meer
(andere) perso(o)n(en) (hierna te noemen "beleggers") ,
heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een hieronder genoemde hoeveelheid
geld, althans een geldbedrag en in elk geval van enig goed en/of tot het ter
beschikking stellen van gegevens met geldswaarde in het handelsverkeer en/of
tot het aangaan van een schuld en/of tot het teniet doen van een inschuld,
hierin bestaande dat United Green N.V. en/of GTP Nederland BV en/of P.K.
Holding B.V.en/of Real Economy B.V., in elk geval een rechtspersoon (telkens)
met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk
en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
-zich heeft/hebben voorgewend dat de door United Green N.V. en/of GTP
Nederland BV en/of P.K. Holding B.V.en/of Real Economy B.V., in elk geval een
rechtspersoon ontvangen gelden van de beleggers zouden worden belegd in
bosbouwprojecten en/of onroerend goed en/of in andere financiële producten en/of dat die rechtsperso(o)n(en) beschikken over onroerend goed en/of
- maandelijkse beleggingsrendementen/rente, terugbetaling van de ingelegde hoofdsom en/of een financieel solide belegging/investering aangeboden en/of gegarandeerd
en/of
-zich heeft/hebben voorgedaan als een legale beleggingsinstelling en/of legale
kredietinstelling,
waardoor de beleggers werden bewogen tot bovengenoemde afgifte en/of ter
beschikking stelling en/of aangaan en/of tenietdoening
zulks terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, tot bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) opdracht
heeft gegeven, althans feitelijke leiding heeft gegeven aan bovenomschreven
verboden gedraging(en);
ter zake van United Green N.V. zijn de onderstaande perso(o)n(en) bewogen tot
afgifte van geld en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens met
geldswaarde in het handelsverkeer en/of tot het aangaan van een schuld en/of
tot het teniet doen van een inschuld:
Naam: Aangifte nummer: periode: bedrag in euro's:
-[belegger 1] [nummer] augustus 2003 80.000,-;
-[belegger 2] [nummer] januari 2003 66.000,-;
-[belegger 3] [nummer] oktober 2003 58.000,-;
-[belegger 4] [nummer] april 2004 50.000,-;
-[belegger 5] [nummer] september 2003 100.000,-;
-[belegger 6] [nummer] juli 2003 33.000,-;
-[belegger 7] [nummer] oktober 2002 66.000,-;
-[belegger 8] [nummer] maart 2003 50.000,-;
-[belegger 9] [nummer] september 2003 30.000,-;
-[belegger 10] [nummer] november 2003 50.000,-;
-[belegger 11] [nummer] augustus 2003 50.000,-;
-[belegger 12] [nummer] september 2002 9.000,-;
-[belegger 13] [nummer] juli 2002 9.000,-;
-[belegger 14] [nummer] oktober 2003 50.000,-;
-[belegger 15] [nummer] december 2003 50.000,-;
ter zake van GTP Nederland B.V. zijn de onderstaande perso(o)n(en) bewogen tot
afgifte van geld en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens met
geldswaarde in het handelsverkeer en/of tot het aangaan van een schuld en/of
tot het teniet doen van een inschuld
Naam: Aangifte nummer: periode: bedrag in euro's:
-[belegger 6] [nummer] oktober 2000 Nlg 200.000,-;
-[belegger 16] [nummer] januari 2002 45.000,-;
-[belegger 16] [nummer] maart 2002 13.500,-;
-[belegger 17] [nummer] mei 2003 50.000,-;
-[belegger 18] [nummer] juni 2002 20.000,-.
ter zake van Real Economy B.V. zijn de onderstaande perso(o)n)en) bewogen tot
afgifte van geld en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens met
geldswaarde in het handelsverkeer en/of tot het aangaan van een schuld en/of
tot het teniet doen van een inschuld
Naam: Aangifte nummer: periode: bedrag in euro's:
-[belegger 19] [nummer] mei 2004 29.000,-;
-[belegger 20] [nummer] april 2004 50.000,-;
-[belegger 21] [nummer] juni 2004 43.000,-;
-[belegger 22] [nummer] juli 2004 34.000,-;
-[belegger 23] [nummer] juli 2004 30.000,-;
-[belegger 24] [nummer] april 2004 30.000,-;
-[belegger 25] [nummer] mei 2004 50.000,-;
-[belegger 26] [nummer] april 2004 44.000,-;
-[belegger 27] [nummer] augustus 2004 45.000,-.
