
Jurisprudentie
AY2626
Datum uitspraak2006-05-17
Datum gepubliceerd2006-07-07
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers102527/HA ZA 04-777
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2006-07-07
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers102527/HA ZA 04-777
Statusgepubliceerd
Indicatie
Totstandkomen overeenkomst. Buitengerechtelijke kosten.
De rechtbank oordeelt dat eisers zijn geslaagd in het leveren van bewijs van hun stelling dat overeenstemming is bereikt over het aanbod van gedaagde om de te betalen erpachtcanon af te kopen a) eeuwigdurend voor € 56.000,- dan wel voor een periode van vijftig jaar voor € 41.000,-.
Dat eisers zich bij de onderhandelingen hebben doen bijstaan door verschillende deskundigen brengt niet mee dat na het bereiken van een voor eisers gunstig onderhandelingsresultaat gedaagde in de kosten van die deskundigen moet bijdragen.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 102527 / HA ZA 04-777
Vonnis van 17 mei 2006
in de zaak van
1. M. de B.
2.t/m 98: 97 andere bewoners;
99. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Bewonersvereniging ’t Kalf
1 tot en met 98 wonende te Zaandam, gemeente Zaanstad,
partij 99 gevestigd te Zaandam, gemeente Zaanstad,
eisers,
procureur mr. C.M. Kan,
tegen
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
ZAANDAMS VOLKSHUISVESTING (ZVH),
gevestigd te Zaandam, gemeente Zaanstad,
gedaagde,
procureur mr. M. Middeldorp.
Partijen zullen hierna de Bewoners en ZVH genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 25 mei 2005,
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 20 juli 2005,
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 23 november 2005,
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 1 maart 2006,
- het proces-verbaal van tegengetuigenverhoor van 8 maart 2006.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1. In genoemd tussenvonnis van 25 mei 2005, waaraan de rechtbank zich houdt, zijn de Bewoners toegelaten te bewijzen dat op 31 juli 2003 overeenstemming is bereikt over het aanbod van ZVH aan de Bewoners om de te betalen erfpachtcanon af te kopen a) eeuwigdurend voor een bedrag van € 56.000,- of b) voor een periode van vijftig jaar voor een bedrag van € 41.000,-.
2.2. De Bewoners hebben als getuige doen horen E. H., A.M. V. en B. R.. ZVH heeft tot tegenbewijs als getuige doen horen T.J. H.
2.3. De Bewoners zijn geslaagd in het leveren van het verlangde bewijs.
De getuige R. heeft verklaard, zakelijk weergegeven, dat hij van de Bewoners de opdracht had gekregen hen bij te staan in de onderhandelingen met ZVH over de eeuwigdurende afkoop van de canon; dat hij in het kader van die opdracht twee besprekingen heeft bijgewoond van de vertegenwoordigers van de Bewoners met ZVH; dat in de eerste bespreking op 4 juli 2003 T.J. H. namens ZVH heeft medegedeeld dat de beslissing omtrent het doen van een aanbod tot eeuwigdurende afkoop van de canon door ZVH nog niet was genomen en dat hij daartoe nog een commissaris van ZVH moest consulteren; dat op 31 juli 2003 een vervolgbespreking zou worden gehouden en dat T.J. H. voor die tijd bedoelde commissaris geconsulteerd zou hebben; dat hij op 31 juli 2003 samen met E. H. en A.M. V. met T.J. H. heeft gesproken en dat T.J. H. toen meedeelde met bedoelde commissaris gesproken te hebben en dat hij namens ZVH de Bewoners kon aanbieden de canon eeuwigdurend af te kopen voor een bedrag van € 56.000,- per bewoner; dat er toen nog over de prijs is onderhandeld, maar dat de Bewoners uiteindelijk akkoord zijn gegaan met die prijs; dat het aanbod uitsluitend werd gedaan aan de bewoners die toen al hadden aangegeven de erfpacht te willen verkrijgen.
De (partij)getuige E. H. heeft verklaard, zakelijk weergegeven, dat hij op 31 juli 2003 samen met B. R. en A.M. V. heeft gesproken met T.J. H.; dat T.J. H. toen namens ZVH heeft medegedeeld dat ZVH het aanbod deed de canon eeuwigdurend af te kopen voor € 56.000,-; dat er nog over de prijs is onderhandeld, maar dat de Bewoners tenslotte akkoord zijn gegaan met die prijs; dat het aanbod niet overdraagbaar was aan nieuwe kopers; dat de afspraak dat de canon voor 50 jaar kon worden afgekocht al langer op tafel lag en dat T.J. H. op 31 juli 2003 aangaf dat dat aanbod nog steeds stond.
