
Jurisprudentie
AY2386
Datum uitspraak2006-07-06
Datum gepubliceerd2006-07-07
RechtsgebiedAmbtenarenrecht
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers04/4724 AW-W
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2006-07-07
RechtsgebiedAmbtenarenrecht
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers04/4724 AW-W
Statusgepubliceerd
Indicatie
Afwijzing wrakingsverzoek.
Uitspraak
PROCES-VERBAAL
van de mondelinge uitspraak op 6 juli 2006 van de
CENTRALE RAAD VAN BEROEP
meervoudige kamer
Zitting hebben:
H.A.A.G Vermeulen als voorzitter, G.J.H. Doornewaard en K.J. Kraan als leden, in tegenwoordigheid van P.J.W. Loots als griffier.
Zaaknummer 04/4724 AW-W.
Bij brief van 27 juni 2006 hebben, op grond van artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb),
de erven van [betrokkene], verzoekers,
verzocht om wraking van het lid van de Raad mr. G.P.A.M. Garvelink-Jonkers. Zij is op 13 juli 2006 belast, als voorzitter van een meervoudige kamer van de Raad, met de behandeling van de zaak 04/4724 AW tussen verzoekers en het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss. Het verzoek om wraking is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van de Raad van heden. Verzoekers zijn niet verschenen. Mr. Garvelink-Jonkers heeft niet in de wraking berust en geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.
De Raad wijst het verzoek om wraking af en overweegt daartoe het volgende.
Op grond van artikel 8:15 van de Awb kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Een wrakingsgrond moet zodoende zijn gelegen in feiten of omstandigheden die betrekking hebben op de (persoon van de) rechter die de zaak behandelt. Blijkens de memorie van toelichting bij artikel 8:15 van de Awb (PG Awb II, blz 410) is de ratio van het instituut van de wraking gelegen in het waken tegen inbreuken op de rechterlijke onpartijdigheid en tegen de schijn van rechterlijke partijdigheid.
Bij brief van 21 juni 2006 is namens verzoekers aan de Raad het volgende verzoek voorgelegd:
“ Op 13 juli 2006 ben ik met vakantie en is ook mevrouw [betrokkene 2] op vakantie. De zaak die inmiddels al twaalf jaar loopt is complex en kan niet zo goed door een ander als ondergetekende worden gedaan. Daarnaast wil ook cliënte heel graag bij de zitting zijn. Tot slot wil ik ook een getuige horen de heer [getuige] die met ons mee zal komen zodat het dringend gewenst is om de zaak uit te stellen. Ik wil u dan ook verzoeken om de zitting uit te stellen.”
Bij schrijven van 23 juni 2006 heeft de griffier aan de gemachtigde van verzoekers bericht dat geen termen aanwezig zijn geacht het verzoek in te willigen.
Het wrakingsverzoek berust op de grond dat door deze afwijzing van het uitstelverzoek het recht op een eerlijke behandeling van de zaak is geschaad en sprake is van partijdigheid, aangezien verzoekers het recht om het beroep toe te lichten en de getuige te doen horen, is ontnomen. Volgens verzoekers klemt dit temeer nu de getuige niet eerder is gehoord. Dit doet verzoekers vermoeden dat het pleit reeds is beslecht in het voordeel van de tegenpartij.
De Raad overweegt dat uit de ratio van het wrakingsinstrument voortvloeit dat het niet is bedoeld als een rechtsmiddel tegen procedurele beslissingen. De beslissing om geen gebruik te maken van de bevoegdheid om uitstel te verlenen, is een procedurele beslissing waaruit naar het oordeel van de Raad geen (schijn van) partijdigheid kan worden afgeleid. In de afwijzing van het uitstelverzoek ziet de Raad geen enkele aanwijzing voor de (veronder)stelling dat op enigerlei wijze is vooruitgelopen op de inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep van verzoekers. Ook anderszins bevat het wrakingsverzoek geen enkel aanknopingspunt voor het oordeel dat door het (mede) behandelen van de zaak door mr. Garvelink-Jonkers de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Waarvan proces-verbaal,
Utrecht, 6 juli 2006
de voorzitter, De griffier,
H.A.A.G. Vermeulen P.J.W. Loots