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
indien het vorenstaande niet tot een veroordeling kan of mocht leiden,
hij, verdachte, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 25
juli 2001 tot en met 31 januari 2005 in de gemeente(n) Winterswijk en/of
Groenlo en/of Delft en/of Almere, en/of (elders) in Nederland, (telkens)
tezamen en in vereniging met United Green N.V. en/of GTP Nederland BV en/of
P.K. Holding B.V. en/of Real Economy B.V. en/of met een of meer anderen,
althans alleen,
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het
aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige
kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
een of meer van de hieronder genoemde perso(o)n(en), en/of een of meer
(andere) perso(o)n(en) (hierna te noemen "beleggers") ,
heeft bewogen tot de afgifte van een hieronder genoemde hoeveelheid geld,
althans een geldbedrag en in elk geval van enig goed en/of tot het ter
beschikking stellen van gegevens met geldswaarde in het handelsverkeer en/of
tot het aangaan van een schuld en/of tot het teniet doen van een inschuld
hierin bestaande dat hij verdachte tezamen en in vereniging met United Green
N.V. en/of GTP Nederland BV en/of P.K. Holding B.V.en/of Real Economy
B.V.,en/of met een of meer anderen (telkens) met vorenomschreven oogmerk -
zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of
bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
-zich heeft voorgewend dat de door hem, verdachte en/of United Green N.V.
en/of GTP Nederland BV en/of P.K. Holding B.V.en/of Real Economy B.V., en/of
een of meer anderen ontvangen gelden van de beleggers zouden worden belegd in
bosbouwprojecten en/of onroerend goed en/of in andere financiële producten en/of dat die rechtsperso(o)n(en) beschikken over onroerend goed en/of
- maandelijkse beleggingsrendementen/rente, terugbetaling van de ingelegde hoofdsom en/of een financieel solide belegging/investering aangeboden en/of gegarandeerd
en/of
-zich heeft voorgedaan als een vertegenwoordiger van een legale
beleggingsinstelling en/of legale kredietinstelling en/of
-gebruik heeft gemaakt van één of meer valse na(a)m(en),
waardoor de beleggers werden bewogen tot bovengenoemde afgifte en/of ter
beschikking stelling en/of aangaan en/of tenietdoening;
-ter zake van United Green N.V. zijn de onderstaande perso(o)n(en) bewogen
tot afgifte van geld en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens met
geldswaarde in het handelsverkeer en/of tot het aangaan van een schuld en/of
tot het teniet doen van een inschuld
Naam: Aangifte nummer: periode: bedrag in euro's:
-[belegger 1] [nummer] augustus 2003 80.000,-;
-[belegger 2] [nummer] januari 2003 66.000,-;
-[belegger 3] [nummer] oktober 2003 58.000,-;
-[belegger 4] [nummer] april 2004 50.000,-;
-[belegger 5] [nummer] september 2003 100.000,-;
-[belegger 6] [nummer] juli 2003 33.000,-;
-[belegger 7] [nummer] oktober 2002 66.000,-;
-[belegger 8] [nummer] maart 2003 50.000,-;
-[belegger 9] [nummer] september 2003 30.000,-;
-[belegger 10] [nummer] november 2003 50.000,-;
-[belegger 11] [nummer] augustus 2003 50.000,-;
-[belegger 12] [nummer] september 2002 9.000,-;
-[belegger 13] [nummer] juli 2002 9.000,-;
-[belegger 14] [nummer] oktober 2003 50.000,-;
-[belegger 15] [nummer] december 2003 50.000,-;
ter zake van GTP Nederland B.V. zijn de onderstaande perso(o)n(en) bewogen tot
afgifte van geld en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens met
geldswaarde in het handelsverkeer en/of tot het aangaan van een schuld en/of
tot het teniet doen van een inschuld
Naam: Aangifte nummer: periode: bedrag in euro's:
-[belegger 6] [nummer] oktober 2000 Nlg 200.000,-;
-[belegger 16] [nummer] januari 2002 45.000,-;
-[belegger 16] [nummer] maart 2002 13.500,-;
-[belegger 17] [nummer] mei 2003 50.000,-;
-[belegger 18] [nummer] juni 2002 20.000,-.
