Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AX9320

Datum uitspraak2006-06-22
Datum gepubliceerd2006-06-26
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers1732/2005 NOT
Statusgepubliceerd
SectorNotariskamer


Indicatie

Gebleken is dat de notaris geen bemoeienis heeft gehad met de afspraken tussen de aandeelhouders omtrent de uitgifte van aandelen en de daaraan gekoppelde achtergestelde lening, alsmede de wijze waarop de bedragen aan [A] zouden worden voldaan. Vervolgens heeft de notaris gelden ontvangen van de betrokken aandeelhouders, echter van klaagster slechts de helft van het bedrag. De notaris heeft dit bedrag doorgestort aan [A] en is er vervolgens vanuit gegaan dat [A] zou verrekenen met klaagster. Het hof is van oordeel dat de notaris niet met deze handelwijze had mogen volstaan.


Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER Beslissing van 22 juni 2006 in de zaak onder rekestnummer 1732/2005 NOT van: de besloten vennootschap [X] B.V., gevestigd te [plaats], vertegenwoordigd door haar algemeen directeur prof.ir. [Y], APPELLANTE, t e g e n MR. [Z], notaris te [plaats], GEÏNTIMEERDE 1. Het geding in hoger beroep 1.1. Van de zijde van appellante, verder te noemen klaagster, is bij een op 8 november 2005 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift - met bijlagen - tijdig hoger beroep ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Haarlem, verder te noemen de kamer, van 11 oktober 2005, waarbij de klacht van klaagster tegen geïntimeerde, hierna te noemen de notaris, ongegrond is verklaard. 1.2. Van de zijde van de notaris is op 7 december 2005 een verweerschrift - met bijlagen - ter griffie van het hof ingediend. 1.3. Klaagster heeft op 6 april 2005 een reactie op het verweerschrift van de notaris ingediend. 1.4. De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 13 april 2006. Namens klaagster is haar algemeen directeur verschenen. Voorts is de notaris verschenen. Beiden hebben het woord gevoerd. 2. De stukken van het geding Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken. 3. De feiten Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten door de kamer geen bezwaar gemaakt, zodat het hof ook van die feiten uitgaat. 4. Beoordeling van de bestreden beslissing Het hof kan zich niet verenigen met de beslissing van de kamer, met uitzondering van de vaststelling van de feiten, en zal deze beslissing derhalve in zoverre vernietigen. 5. Het standpunt van klaagster 5.1. Klaagster verwijt de notaris in de eerste plaats dat zij, klaagster, nadat zij op 18 mei 2004 € 25.000,- heeft gestort op de derdengeldrekening van de notaris ten behoeve van de aankoop van 1400 aandelen in [A] productions B.V., hierna: [A], slechts 1125 aandelen ter waarde van in totaal € 20.092,50 heeft ontvangen. Klaagster heeft de notaris verzocht het teveel betaalde bedrag ad € 4.907,50 terug te storten op haar rekening, doch de notaris heeft hier niet op gereageerd. Klaagster voert voorts aan dat de notaris haar er nooit op gewezen heeft dat zij nog een bedrag van € 25.000 diende over te maken op eerdergenoemde kantoorrekening in verband met een lening aan [A]. 5.2. In de tweede plaats verwijt klaagster de notaris dat deze, één dag nadat klaagster op 17 november 2004 een bedrag op zijn kantoorrekening heeft gestort ten behoeve van een tweede verkrijging van aandelen met daaraan gekoppeld een achtergestelde lening, dit bedrag heeft doorgestort aan [A]. Dit terwijl klaagster pas 10 dagen later van de notaris een “volmacht verkrijging aandelen” ter ondertekening voorgelegd heeft gekregen. Vervolgens heeft de notaris pas op 18 januari 2005 actie ondernomen om de aandelen ook daadwerkelijk uit te geven. Voorts stelt klaagster met betrekking tot de geldlening dat zij geen toestemming heeft verleend aan de notaris om het geld over te maken aan [A]. De overeenkomst die ten grondslag lag aan de lening was alleen namens klaagster getekend en daarmee nog niet geëffectueerd, aldus klaagster. 