Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AY5825

Datum uitspraak2006-07-19
Datum gepubliceerd2006-08-11
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Middelburg
Zaaknummers48784 HA ZA 2005/376
Statusgepubliceerd


Indicatie

betwisting algemene voorwaarden na overname vordering uit failliete boedel


Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG Sector civiel recht Vonnis van 19 juli 2006 in de zaak van: rolnr: 376/05 de besloten vennootschap Tedab B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Nederweert, eiseres in conventie, gedaagde in reconventie, procureur: mr. U.T. Hoekstra, advocaat: mr. G.D. Bosman, tegen: de besloten vennootschap Aannemingsbedrijf Gebr. Van der Poel B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Terneuzen, gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, procureur: mr. J. Boogaard, advocaat: mr. J. van Boekel. 1. Het verdere verloop van de procedure De rechtbank verwijst naar haar tussenvonnis van 19 oktober 2005. Ter uitvoering van dat vonnis is op 22 december 2005 een comparitie van partijen gehouden, waarvan proces-verbaal is opgemaakt. Ter comparitie is door Tedab een conclusie van antwoord in reconventie genomen. Vervolgens zijn nog de volgende processtukken gewisseld: - akte in het geding brengen productie van de zijde van Van der Poel; - akte van de zijde van Tedab. 2. De feiten in conventie en in reconventie 2.1 Tedab Installatiegroep B.V. heeft in opdracht en voor rekening van Van der Poel werkzaamheden verricht voor het bouwproject Appartementen KWL-gebouw te Oostburg. Terzake deze werkzaamheden heeft Tedab Installatiegroep B.V. twee facturen aan Van der Poel gestuurd ten bedrage van in totaal € 38.693,--. Aan deze werkzaamheden ligt een overeenkomst van aanneming van werk ten grondslag. Op de schriftelijke overeenkomst gedateerd 26 juni 2003 staat vermeld dat van de overeenkomst tussen partijen onder meer deel uitmaken de Aanvullende Algemene Voorwaarden model M d.d. 1 juli 1997. In artikel 9 van deze voorwaarden staat: “Het is de aannemer verboden zijn uit de aannemingsovereenkomst jegens de opdrachtgever voortvloeiende vorderingen zonder diens toestemming aan een derde te cederen, te verpanden of onder welke titel dan ook in eigendom over te dragen, z.g. “verbod van cessie.”” 2.2 Op 29 januari 2004 is Tedab Installatiegroep B.V. gefailleerd. De aangenomen werkzaamheden waren op dat moment nog niet gereed. Tedab heeft uit de failliete boedel onder andere de vordering op Van der Poel gekocht en geleverd gekregen. 3. Het geschil In conventie 3.1 Tedab vordert veroordeling van Van der Poel tot betaling van voornoemde facturen tot het bedrag van € 38.693,--, te vermeerderen met rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten als geformuleerd in het petitum van de dagvaarding. Zij stelt dat de vordering van Tedab Installatiegroep B.V. op Van der Poel door de verkoop en levering ervan rechtsgeldig op haar is overgegaan. De Algemene Voorwaarden model M, met daarin het verbod tot overdracht waarop Van der Poel zich beroept, zijn niet van toepassing. Tedab kent deze voorwaarden niet. Tedab Installatiegroep B.V. wilde deze voorwaarden niet aanvaarden en heeft de overeenkomst van 26 juni 2003 dan ook niet ondertekend. Voor zover de rechtbank zou oordelen dat deze voorwaarden wel van toepassing zijn, stelt Tedab dat het cessieverbod in de gegeven omstandigheden onredelijk bezwarend is. Tedab heeft de vordering te goeder trouw overgedragen gekregen. Het beroep van Van der Poel op verrekening gaat niet op, aangezien Van der Poel haar vordering niet heeft onderbouwd. Ook het verweer van Van der Poel, dat zij de factuur met nummer 4215 van 19 januari 2004 niet verschuldigd is, omdat daarbij de manurenstaat en een door de uitvoerder getekende afrekenstaat ontbreken, gaat niet op. De factuur is opgemaakt in onderling overleg naar aanleiding van de inspectie door dhr. [H.] van Tedab Installatiegroep B.V. op de bouwlocatie. In haar akte in reactie