ter zake van Real Economy B.V. zijn de onderstaande perso(o)n)en) bewogen tot
afgifte van geld en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens met
geldswaarde in het handelsverkeer en/of tot het aangaan van een schuld en/of
tot het teniet doen van een inschuld
Naam: Aangifte nummer: periode: bedrag in euro's:
-[belegger 19] [nummer] mei 2004 29.000,-;
-[belegger 20] [nummer] april 2004 50.000,-;
-[belegger 21] [nummer] juni 2004 43.000,-;
-[belegger 22] [nummer] juli 2004 34.000,-;
-[belegger 23] [nummer] juli 2004 30.000,-;
-[belegger 24] [nummer] april 2004 30.000,-;
-[belegger 25] [nummer] mei 2004 50.000,-;
-[belegger 26] [nummer] april 2004 44.000,-;
-[belegger 27] [nummer] augustus 2004 45.000,-.
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
United Green N.V. en/of GTP Nederland BV en/of P.K. Holding B.V.en/of Real
Economy B.V., in elk geval een rechtspersoon,
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 juli 2001 tot en
met 31 januari 2005 in de gemeente(n) Winterswijk en/of Groenlo en/of Delft
en/of Almere, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk bedrijfsmatig, al dan niet op
termijn opvorderbare gelden, van het publiek heeft aangetrokken, ter
beschikking heeft gekregen en/of ter beschikking heeft gehad, danwel in
enigerlei vorm heeft bemiddeld terzake van het bedrijfsmatig van het publiek
aantrekken of ter beschikking krijgen van al dan niet op termijn opvorderbare
gelden,
zulks terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, dan wel alleen, tot bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) opdracht
heeft gegeven, danwel feitelijke leiding heeft gegeven aan omschreven verboden
gedraging(en);
art 82 lid 1 Wet toezicht kredietwezen 1992
ALTHANS, dat
indien het vorenstaande niet tot een veroordeling kan of mocht leiden,
hij, verdachte, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 25
juli 2001 tot en met 31 januari 2005 in de gemeente(n) Winterswijk en/of
Groenlo en/of Delft en/of Almere, en/of (elders) in Nederland tezamen en in
vereniging met United Green N.V. en/of GTP Nederland BV en/of P.K. Holding
B.V.en/of Real Economy B.V., en/of met een of meer ander(en) althans alleen,
(telkens) opzettelijk bedrijfsmatig, al dan niet op termijn opvorderbare
gelden, van het publiek heeft aangetrokken, ter beschikking heeft gekregen
en/of ter beschikking heeft gehad, danwel in enigerlei vorm heeft bemiddeld
terzake van het bedrijfsmatig van het publiek aantrekken of ter beschikking
krijgen van al dan niet op termijn opvorderbare gelden,
art 82 lid 1 Wet toezicht kredietwezen 1992
3.
de Europese Kredietbank NV i.o. op één of meer tijdstippen in of omstreeks de
periode van 17 december 2003 tot en met 24 januari 2005 in de gemeente(n)
Winterswijk en/of Amsterdam en/of elders in Nederland, als onderneming of
instelling, die niet ingevolge artikel 52, tweede lid van de Wet toezicht
kredietwezen 1992 was geregistreerd, opzettelijk het woord "bank" en/of een vertaling
en/of een vorm daarvan, te weten de Europese Kredietbank N.V. i.o., heeft
gebezigd in haar naam en/of bij de uitoefening van haar bedrijf, terwijl dat
bezigen niet geschiedde in zodanige samenhang dat daaruit duidelijk bleek dat
voornoemde onderneming of instelling niet werkzaam was op financiële markten;
zulks terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, tot bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) opdracht
heeft gegeven, althans feitelijke leiding heeft gegeven aan bovenomschreven
verboden gedraging(en);
art 83 lid 1 Wet toezicht kredietwezen 1992
4.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 juli 2001
tot en met 31 januari 2005 in de gemeente(n) Winterswijk en/of Groenlo en/of
Delft en/of Almere, en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk heeft deelgenomen aan een organisatie (mede) bestaande uit [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of United Green N.V. en/of P.K. Holding
B.V. en/of GTP Nederland B.V. en/of Real Economy B.V. en/ of Europese