6. Het standpunt van de notaris 6.1. Ter zake van het eerste klachtonderdeel stelt de notaris het volgende. Omtrent de uitgifte van nieuwe aandelen alsmede de verstrekking van een achtergestelde lening is door betrokkenen, [A] en de vier nieuw toetredende aandeelhouders waaronder klaagster, intensief overleg gevoerd. Dit overleg heeft geresulteerd in een convenant waarin ook de overeenkomst houdende regeling van de achtergestelde lening is opgenomen. Dit alles heeft plaatsgevonden buiten de notaris en zijn kantoor om. Vervolgens heeft klaagster, als enige, een afwijkend betalingstraject gevolgd: niet het volledige bedrag doch slechts de helft, € 25.000, is door klaagster gestort op de derdengeldrekening van de notaris, geheel tegen de geldende afspraken in. Hoewel klaagster te weinig had voldaan is de notaris met de directie van [A] overeengekomen om de uitgifte van aandelen toch te laten plaatsvinden. Omtrent het niet ontvangen deel van de lening zou de directie van [A] rechtstreeks contact opnemen met klaagster. Tenslotte stelt de notaris dat klaagster pas circa 8 maanden later, toen [A] in financiële problemen terecht was gekomen, de notaris heeft aangesproken op deze gang van zaken. 6.2. Met betrekking tot het tweede klachtonderdeel stelt de notaris dat tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders op 10 november 2005, waarbij ook klaagster was vertegenwoordigd, afspraken zijn gemaakt omtrent een tweede uitgifte van aandelen met daaraan gekoppeld een achtergestelde lening. Vanwege de wens van twee betrokkenen om de uitgifte te laten plaatsvinden aan hun kinderen, hetgeen extra papierwerk betekende, werd afgesproken om de geldstroom naar [A] niet te vertragen en de inmiddels op de derdengeldrekening van de notaris gestorte gelden reeds voor het passeren van de akte over te maken aan [A]. Op 18 november 2004 is aan klaagster een ontwerp van de akte houdende de uitgifte van aandelen toegezonden, tezamen met de daarbij behorende volmacht. Zowel in de begeleidende e-mail als in de volmacht is uitdrukkelijk vermeld dat het passeren van de akte nog niet kon plaatsvinden, maar dat de gelden vooruitlopend op het passeren van de akte aan [A] zouden worden overgemaakt. De volmacht is door klaagster op de dag van ontvangst ondertekend. 7. De beoordeling 7.1. Ten aanzien van het eerste klachtonderdeel overweegt het hof het volgende. Gebleken is dat de notaris geen bemoeienis heeft gehad met de afspraken tussen de aandeelhouders omtrent de uitgifte van aandelen en de daaraan gekoppelde achtergestelde lening, alsmede de wijze waarop de bedragen aan [A] zouden worden voldaan. Vervolgens heeft de notaris gelden ontvangen van de betrokken aandeelhouders, echter van klaagster slechts de helft van het bedrag. De notaris heeft dit bedrag doorgestort aan [A] en is er vervolgens vanuit gegaan dat [A] zou verrekenen met klaagster. Het hof is van oordeel dat de notaris niet met deze handelwijze had mogen volstaan, doch het te veel ontvangen bedrag ad € 4.907,50 had moeten terugbetalen aan klaagster, dan wel contact met klaagster had moeten opnemen hieromtrent en daarbij tevens had moeten informeren naar de reden van het slechts voldoen van het bedrag ten behoeve van de uitgifte van aandelen en niet van de met de uitgifte samenhangende achtergestelde lening. Door na te laten uitdrukkelijk hierover met klaagster overleg te voeren heeft de notaris onzorgvuldig gehandeld en er te veel op vertrouwd dat [A] een en ander wel met klaagster zou regelen. Het hof is van oordeel dat de notaris hiermee onzorgvuldig heeft gehandeld en acht dit onderdeel van de klacht gegrond. 7.2. Ten aanzien van het tweede onderdeel van de klacht overweegt het hof dat, zoals de notaris heeft aangevoerd, uit de volmacht en de toelichtende e-mail van 18 november 2004 blijkt dat de gelden zouden worden doorgestort aan [A] vooruitlopend op de akte houdende uitgifte. Het hof is echter van oordeel dat de notaris uitdrukkelijker had moeten ingaan op deze ongebruikelijke gang van zaken en de directeur van klaagster hierover uitdrukkelijker had moeten informeren. Nog ter zitting van het hof bleek dat betrokken directeur geen duidelijk beeld had omtrent de gemaakte afspraken en de eventuele gevolgen hiervan. Het hof is van oordeel dat de notaris ook ten aanzien van dit klachtonderdeel onzorgvuldig heeft gehandeld en acht dit klachtonderdeel gegrond. 