
Jurisprudentie
AY5736
Datum uitspraak2006-05-17
Datum gepubliceerd2006-08-08
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers110248 / HA ZA 05-811
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2006-08-08
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers110248 / HA ZA 05-811
Statusgepubliceerd
Indicatie
Heropening van enquĂȘte mogelijk, tenzij strijd met goede procesorde. Dit is in casu niet het geval.
Uitspraak
rolbeslissing
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 110248 / HA ZA 05-811
Rolbeslissing van 17 mei 2006
in de zaak van
[eiseres in verzet],
wonende te [plaats],
eiseres in verzet,
procureur mr. E.A.M. Claassen,
advocaat mr. H.G. Ruis te Meppel,
tegen
[gedaagde in verzet],
wonende te [plaats],
gedaagde in verzet,
procureur mr. M.P.J. Appelman,
advocaat mr. G. Bloem te Den Haag.
Partijen zullen hierna [eiseres in verzet] en [gedaagde in verzet] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 23 november 2005, waarbij aan [eiseres in verzet] een bewijsopdracht is gegeven
- het proces-verbaal van het verhandelende op 25 januari 2006, waarbij aan de zijde van [eiseres in verzet] drie getuigen zijn gehoord, waarna de enquete aan de zijde van [eiseres in verzet] is gesloten en de zaak is verwezen naar de rol voor opgave verhinderdata voor het bepalen van dag en uur voor de contra-enquete,
- het proces-verbaal van het verhandelde op 19 april 2006, waarbij de zitting is gesloten, na te hebben vastgesteld dat noch de door [gedaagde in verzet] aangezegde getuigen noch zijn advocaat is verschenen.
1.2. [gedaagde in verzet] heeft bij brief van 26 april 2006 verzocht de contra-enquete te heropenen.
1.3. [eiseres in verzet] heeft bij brief van 10 mei 2006 tegen dit verzoek bezwaar gemaakt.
2. De beoordeling
2.1. Een verzoek tot heropening van de enquete is in beginsel toewijsbaar, tenzij sprake is van strijd met een goede procesorde. Het belang van waarheidsvinding kan rechtvaardigen dat ook na de sluiting van de enquete nog getuigen worden gehoord. De grens ligt daar waar strijd ontstaat met de goede procesorde. Aangezien bewijslevering in het teken staat van de waarheidsvinding, zal hiervan niet spoedig sprake zijn.
2.2. [gedaagde in verzet] heeft een redelijk belang bij het horen van de getuige [A] en zichzelf als partij-getuige. De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen wellicht de nodige duidelijkheid kunnen verschaffen over het bestaan van de door [eiseres in verzet] gepretendeerde voorwaarde dat [gedaagde in verzet] voor een financiering van het pand voor een bedrag van omstreeks
EUR 350.000,-- zorg zou dragen en dat het horen van deze getuigen bijdraagt aan de beginselen van een voortvarende procesvoering. Hieraan doet onvoldoende af dat [gedaagde in verzet], wat daar verder ook van zij, de rechter-commissaris niet tijdig heeft verwittigd van het niet verschijnen van de voor te brengen getuigen, waaronder [gedaagde in verzet] zelf, en de advocaat van de Wit op 19 april 2006.
Het is vaste rechtspraak dat een getuigenverhoor ook na sluiting van de enquete heropend kan worden (Hoge Raad 13 september 1996, NJ 1996, 731).
[eiseres in verzet] kan in dit geval niet volhouden dat het verzoek van [gedaagde in verzet] om de contra-enquete te heropenen in strijd is met de goede procesorde. Het verzoek tot heropening van de contra-enquete zal worden toegewezen.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. het verzoek van [gedaagde in verzet] tot heropening van de contra-enquete wordt toegewezen,
3.2. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 31 mei 2006 voor opgave verhinderdata, ambtshalve peremptoir,
3.3. houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.H.S. Lebens-de Mug en in het openbaar uitgesproken op woensdag 17 mei 2006.