Kredietbank N.V.i.o. en/of een of meer andere rechts- en/of natuurlijke
perso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van zakelijk
weergegeven:
-oplichting van beleggers (artikel 326 Wetboek van Strafrecht) en/of
-het opzettelijk zonder vergunning bedrijfsmatig aantrekken van al dan niet op
termijn opvorderbare gelden van het publiek (artikel 82 van de Wet toezicht
kredietwezen 1992) en/of
-het opzettelijk onrechtmatig gebruik van het woord 'bank' door de Europese Kredietbank NV
i.o. (artikel 83 van de Wet toezicht kredietwezen 1992),
althans het plegen van misdrijven;
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
United Green N.V. en/of GTP Nederland BV en/of Real Economy B.V. op tijdstippen in de periode van 25 juli 2001 tot en met 31 januari 2005 in de gemeenten Winterswijk en/of Almere en/of elders in Nederland, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de hieronder genoemde personen en andere personen (hierna te noemen "beleggers"), hebben bewogen tot de afgifte van een hieronder genoemde hoeveelheid geld respectievelijk een geldbedrag, hierin bestaande dat United Green N.V. en/of GTP Nederland BV en/of Real Economy B.V. telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- hebben voorgewend dat de door United Green N.V. en/of GTP Nederland BV en/of Real Economy B.V. ontvangen gelden van de beleggers zouden worden belegd in bosbouwprojecten en/of onroerend goed en/of in andere financiële producten en/of dat die rechtspersonen beschikten over onroerend goed en/of
- maandelijkse beleggingsrendementen/rente, terugbetaling van de ingelegde hoofdsom en/of een financieel solide belegging/investering aanboden en/of garandeerden en/of
-zich hebben voorgedaan als een legale beleggingsinstelling,
waardoor de beleggers werden bewogen tot bovengenoemde afgifte
zulks terwijl hij, verdachte, tot bovenomschreven strafbare feiten opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijke leiding heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedragingen;
ter zake van United Green N.V. zijn de onderstaande personen bewogen tot afgifte van geld:
Naam: periode: bedrag in euro's:
- [belegger 1] augustus 2003 80.000,-;
- [belegger 2] januari 2003 66.000,-;
- [beleggers 3] oktober 2003 58.000,-;
- [belegger 4] april 2004 50.000,-;
- [belegger 5] september 2003 100.000,-;
- [belegger 6] juli 2003 33.000,-;
- [belegger 7] oktober 2002 66.000,-;
- [belegger 8] maart 2003 50.000,-;
- [belegger 9] september 2003 30.000,-;
- [belegger 10] november 2003 50.000,-;
- [belegger 11] augustus 2003 50.000,-;
- [belegger 12] september 2002 9.000,-;
- [belegger 13] juli 2002 9.000,-;
- [belegger 14] oktober 2003 50.000,-;
- [belegger 15] december 2003 50.000,-;
ter zake van GTP Nederland B.V. zijn de onderstaande personen bewogen tot afgifte van geld:
Naam: periode: bedrag in euro's:
- [belegger 16] januari 2002 45.000,-;
- [belegger 16] maart 2002 13.500,-;
- [belegger 17] mei 2003 50.000,-;
- [belegger 18] juni 2002 20.000,-.
ter zake van Real Economy B.V. zijn de onderstaande personen bewogen tot afgifte van geld:
Naam: periode: bedrag in euro's:
- [belegger 19] mei 2004 29.000,-;
- [belegger 20] april 2004 50.000,-;
- [belegger 21] juni 2004 43.000,-;
- [belegger 22] juli 2004 34.000,-;
- [belegger 23] juli 2004 30.000,-;
- [belegger 24] april 2004 30.000,-;
- [belegger 25] mei 2004 50.000,-;
- [belegger 26] april 2004 44.000,-;
- [belegger 27] augustus 2004 45.000,-.
2.
United Green N.V. en GTP Nederland BV en Real Economy B.V. op tijdstippen in de periode van 25 juli 2001 tot en met 31 januari 2005 in de gemeenten Winterswijk en/of Almere, althans in Nederland, telkens opzettelijk bedrijfsmatig, al dan niet op termijn opvorderbare gelden, van het publiek heeft aangetrokken en ter beschikking heeft gehad,
zulks terwijl hij, verdachte, tot bovenomschreven strafbare feiten opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijke leiding heeft gegeven aan omschreven verboden gedragingen.