7.3. Het hof is van oordeel dat beide klachtonderdelen gegrond zijn en legt de notaris hiervoor de maatregel van waarschuwing op. 7.4. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht kan als in het voorgaande reeds behandeld dan wel als thans niet ter zake dienend buiten beschouwing blijven. 7.5. Het hiervoor overwogene leidt tot de volgende beslissing. 8. De beslissing Het hof: - vernietigt de bestreden beslissing met uitzondering van de vaststelling van de feiten en opnieuw rechtdoende; - verklaart beide onderdelen van de klacht gegrond en legt de notaris hiervoor de maatregel van waarschuwing op. Deze beslissing is gegeven door mrs. A.L.G.A. Stille, A.D.R.M. Boumans en P.J.N. van Os en uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 22 juni 2006 door de rolraadsheer. DE KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT- NOTARISSEN IN HET ARRONDISSEMENT HAARLEM Beschikking d.d. 11 oktober 2005 van de Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen in het arrondissement Haarlem, nader ook “de Kamer”, in de zaak onder nummer K 10.05 van: Professor ir. [Y], wonende te [plaats], nader ook: klager. ---tegen--- mr [Z], notaris verbonden aan Notaris Maatschap [C] te [plaats], nader ook: de notaris. 1. Verloop van de procedure. Voor het verloop van de procedure verwijst de Kamer naar de navolgende aan de Kamer tot het nemen van een beslissing overgelegde bescheiden, waarvan de inhoud als hier ingevoegd dient te worden aangemerkt: - de door tussenkomst van de KNB op 9 mei 2005 ter secretarie van de Kamer ingekomen brief met 12 bijlagen van klager van 26 april 2005; - de brief van de notaris met zeven bijlagen van 25 mei 2005, waarin het antwoord; 1.2 In de openbare vergadering van de Kamer van 12 juli 2005 zijn klager en de notaris gehoord. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten toe te lichten. Vervolgens heeft de voorzitter van de Kamer de behandeling gesloten en bepaald dat op 11 oktober 2005 een beschikking zal volgen. 2. Relevante vaststaande feiten. Bij de beoordeling van de klacht wordt van het navolgende uitgegaan: a. Klager is enig bestuurder van de statutair te [plaats] gevestigde besloten vennootschap [X] B.V. (hierna: [X]). b. In mei 2004 is door de in [plaats] gevestigde besloten vennootschap [A] Productions B.V. (hierna: [A]) besloten tot een aandelenuitgifte van 4.500 aandelen aan zes verkrijgers, onder wie [X]. c. In verband met de aandelenuitgifte is overeengekomen dat door vier aandeelhouders onder wie [X] een lening aan [A] zou worden verstrekt voor een bedrag van elk € 25.000,--. d. De overeenkomst van geldlening is door partijen schriftelijk vastgelegd. De notaris heeft bij de opstelling hiervan geen bemoeienis gehad. e. In een e-mailbericht van 13 mei 2005 heeft de notaris onder meer het navolgende aan klager medegedeeld:”(…) Als bijlage treft u aan de volmacht ten behoeve van de verkrijging van 1.400 aandelen [A] Productions B.V. Voor het verkrijgen van de aandelen dient u euro 25.000,-- te storten (…)”. f. In de volmacht is het navolgende - voor zover hier van belang – opgenomen: “(…) om namens [X] B.V. te aanvaarden: 1.125 aandelen, elk nominaal groot één euro uit te geven door (…) [A] zulks tegen een koers van volstorting van 1786% per aandeel, aldus een bedrag groot (…) € 17,86 per aandeel of totaal (…) € 20.092,50. (…), b. ondergetekende heeft op de derdenrekening van de notaris – naast het bedrag ter volstorting van de aandelen – een bedrag van vijfentwintig duizend euro (€ 25.000,00) gestort: dit bedrag wordt als achtergestelde lening door ondergetekende verstrekt aan [A] Productions B.V.; ondergetekende verbindt zich tot het mede-ondertekenen van de terzake opgemaakte leningsovereenkomst (…). Het is ondergetekende voorts bekend dat er in het kader van de huidige “financieringsronde” nog een aandelenuitgifte wordt beoogd (…) vorenbedoelde uitgifte van extra aandelen zal geschieden tegen dezelfde koers en onder dezelfde condities als de onderhavige uitgifte.