
Jurisprudentie
AY3974
Datum uitspraak2006-07-14
Datum gepubliceerd2006-07-17
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers04/1317 TW
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2006-07-17
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers04/1317 TW
Statusgepubliceerd
Indicatie
Niet betalen griffierecht.
Uitspraak
04/1317 TW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellant], wonende te [woonplaats] (Marokko) (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 20 januari 2004, 02/3302 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 14 juli 2006
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend en desgevraagd nadere stukken ingezonden.
De Raad heeft de rechtbank informatie gevraagd, die op 18 april 2006 is verstrekt.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 juni 2006. Appellant is niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door A. Anandbahadoer.
II. OVERWEGINGEN
De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak appellants beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de daarvoor gestelde termijn was betaald.
Desgevraagd heeft de rechtbank medegedeeld dat het griffierecht ook na het verstrijken van bedoelde termijn niet is ontvangen.
(Ook) in hoger beroep heeft appellant geen enkele omstandigheid aangevoerd die tot het oordeel zou kunnen leiden dat hij buiten staat is geweest het griffierecht tijdig te betalen. Evenals de rechtbank ziet de Raad dan ook geen aanknopingspunten voor het oordeel dat appellant niet in verzuim is geweest.
De uitspraak komt derhalve voor bevestiging in aanmerking.
De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade. De beslissing is, in tegenwoordigheid van P.H. Broier als griffier, uitgesproken in het openbaar op 14 juli 2006.
(get.) M.M. van der Kade.
(get.) P.H. Broier.
GdJ

