Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AX6722

Datum uitspraak2006-05-30
Datum gepubliceerd2006-06-02
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers19.810210-05
Statusgepubliceerd


Indicatie

De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte van oordeel dat in dit geval een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden is. Bij de bepaling van de hoogte van de gevangenisstraf heeft de rechtbank het aantal planten betrokken alsmede dat verdachte vijfmaal heeft geoogst.


Uitspraak

RECHTBANK ASSEN STRAFVONNIS van de Meervoudige kamer in de zaak van het openbaar ministerie tegen: [naam verdachte], geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] 1951, wonende [adres verdachte]. Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 16 mei 2006. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. E. van der Meer, advocaat te Leeuwarden. De officier van justitie mr. G.C. Bruins-Slot acht hetgeen is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen: * 20 maanden gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest; * beslissingen ten aanzien van het beslag. 1. TENLASTELEGGING De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode 1 mei 2004 tot en met 7 december 2005 te Klazienaveen, gemeente Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,(telkens) opzettelijk, in de uitoefening van een beroep of bedrijf (telkens) heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een loods/pand aan [adres]) (een) grote hoeveelheid/hoeveelheden van (in totaal) ongeveer 11.000 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II; Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging. 2. BEWIJSMIDDELEN Overeenkomstig de nader op te nemen bewijsconstructie. 3. BEWEZENVERKLARING De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: hij op verschillende tijdstippen in de periode 1 mei 2004 tot en met 7 december 2005 te Klazienaveen, gemeente Emmen tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk in de uitoefening van een beroep of bedrijf telkens heeft geteeld in een loods/pand aan [adres] een grote hoeveelheid van in totaal ongeveer 11.000 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II; De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. De verdachte zal van het meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht. 4. KWALIFICATIE Het bewezen verklaarde levert op: in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 11 van de Opiumwet. 5. STRAFBAARHEID De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht. 6. STRAFMOTIVERING De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking: - de aard en de ernst van het gepleegde feit; - de omstandigheden waaronder dit feit is begaan; - hetgeen de rechtbank is gebleken omtrent de persoon van de verdachte; - het requisitoir van de officier van justitie; - het pleidooi van de raadsman van verdachte; - de oriëntatiepunten voor de straftoemeting; - de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 19 januari 2006, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder ter zake van een misdrijf is veroordeeld; De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden is. Bij de bepaling van de hoogte van de gevangenisstraf heeft de rechtbank het aantal planten betrokken alsmede dat verdachte vijfmaal heeft geoogst. 7. MOTIVERING VAN DE MAATREGEL ONTTREKKING AAN HET VERKEER De rechtbank acht het hierna te vermelden in beslag genomen voorwerp vatbaar voor onttrekking aan het verkeer aangezien dit voorwerp aan de verdachte toebehoort en is aangetroffen bij gelegenheid van het onderzoek naar het door hem begane feit en dit voorwerp van zodanige aard is, dat het ongecontroleerd bezit daarvan in strijd is met de wet. 8. TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 27, 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht. 9. BESLISSING VAN DE RECHTBANK De rechtbank verklaart bewezen dat het tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert het strafbare feit zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar. De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot: gevangenisstraf voor de duur van ACHTTIEN MAANDEN waarvan een gedeelte groot ZES MAANDEN voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de verdachte zich voor het einde van voormelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. De rechtbank verklaart onttrokken aan het verkeer het navolgende in beslag genomen voorwerp: - een busje pepperspray. De rechtbank gelast de teruggave aan verdachte van de navolgende in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen: 05159976 28 Geld Nederlands - B.2.9 geldbedrag van 472,00 euro 05159976 29 Geld Nederlands - B.2.10 geldbedrag van 17,70 euro (in plastic bakje) 05159976 30 Geld Nederlands - B.2.11 bedrag van 2,70 euro 05159976 33 Geld Nederlands - Uit tas met adm bescheiden 20300101711 6 1.00 STK Tas - A.1.2. tas met computerbescheiden 20300101711 7 1.00 STK Computer - A.1.3 betreft laptop 20300101711 8 1.00 STK Computer - A.1.4 betreft laptop 20300101711 9 1.00 STK Computer - A.1.5 betreft laptop 20300101711 10 1.00 STK Papier - A.1.6 div. administratieve bescheiden 20300101711 11 3.00 STK Pas - A.2.1. 2 bankpass.ABN/AMRO + een e-dentifieren ABN 20300101711 12 1.00 STK Computer - B.1.1. 20300101711 13 1.00 STK Computer - B.1.2. 20300101711 14 1.00 STK Computer - B.1.3. laptop 20300101711 15 1.00 STK Computer - B.1.4. laptop 20300101711 16 1.00 STK Computer - B.1.5. laptop 20300101711 17 1.00 STK Computer - B.1.6. laptop 20300101711 18 1.00 STK Computer - B.1.7. betreft faxapparaat 20300101711 19 1.00 STK Papier - B.1.8 div. admin. bescheiden, bankpas, kentek./vrij 20300101711 20 2.00 STK Schrijfmap - B.2.1. schrijfblok klein en schrijfblok groot 20300101711 21 1.00 STK Map - B.2.2 map met administratieve bescheiden ------------------------------------------------------------------------------- 20300101711 22 1.00 STK Overige onbenoembaar - B.2.3. drie GSM, bank-belastingbescheiden, kentekenb 20300101711 23 1.00 STK Tas - B.2.4 plastic draagtas met admin. bescheiden 20300101711 24 1.00 STK Papier - B.2.5. administratieve bescheiden 20300101711 25 1.00 STK Papier - B.2.6. administratieve bescheiden 20300101711 26 1.00 STK Papier - B.2.7. bankafschrift CD-rom 20300101711 26A 1.00 STK Computer - B.2.7. betreft zakcomputer 20300101711 27 1.00 STK Tas - B.2.8. plastic zak met administratieve bescheiden 20300101711 30A 1.00 STK Pas - B.2.11 pasje kledingzaak en gevouwen papiertje 20300101711 31 1.00 STK Papier - B.2.12 stortingsbewijs 20300101711 32 1.00 STK Papier - B.3.1 div administ.bescheiden, w.o docum.UWV, kadas. Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.A.M. van Veen, voorzitter en mr. H. de Wit en mr. N.R. Boonstra, rechters in tegenwoordigheid van D. Witvoet, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 30 mei 2006.