(…)”. g. Op 18 mei 2004 is op de kantoorrekening van de notaris een bedrag van € 25.000,-bijgeschreven dat afkomstig was van [X]. Tegelijkertijd is door [X] een bedrag van € 25.000,-- rechtstreeks aan [A] overgeboekt. h. Door elk van de overige drie aandeelhouders is op of omstreeks dat tijdstip een bedrag ter grootte van € 50.000,-- overgemaakt naar de kantoorrekening van de notaris. Door de notaris is direct aan elk van de drie aandeelhouders het door hen teveel betaalde bedrag van telkens € 3.907,50 teruggestort. i. De volmacht verkrijging aandelen is door klager op 26 mei 2004 ondertekend. j. Op 18 juni 2004 is door klager een gewijzigde volmacht verkrijging aandelen ondertekend. In deze volmacht is niet langer de hierboven onder f. vermelde bepaling b. opgenomen. k. Op 23 juni 2004 is op grond van deze volmacht ten overstaan van de notaris de akte met betrekking tot de uitgifte van de aandelen gepasseerd. l. Op die datum zijn door de notaris de door de aandeelhouders onder hem gestorte gelden, met inbegrip van het door klager gestorte bedrag van € 25.000,--overgeboekt naar [A]. m. Op 10 november 2004 is door de algemene vergadering van aandeelhouders besloten tot een nieuwe aandelenemissie. Dit besluit hield onder meer in de uitgifte aan [X] van duizend aandelen van elk nominaal € 1,-- tegen een koers van 1.250 % per aandeel of wel € 12,50 per aandeel. n. Op 10 november 2004 is tussen [X] en [A] overeengekomen dat [X] op diezelfde datum een geldlening ten bedrage van € 12.500,-- aan [A] zou verstrekken. De hiertoe strekkende overeenkomst is door klager ondertekend. o. In een e-mail bericht van 12 november 2004 heeft [A] aan onder meer klager verzocht om zowel het bedrag gemoeid met de aandelenuitgifte als het bedrag gemoeid met de lening (totaal € 25.000,--) uiterlijk op 17 november 2004 over te boeken naar de kantoorrekening van de notaris. Klager heeft aan dit verzoek voldaan. p. Op 18 november 2004 is door klager een volmacht verkrijging aandelen ondertekend. In deze volmacht is onder meer het navolgende opgenomen: ”(…) Ondergetekende verklaart tevens akkoord te gaan met: - uitbetaling door de notaris aan de vennootschap van voormeld op de aandelen te storten bedrag alsmede de door ondergetekende te verstrekken geldlening ad € 12.500,00 zulks vooruitlopend op het passeren van de akte houdende de uitgifte; (…)”. q. In een e-mailbericht van 18 november 2004 heeft [A] het navolgende aan de aandeelhouders verzocht: ”(…) omdat enkele formaliteiten iets meer tijd in beslag nemen (…) willen we toch middels volmachten de uitgifte morgen bestendigen (zodat de onderneming nu wel gebruik kan maken van de geldelijke middelen voor de introductie en opstart van timespots!) (…) zoals gezegd – vanaf volgende week zal timespots dan “live” en beschikbaar zijn, startend bij Hotel Asterdam! (…)”. r. In een e-mailbericht van 29 december 2004 heeft de notaris het volgende aan de aandeelhouders medegedeeld: “(…) Tot op heden hebben de geplande uitgifte van aandelen en (…) nog steeds niet kunnen plaatsvinden door het ontbreken van de originele door u getekende volmachten. Tot op heden heb ik (…) slechts de originele getekende volmachten mogen ontvangen van de heer Cook en de heer [Z]! De gang van zaken verbaast mij te meer aangezien de terzake door u gestorte gelden (…) zoals aan u bekend, reeds aan [A] zijn overgemaakt. (…)”. s. Sedert januari 2005 heeft [A] met (financiële) problemen te kampen gehad. t. Op 18 januari 2005 is ten behoeve van klager en twee overige aandeelhouders de akte houdende uitgifte van de aandelen door de notaris verleden. u. In februari 2005 heeft klager aan de notaris verzocht waarom de notaris het (door klager gestorte) bedrag van € 25.000,-- op 23 juni 2004 aan [A] heeft overgeboekt. v. In zijn e-mailbericht van 22 februari 2005 heeft de notaris klager onder meer het navolgende medegedeeld: “(…) In de “eerste ronde” ontvingen wij van [X] B.V. euro 25.000,- welk bedrag geheel is doorgestort aan [A]. Terzake van de volstorting van de aandelen was door [X] verschuldigd 1.125 x euro 17,86 ofwel euro 20.092,50. Daarnaast had [X] zich verbonden tot het verstrekken van een geldlening ten bedrage van euro 25.000. Ik ben er van uitgegaan dat e.e.a. verder rechtstreeks tussen [X] en [A] zou worden verrekend, dwz dat [X] als restant geldlening euro 20.092,50 aan [A] zou voldoen. (…)”. w. In mei 2005 is [A] in staat van faillissement verklaard. 