Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AY5175

Datum uitspraak2006-05-16
Datum gepubliceerd2006-07-28
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers2005/826
Statusgepubliceerd


Indicatie

Appellant heeft in zijn toelichting op grief I als meest verstrekkend verweer aangevoerd dat NB&S niet-ontvankelijk in haar vorderingen dient te worden verklaard, omdat niet zij, maar NBENS Automatisering B.V. of Paintlife B.V. schuldeiser is. Anders dan NB&S heeft aangevoerd, is niet van belang dat appellant het hiervoor genoemde verweer in zijn toelichting op zijn enige grief naar voren heeft gebracht. De wet schrijft immers geen bepaalde vorm voor de grieven voor, terwijl dit -duidelijke- verweer ook past binnen de door [appellant] geformuleerde grief, die er immers toe strekt dat de vorderingen van NB&S worden afgewezen. Het hof verwerpt eveneens het verweer van NB&S dat appellant dit verweer in eerste aanleg had moeten aanvoeren. Op grond van artikel 348 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan de oorspronkelijk gedaagde in hoger beroep als appellant -in ieder geval ook door middel van een daartoe strekkende grief- nieuwe verweren aanvoeren, tenzij uit de proceshouding van de oorspronkelijk gedaagde ondubbelzinnig voortvloeit dat het desbetreffende verweer is prijsgegeven. Dit laatste doet zich hier niet voor.