De (partij)getuige A.M. V. heeft verklaard, zakelijk weergegeven, dat hij op 31 juli 2003 in gezelschap van B. R. en E. H. heeft gesproken met T.J. H.; dat T.J. H. toen namens ZVH het aanbod deed dat de canon eeuwigdurend kon worden afgekocht tegen een prijs van € 56.000,-; dat na onderhandelingen de Bewoners akkoord zijn gegaan met deze prijs; dat het aanbod niet overdraagbaar was aan nieuwe kopers.
2.4. Nu als onbetwist vaststaat dat T.J. H. in het gesprek van 31 juli 2003 als rechtsgeldige vertegenwoordiger optrad van ZVH is op grond van bovengenoemde verklaringen bewezen dat ZVH op 31 juli 2003 aan de Bewoners het aanbod heeft gedaan om de erfpachtcanon eeuwigdurend af te kopen en dat dit aanbod door de Bewoners is aanvaard, zodat hieromtrent volledige overeenstemming is bereikt. Dit bewijs is niet ontkracht door de verklaring van de (partij)getuige T.J. H., die immers alleen staat in zijn verklaring dat ZVH op 31 juli 2003 nog voorbehouden heeft gemaakt.
2.5. Omtrent het aanbod dat de canon door de Bewoners ook voor een periode van vijftig jaar kon worden afgekocht tegen een prijs van € 41.000,- verschillen partijen niet van mening.
2.6. Nu ZVH niet eenzijdig kan terugkomen op de met de Bewoners gesloten overeenkomst ligt de subsidiaire vordering voor toewijzing gereed. Voor alle duidelijkheid wordt vermeld dat dit ook geldt voor eisers J.F. ter V.(eiser nr 81) en H.A. J. (eiser nr 82), nu uit produktie 19 bij de akte van repliek blijkt dat ook zij behoren, hoewel aanvankelijk door ZVH betwist, tot de kopers van het eerste uur. De gevorderde dwangsommen zullen worden gemaximeerd.
2.7. De vordering tot vergoeding van schade, op te maken bij staat, wordt als ongegrond afgewezen. Deze vordering is door de Bewoners gegrond op de stelling dat ZVH pas na 1 juli 2003 een aanbod heeft gedaan tot afkoop van de canon. Los van de vraag of een toezegging, inhoudende dat een aanbod vóór 1 juli 2003 zal worden gedaan, een verbintenis daartoe in het leven roept, is ZVH niet in verzuim geraakt, nu zij niet door de Bewoners in gebreke is gesteld. Daarnaast staat als onbetwist vast dat ZVH aan bewoners die een financiering hadden geregeld voor de beoogde aankoop van de grond voor € 41.000,-, al in een vroeg stadium heeft aangeboden dat bedrag aan te wenden voor afkoop van de canon voor een periode van 50 jaar. Voor vergoeding van de gestelde financieringsschade is dan ook geen plaats.
2.8. De vordering ter zake van buitengerechtelijke kosten wordt eveneens als ongegrond afgewezen. De Bewoners hebben niet (voldoende onderbouwd) gesteld dat zij deze kosten daadwerkelijk hebben gemaakt en dat die kosten betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Dat de Bewoners zich bij de onderhandelingen hebben doen bijstaan door verschillende deskundigen brengt niet mee dat na het bereiken van een voor de Bewoners gunstig onderhandelingsresultaat ZVH in de kosten van die deskundigen moet bijdragen.
2.9. ZVH zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Bewoners worden begroot op:
- dagvaarding EUR 83,78
- vast recht 241,00
- getuigenkosten 464,00
- salaris procureur 2.034,00 (4.5 punt × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 2.822,78
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. veroordeelt ZVH om binnen 30 dagen na betekening van dit vonnis aan alle eisers afzonderlijk aan te bieden twee mogelijkheden om de erfpachtcanon voor de erfpacht van de grond onder de door hen gekochte woningen in woonwijk De Beken en Meren te Zaandam, partijen genoegzaam bekend, af te kopen, te weten
a) eeuwigdurende afkoop tegen € 56.000,- en bijkomende voorwaarden
en
b) afkoop voor 50 jaar tegen € 41.000,- en bijkomende voorwaarden;
3.2. bepaalt dat ZVH voor iedere dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat zij in strijd handelt met het onder 3.1 bepaalde, aan eisers individueel een dwangsom verbeurt van EUR 10.000,-, tot een maximum van EUR 50.000,-,
3.3. veroordeelt ZVH in de proceskosten, aan de zijde van de Bewoners tot op heden begroot op EUR 2.822,78,
3.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.C. Monster en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2006.?