3. Inhoud van de klacht. 3.1 De klacht, zoals deze ter zitting nader is toegelicht, spitst zich toe op het navolgende: a. Klager verwijt de notaris dat deze heeft nagelaten in te gaan op zijn verzoek van 23 februari 2005 om een bedrag van € 3.907,50 vermeerderd met de wettelijke rente naar hem over te boeken. b. Klager verwijt de notaris voorts dat deze op 19 november 2004 het door hem onder de notaris gestorte geldbedrag van totaal € 25.000,-- heeft overgemaakt aan [A], terwijl de akte houdende uitgifte aandelen nog niet door de notaris was verleden en bovendien de “leningsovereenkomst” niet door [A] was ondertekend. 3.2 Het standpunt van klager. ad a. Klager stelt dat hij 1.400 aandelen [A] zou ontvangen voor een totaalbedrag van € 25.000,--. De notaris had dit immers in zijn e-mail van 13 mei 2004 aan hem bericht. In verband hiermee is door hem op 18 mei 2004 een bedrag van € 25.000,--overgeboekt naar de kantoorrekening van de notaris. Aangezien hij op 23 juni 2004 slechts 1.125 aandelen heeft ontvangen voor een bedrag van € 17,86 per aandeel meent hij dat het door hem teveel betaalde bedrag ad € 3.907,50 door de notaris aan hem teruggestort behoorde te worden. Klager voert voorts aan dat de notaris hem er nooit op heeft gewezen dat door hem in verband met de lening aan [A] nog een bedrag van € 25.000,-- diende te worden overgemaakt naar de kantoorrekening van de notaris. Hij heeft voormeld bedrag op 18 mei 2004 rechtstreeks overgemaakt aan [A]. Klager merkt nog op dat hij de notaris op 23 februari 2005 heeft verzocht om het bedrag van € 3.907,50 naar hem over te maken naar aanleiding van het feit dat zijn accountant hem hierover vragen heeft gesteld. ad b. Klager stelt dat hij het merkwaardig vindt dat de notaris, één dag nadat hij de volmacht had ondertekend, het door hem onder de notaris gestorte bedrag van € 25.000,-- heeft doorgestort aan [A]. Hij is van mening dat de notaris eerst tot overboeking had mogen overgaan, nadat door hem de akte houdende uitgifte aandelen was verleden, ondanks het feit dat het klager bekend was dat [A] dringend om het geld had verzocht. Voorts is klager van mening dat nu de overeenkomst met betrekking tot de lening slechts door hem was ondertekend, hij daaraan niet gebonden is. 4. Het standpunt van de notaris. 4.1 ad a. De notaris stelt dat met de aandeelhouders was afgesproken dat elk van hen een bedrag van € 50.000,-- zou overmaken naar zijn kantoorrekening en dat hij voor doorstorting aan [A] zou zorgdragen. De notaris voert in dit verband aan dat deze afspraak voortvloeit uit de volmacht die door klager op 26 mei 2004 is ondertekend. Alle aandeelhouders met uitzondering van klager, hebben aan dit verzoek voldaan. De notaris stelt dat door klager een afwijkend traject met betrekking tot de betalingen is gevolgd, en dat dit door klager is erkend. Uit de volmacht die door klager op 18 juni 2004 en overigens ook uit de eerder vermelde volmacht, blijkt volgens de notaris dat klager 1.125 aandelen zou ontvangen voor een totaalbedrag van € 20.092,50. De notaris erkent dat door hem, nadat de akte met betrekking tot de uitgifte van de aandelen op 23 juni 2004 was verleden, onder meer het door klager op zijn kantoorrekening gestorte bedrag (€ 25.000,--) is overgemaakt aan [A], waarbij hij er van uit is gegaan dat [A] het te weinig door klager betaalde bedrag van € 20.092,50 rechtstreeks van klager zou vorderen. Hem was niet bekend dat klager inmiddels een bedrag van € 25.000,-- rechtstreeks aan [A] had overgeboekt. De notaris voegt hieraan nog toe dat klager, toen hij in november 2004 in verband met de tweede aandelenemissie opnieuw een bedrag (van € 25.000,--) overmaakte naar de kantoorrekening, geen vragen heeft gesteld over of opmerkingen heeft gemaakt met betrekking tot het door hem ontvangen aandelenpakket (aantal) of