3.
de Europese Kredietbank NV i.o. in de periode van 17 december 2003 tot en met 24 januari 2005 in de gemeenten Winterswijk en Amsterdam als onderneming of instelling, die niet ingevolge artikel 52, tweede lid van de Wet toezicht kredietwezen 1992 was geregistreerd, opzettelijk het woord "bank", te weten de Europese Kredietbank N.V. i.o., heeft gebezigd in haar naam, terwijl dat bezigen niet geschiedde in zodanige samenhang dat daaruit duidelijk bleek dat voornoemde onderneming of instelling niet werkzaam was op financiële markten;
zulks terwijl hij, verdachte, tot bovenomschreven strafbaar feit opdracht heeft gegeven.
4.
hij op tijdstippen in de periode van 25 juli 2001 tot en met 31 januari 2005 in de gemeenten Winterswijk en/of Almere, en/of elders in Nederland, opzettelijk heeft deelgenomen aan een organisatie bestaande uit [persoon 1] en United Green N.V. en P.K. Holding B.V. en GTP Nederland B.V. en Real Economy B.V., welke organisatie tot oogmerk had het plegen van zakelijk weergegeven:
-oplichting van beleggers (artikel 326 Wetboek van Strafrecht) en
-het opzettelijk zonder vergunning bedrijfsmatig aantrekken van al dan niet op
termijn opvorderbare gelden van het publiek (artikel 82 van de Wet toezicht
kredietwezen 1992).
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
Feit 1 primair: oplichting terwijl hij tot het plegen van het feit opdracht heeft gegeven dan wel
feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging,
meermalen gepleegd;
Feit 2 primair: opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 82, lid 1, van de Wet toezicht
kredietwezen 1992 gegeven verbod, terwijl hij tot het plegen van het feit
opdracht heeft gegeven dan wel feitelijk leiding heeft gegeven aan de
verboden gedraging, meermalen gepleegd;
Feit 3: opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 83, lid 1, van de Wet toezicht
kredietwezen 1992 gegeven verbod, terwijl hij tot het plegen van het feit
opdracht heeft gegeven;
Feit 4: het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van
misdrijven.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden - dat verdachte leiding heeft gegeven aan een criminele organisatie, welke onder meer het oogmerk had om oplichting te plegen. Op geraffineerde wijze is onder leiding van verdachte meer dan drie jaar lang stelselmatig geld van niets vermoedende slachtoffers afhandig gemaakt. In totaal is ruim zeven miljoen euro door de organisatie van verdachte aan het publiek onttrokken door onder meer voor te spiegelen: het behalen van hoge rendementen door middel van investeringen in teakhoutplantages en onroerend goed. Teakhoutplantages zijn echter nooit in eigendom verkregen, laat staan geëxploiteerd ten bate van de slachtoffers, terwijl uit nieuwe door oplichting verkregen gelden onder de titel van rendementsuitkering door de organisatie van verdachte bedragen werden uitgekeerd. Wat ten aanzien van de teakhoutplantages is gebleken, geldt in hoge mate eveneens voor onroerend goed, waarmede de beleggers werden gelokt; de rechtspersonen, waaraan verdachte leiding gaf, hadden zegge en schrijven twee onroerende goederen, waarvan nog één bezwaard met een hypotheek. Verdachte heeft het vertrouwen van de slachtoffers beschaamd en zich kennelijk alleen laten leiden door het snelle financiële gewin, waardoor hij er een luxueuze levensstijl op kon nahouden, met voorbijzien aan de risico’s waaraan zijn slachtoffers, die werden verleid tot het aangaan van (meer) schulden, werden blootgesteld. De handelwijze van de verdachte heeft ertoe geleid dat de benadeelden nog vele jaren geconfronteerd worden met financiële gevolgen. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij zelfs na de inval van de FIOD zijn praktijken niet heeft beëindigd, doch deze onder de paraplu van een ander bedrijf, Real Economy B.V., heeft voortgezet. In een half jaar tijd wist verdachte met Real Economy B.V. bijna achthonderdduizend euro beleggingsgeld aan te trekken.