Uitspraak

16 mei 2006 vijfde civiele kamer rolnummer 2005/826 G E R E C H T S H O F T E A R N H E M Arrest in de zaak van: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, procureur: mr J.M. Bosnak, tegen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NB&S Automatisering B.V., gevestigd te Duiven, geïntimeerde, procureur: mr [X.]. 1 Het geding in eerste aanleg Voor het verloop van het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar het vonnis van de kantonrechter (rechtbank Arnhem, sector kanton, locatie Tiel) van 23 maart 2005, gewezen tussen appellant (hierna te noemen: [appellant]) als gedaagde en geïntimeerde (hierna te noemen: NB&S) als eiseres. Een fotokopie van dit vonnis is aan dit arrest gehecht. 2 Het geding in hoger beroep 2.1 [appellant] heeft bij exploot van 22 juni 2005 NB&S aangezegd in hoger beroep te komen van bovengenoemd vonnis, met dagvaarding van NB&S om op 4 oktober 2005 voor dit hof te verschijnen. 2.2 NB&S heeft bij exploot van 21 juli 2005 [appellant] aangezegd om -bij vervroeging- op 9 augustus 2005 voor het hof te verschijnen teneinde voort te procederen. 2.3 Bij memorie van grieven heeft [appellant], onder overlegging van elf producties en de processtukken in eerste aanleg, één grief tegen het bestreden vonnis aangevoerd en toegelicht, bewijs aangeboden en geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en, opnieuw recht doende, NB&S alsnog in haar vorderingen niet-ontvankelijk zal verklaren, althans haar deze zal ontzeggen, met veroordeling van NB&S in de kosten van beide instanties (uitvoerbaar bij voorraad). 2.4 [appellant] heeft akte verzocht van zijn wijziging van eis, inhoudende dat in plaats van NB&S, mr [X.] in de proceskosten in beide instanties (uitvoerbaar bij voorraad) wordt veroordeeld. 2.5 Bij memorie van antwoord heeft NB&S, onder overlegging van twee producties, de grief bestreden, bewijs aangeboden en geconcludeerd dat het hof, zonodig onder aanvulling of verbetering van gronden, het bestreden vonnis zal bevestigen en [appellant] zal veroordelen in de kosten van (naar het hof begrijpt) het hoger beroep. 2.6 [appellant] heeft akte verzocht van enkele op schrift gestelde mededelingen. 2.7 NB&S heeft antwoordakte verzocht. 2.8 Ten slotte hebben beide partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd. 3 De grieven [appellant] heeft de volgende grief aangevoerd: Ten onrechte heeft de kantonrechter geoordeeld dat [appellant] het aanvankelijk door NB&S gevoerde verweer volledig heeft weerlegd en de vordering toegewezen. Ten onrechte heeft de kantonrechter [appellant] in het ongelijk gesteld en [appellant] veroordeeld om aan NB&S te betalen de som van € 3.967,42, vermeerderd met wettelijke rente over € 3.514,48 vanaf 27 mei 2004 tot aan de dag van volledige betaling. Ten onrechte heeft de kantonrechter [appellant] veroordeeld tot betaling van de proceskosten. 4 De vaststaande feiten 4.1 Op 8 juli 1986 is in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Centraal Gelderland (hierna: de KvK) onder nummer 09058047 ingeschreven de op 24 juni 1986 opgerichte besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Paintlife B.V. (hierna: Paintlife B.V.), gevestigd te Zevenaar. De handelsnaam van deze vennootschap is NB&S Automatisering en als handelsadres is vermeld Edisonstraat 78, 6942 PZ Didam. 4.2 Op 24 mei 1996 is in de KvK onder nummer 09091211 ingeschreven de op 23 mei 1996 opgerichte besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NBENS Automatisering B.V. (hierna: NBENS Automatisering B.V.), gevestigd te Aerdt. De handelsnaam van deze vennootschap is NB&S Automatisering en als handelsadres is vermeld Edisonstraat 78, 6942 PZ Didam. Bestuurder van deze vennootschap is Twins Holding B.V. en gevolmachtigde (met volledige volmacht) van deze vennootschap is [A.] (hierna: [A.]). 4.3 Bij vonnis van de rechtbank te Arnhem van 28 augustus 2002 is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NB&S Automatisering B.V., gevestigd te Doesburg, kantoorhoudende te 6983 EB Doesburg, De Pol 51, ingeschreven bij de KvK onder nummer 09098604 in staat van faillissement verklaard. 4.4 Op 6 mei (het hof begrijpt) 2004 heeft [A.] aan mr [X.] (hierna: mr [X.]) een aantal facturen ter incasso aangeboden. In verband hiermee heeft mr [X.] op diezelfde datum uittreksels bij de KvK aangevraagd, waarbij onder andere als trefwoord “NB&S Automatisering” is ingevoerd. Mr [X.] heeft op 6 mei 2004 een uittreksel van de KvK ontvangen waarin de in rechtsoverweging 4.2 vermelde gegevens zijn vermeld. 