zijn eerdere storting van € 25.000,-- aan de notaris en dat hem derhalve niet bekend was dat [A] een bedrag van € 3.907,50 teveel van klager had ontvangen. De notaris meent dan ook dat hij volgens de door hem met partijen gemaakte afspraken heeft gehandeld en dat klager ten onrechte van hem voormeld bedrag vordert. ad b. De notaris voert aan dat klager op 10 november 2004 met [A] zowel de overeenkomst met betrekking tot de uitgifte van de aandelen, als de overeenkomst met betrekking tot de lening heeft gesloten. Volgens de notaris volgt alleen hieruit al dat klager het bedrag van € 25.000,-- is verschuldigd aan [A]. De notaris voegt hieraan toe dat door [A] met onder meer klager was afgesproken dat [A] zo spoedig mogelijk over de gelden wilde beschikken. Hij verwijst hierbij naar de tussen klager en [A] gevoerde (e-mail)correspondentie. 5. De beoordeling. 5.1 Ter beoordeling is de vraag of de notaris zich schuldig heeft gemaakt aan enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens de wet op het notarisambt gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van klager, dan wel of hij zich schuldig maakt aan enig handelen of nalaten dat een notaris niet betaamt, een en ander als bedoeld in artikel 98 van de wet op het notarisambt. 5.2 Klachtonderdeel a. is ongegrond. Het staat vast dat de aandeelhouders waaronder klager met [A] hebben afgesproken om op of omstreeks 18 mei 2004 elk een bedrag van € 50.000,-- over te boeken naar de kantoorrekening van de notaris. De notaris heeft vervolgens, nadat de akte houdende uitgifte aandelen door hem was verleden na aftrek van het door elk van de aandeelhouders teveel betaalde bedrag van € 3.907,50, voor doorstorting aan [A] zorggedragen. Klager had gelet op de tekst van de volmacht die door hem op 26 mei 2004 is ondertekend, sindsdien kunnen weten dat hij 1.125 aandelen zou ontvangen voor een bedrag van € 20.092,50 en dat hij met betrekking tot de aandelenuitgifte een bedrag van € 3.907,50 teveel onder de notaris had gestort. Dat de notaris dit bedrag niet aan klager heeft teruggestort valt hem, gelet op het door klager gevolgde betalingstraject, niet aan te rekenen. De Kamer merkt in dit verband wel op dat het beter zou zijn geweest indien de notaris, toen hem was gebleken dat klager in afwijking van de overige aandeelhouders slechts een bedrag van € 25.000,-- aan hem had overgemaakt, klager er (per e-mail) op had gewezen dat hij nog een bedrag van € 25.000,-- minus € 3.907,50 op zijn kantoorrekening diende over te boeken. Dit verzuim van de notaris is echter niet zodanig dat van klachtwaardig handelen gesproken kan worden. 5.3 Ook klachtonderdeel b. is ongegrond. Het staat vast dat klager op 10 november 2004 met [A] een overeenkomst heeft gesloten met betrekking tot de uitgifte van 1.000 aandelen tegen een koers van 1.250 %, derhalve € 12,50 per aandeel. Op diezelfde datum is tussen klager en [A] (mondeling) een overeenkomst tot stand gekomen waarbij klager zich heeft verbonden om aan [A] een lening te verstrekken voor een bedrag van € 12.500,--. Het door klager aangevoerde argument dat de laatst vermelde overeenkomst slechts door hem is ondertekend doet niet ter zake. Klager is op grond van deze overeenkomsten een bedrag van totaal € 25.000,-- verschuldigd aan [A]. In de volmacht die door klager op 18 november is ondertekend, is bepaald dat uitbetaling door de notaris aan [A] zal geschieden “vooruitlopend op het passeren van de akte houdende de uitgifte”. Bovendien is het een en ander ook nog eens vastgelegd in de tussen klager en [A] gevoerde correspondentie. De notaris heeft dan ook slechts uitvoering gegeven aan de tussen partijen gemaakte afspraken. 5.4 Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing. 6. BESLISSING De Kamer van Toezicht over de notarissen en Kandidaat-Notarissen te Haarlem: - verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond. Deze beschikking is op 11 oktober 2005 gegeven door mr A.C. Monster, voorzitter, mrs C. Wisse en N. Vanderveen, leden en mrs S. Mellema en R. Rijkers, plaatsvervangend leden en in tegenwoordigheid van de secretaris mr Y.H. L’Hoir.