De door en namens verdachte aangevoerde persoonlijke omstandigheden, acht de rechtbank in het licht van de ernst van de door hem gepleegde strafbare feiten alsmede de lange duur hiervan niet van zodanig gewicht dat daarin aanleiding kan worden gevonden de op te leggen straf zoals door de officier van justitie gevorderd, te matigen. Daarnaast neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte op geen enkele wijze heeft laten merken dat hij de strafwaardigheid van zijn handelen inziet en de zwarte piet volledig toeschuift naar de FIOD. Zelfs tijdens het onderzoek ter terechtzitting gaf verdachte nog blijk gevoelloos te zijn voor de belangen en de emoties van de gedupeerde beleggers, toen hij de stelling verdedigde, dat hij eerst privé mocht profiteren van een eventuele aankoop van grond in Brazilië en latere verkoop daarvan aan een van zijn rechtspersonen.
Vordering tot schadevergoeding
De volgende benadeelde partijen hebben zich met een vordering tot schadevergoeding gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder feit 1 ten laste gelegde:
Naam Bedrag
[belegger 1] € 80.000,--
[belegger 2] € 56.398,06
[belegger 3] € 54.520,--
[belegger 4] € 50.000,--
[belegger 5] € 94.000,--
[belegger 7] € 55.184,52
[belegger 8] € 43.500,--
[belegger 9] € 27.780,--
[belegger 10] € 48.000,--
[belegger 11] € 50.000,--
[belegger 12] € 9.000,--
[belegger 13] € 9.000,--
[belegger 6] €123.756,04
[belegger 16] € 43.560,--
[belegger 17] € 44.854,84
[belegger 18] € 20.000,--
[belegger 19] € 30.500,--
[belegger 20] € 50.000,--
[belegger 22] € 33.452,--
[belegger 23] € 29.680,65
[belegger 24] € 28.780,--
[belegger 25] € 50.000,--
[belegger 26] € 68.200,--
[belegger 27] € 50.400,--
De officier van justitie heeft primair verzocht de vorderingen toe te wijzen - rekening houdend met de door de FIOD/ECD vastgestelde terugbetalingen - vermeerderd met de wettelijke rente. Voorts heeft de officier van justitie verzocht de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen en vervangende hechtenis indien de verdachte hieraan niet voldoet. Voor zover de rechtbank zich op het standpunt mocht stellen dat de vorderingen ter verificatie bij de curator moeten worden ingediend, heeft de officier van justitie subsidiair verzocht alleen de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen, rekening houdend met de door de slachtoffers geleden schade.
De rechtbank zal, gelet op artikel 26 van de Faillissementswet, de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen. Ingevolge dit artikel kunnen rechtsvorderingen, die voldoening ener verbintenis uit de boedel ten doel hebben, gedurende het faillissement ook tegen de gefailleerde op geen andere wijze ingesteld worden, dan door aanmelding ter verificatie.
Nu verdachte op 17 maart 2005 failliet is verklaard, dienen derhalve naar het oordeel van de rechtbank de benadeelde partijen hun vorderingen bij de curator in te dienen.
De rechtbank wijst erop dat zij voor deze problematiek reeds op de zitting van 6 januari 2006 aandacht heeft gevraagd nu het bepaalde in de Faillissementswet invloed zou kunnen hebben op de ingediende vorderingen, zoals uit het vorenstaande blijkt.
De rechtbank zal gelet op het faillissement voorts geen schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte opleggen. De rechtbank is van oordeel dat hierdoor op onvoorzienbare wijze de gelijkheid van de crediteuren wordt doorbroken. Het is de rechtbank namelijk bekend, dat er meer benadeelde partijen zijn, doch dat deze zich niet allemaal hebben gevoegd in het strafproces.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen:
- 10, 27, 51, 57, 91, 140 en 326 van het Wetboek van Strafrecht;
- 1, 2 en 6 van de Wet economische delicten;
- 82 en 83 van de Wet toezicht kredietwezen 1992.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorge-bracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Verklaart de benadeelde partijen [belegger 1], [belegger 2], [belegger 3], [belegger 4], [belegger 5], [belegger 7], [belegger 8], [belegger 9], [belegger 10], [belegger 11], [belegger 12], [belegger 13], [belegger 6], [belegger 16], [belegger 17], [belegger 18], [belegger 19], [belegger 20], [belegger 22], [belegger 23], [belegger 24], [belegger 25], [belegger 26]s, [belegger 27] niet-ontvankelijk in hun vorderingen.
Aldus gewezen door mrs. Van Hoorn, voorzitter, Van Harreveld en Van der Hooft, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 juni 2006.
Mr. Van Harreveld is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.