4.5 Eveneens op 6 mei 2004 heeft mr [X.] namens NB&S Automatisering B.V., gevestigd te Didam, “De heer [appellant], h.o.d.n. N.C.C.S.” schriftelijk gesommeerd om de volgende facturen (te vermeerderen met rente en buitengerechtelijke kosten) te voldoen: - een factuur met nummer 20031562 en factuurdatum 22 april 2003 tot een bedrag van € 1.511,73 (inclusief BTW); - een factuur met nummer 20031740 en factuurdatum 5 juni 2003 tot een bedrag van € 685,42 (inclusief BTW); - een factuur met nummer 20031875 en factuurdatum 16 juli 2003 tot een bedrag van € 1.317,33 (inclusief BTW). 4.6 Bij exploot van 27 mei 2004 heeft de besloten vennootschap NB&S Automatisering B.V., gevestigd te Duiven, [appellant], handelende onder de naam N.C.C.S., gedagvaard om ter terechtzitting van de kantonrechter (rechtbank Arnhem, sector kanton, locatie Tiel) te verschijnen. 5 De motivering van de beslissing in hoger beroep 5.1 Aangezien NB&S zich niet op de door de wet voorgeschreven wijze tegen de eiswijziging van [appellant] heeft verzet, zal het hof van de gewijzigde eis van [appellant] uitgaan. 5.2 [appellant] heeft in zijn toelichting op grief I als meest verstrekkend verweer aangevoerd dat NB&S niet-ontvankelijk in haar vorderingen dient te worden verklaard, omdat niet zij, maar NBENS Automatisering B.V. of Paintlife B.V. schuldeiser is. Het hof overweegt het volgende. 5.3 Anders dan NB&S heeft aangevoerd, is niet van belang dat [appellant] het hiervoor genoemde verweer in zijn toelichting op zijn enige grief naar voren heeft gebracht. De wet schrijft immers geen bepaalde vorm voor de grieven voor, terwijl dit -duidelijke- verweer ook past binnen de door [appellant] geformuleerde grief, die er immers toe strekt dat de vorderingen van NB&S worden afgewezen. 5.4 Het hof verwerpt eveneens het verweer van NB&S dat [appellant] dit verweer in eerste aanleg had moeten aanvoeren. Op grond van artikel 348 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan de oorspronkelijk gedaagde in hoger beroep als appellant -in ieder geval ook door middel van een daartoe strekkende grief- nieuwe verweren aanvoeren, tenzij uit de proceshouding van de oorspronkelijk gedaagde ondubbelzinnig voortvloeit dat het desbetreffende verweer is prijsgegeven. Dit laatste doet zich hier niet voor. 5.5 NB&S heeft niet betwist dat de handelsnaam NB&S Automatisering wordt gevoerd door zowel Paintlife B.V. als NBENS Automatisering B.V.. Dit blijkt ook uit de hiervoor in rechtsoverweging 4.1 en 4.2 vermelde uittreksels van de KvK. Voorts staat vast -ook dit heeft NB&S niet bestreden- dat in ieder geval de op 28 augustus 2002 gefailleerde vennootschap NB&S Automatisering B.V. geen schuldeiser is. 5.6 Volgens NB&S is sprake van een verschrijving en moet NBENS Automatisering B.V. in deze procedure als schuldeiser (en eisende partij) worden aangemerkt. Het hof verwerpt dit verweer. De op 28 augustus 2002 gefailleerde vennootschap NB&S Automatisering B.V. is een geheel andere vennootschap dan NBENS Automatisering B.V.. Zoals hiervoor in rechtsoverweging 4.3 is overwogen is NB&S Automatisering B.V. gevestigd te Doesburg en is zij ook onder een ander nummer ingeschreven bij de KvK. Voorts handelen zowel Paintlife B.V. als NBENS Automatisering B.V. onder de naam NB&S Automatisering. Ook hieruit kan niet worden afgeleid dat NBENS Automatisering B.V. schuldeiser is. Het hof gaat voorbij aan de stelling van NB&S dat [appellant] had kunnen weten dat het hier een verschrijving betrof. Het is juist mr [X.] geweest die had kunnen weten dat de rechtspersoon, die de vordering had moeten instellen, NBENS Automatisering B.V. was en niet NB&S Automatisering B.V.. Hij heeft immers vóór het uitbrengen van de inleidende dagvaarding in eerste aanleg, een uittreksel van de KvK verkregen, waarin deze gegevens zijn vermeld. 5.7 Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, zal NB&S niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vorderingen en zal het bestreden vonnis worden vernietigd. Aangezien gesteld noch gebleken is dat mr [X.] in beide instanties met een deugdelijke opdracht voor NB&S is opgetreden (artikel 245 Rv), zal het hof mr [X.] in de proceskosten in beide instanties veroordelen. 6 De beslissing Het hof, recht doende in hoger beroep: verklaart NB&S niet-ontvankelijk in haar vorderingen; veroordeelt mr [X.] in de kosten van het geding in beide instanties tot op heden aan de zijde van [appellant] in eerste aanleg begroot op een bedrag van € 225,- voor salaris van zijn gemachtigde en in hoger op een bedrag € 948,- voor salaris van de procureur en € 329,60 voor verschotten; verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad; wijst het meer of anders gevorderde af. Dit arrest is gewezen door mrs Knottnerus, Wefers Bettink en Korthals Altes en is in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 mei 2006.