op het overleggen door Van der Poel van de aanvraagbrief d.d. 1 mei 2003 met als bijlage Aanvullende Algemene Voorwaarden model M en artikel 12 Aanvullende Voorwaarden voor het Werk stelt Tedab nogmaals dat Tedab oud (rechtbank: bedoeld is Tedab Installatiegroep B.V.) de schriftelijke overeenkomst d.d. 23 juni 2003 niet heeft ondertekend, omdat zij zich niet kon verenigen met het feit dat niet haar algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing zouden zijn. Zij heeft haar voorwaarden bij haar offerte meegezonden, zodat die van toepassing zouden zijn. Tedab bestrijdt de voorwaarden van Van der Poel te hebben ontvangen. Deze zijn bij Tedab Installatiegroep B.V. niet bekend. 3.2 Van der Poel beroept zich primair op het cessieverbod in haar algemene voorwaarden. Zij stelt op grond daarvan niets aan Tedab verschuldigd te zijn. Deze voorwaarden maken deel uit van de overeenkomst tussen haar en Tedab Installatiegroep B.V. De schriftelijke overeenkomst d.d. 26 juni 2003 is opgemaakt, nadat partijen mondeling overeenstemming hadden bereikt. Die mondelinge overeenkomst is op 10 juni 2003 schriftelijk bevestigd. Deze bevestiging is door Van der Poel als opdrachtgever en Tedab Installatiegroep B.V. als aannemer voor accoord ondertekend. Hierin staat vermeld: “De Opdrachtgever: Aannemersbedrijf Gebrs. van der Poel De Heer: Van Driessche Heden overeengekomen met: De aannemer/Leverancier: Tedab De Heer: Brandenberg Werkobject: KWL-Gebouw Oostburg Werknummer: QA 0998 Onderdeel: Elektrische Installatie E.e.a. geheel overeenkomstig: BESTEK met de hierin opgenomen Administratieve Voorwaarden, bestektekeningen en de Aanvullende Voorwaarden konform onze aanvraagbrief d.d. 01 mei 2003. … (handtekeningen) Uw rekeningen dienen te zijn voorzien van een door de uitvoerder voor akkoord getekende bon/afrekenstaat; en voor zover van toepassing een mandagenregister.” In de aanvraagbrief van 1 mei 2003 staat: “Op Uw aanbieding en het werk zijn tevens onverkort van toepassing de bijgevoegde Aanvullende Voorwaarden, te weten: . A.A.V. Model M + artikel 12 ….”. Subsidiair stelt Van der Poel dat de factuur van 19 januari 2004 met nummer 4215 niet voorzien is van de vereiste manurenstaat en ook geen door de uitvoerder getekende bon. De factuur is destijds dan ook aan Tedab Installatiegroep B.V. teruggestuurd. Van der Poel betwist dat de werkzaamheden die worden gefactureerd, zijn uitgevoerd. Meer subsidiair beroept Van der Poel zich op verrekening met haar vordering op Tedab Installatiegroep B.V. Op grond van de Wet Ketenaansprakelijkheid is zij hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van afdracht van loonbelasting en premies volks- en werknemersverzekeringen en eventuele kosten en renten. Als zij aansprakelijk wordt gesteld, heeft zij op Tedab Installatiegroep B.V. een regresrecht, die zij kan verrekenen met een vordering van de boedel op haar op grond van artikel 53 van de Faillissementswet. Van der Poel betwist gemotiveerd buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd te zijn, c.q. beroept zich op matiging. In reconventie 3.3 Van der Poel vordert veroordeling van Tedab tot betaling aan haar van € 34.164,--, te vermeerderen met (handels)rente en proceskosten. Zij stelt dat zij tot dit bedrag door het faillissement van Tedab Installatiegroep B.V. meerkosten heeft gehad, bestaande uit kosten voor het uitbesteden aan een derde van werkzaamheden die niet, dan wel niet deugdelijk door Tedab Installatiegroep B.V. waren verricht. 3.4 Tedab concludeert tot afwijzing van deze vordering. Zij heeft slechts de vordering van Tedab Installatiegroep B.V. op Van der Poel overgenomen, niet het contract. Van der Poel moet haar vermeende vordering bij de boedel indienen. Zij kan deze niet op Tedab verhalen. Subsidiair betwist Tedab gemotiveerd de door Van der Poel gestelde schade. 4. De beoordeling van het geschil In conventie 4.1 Tegenover de met stukken onderbouwde stelling van Van der Poel dat op de overeenkomst met Tedab Installatiegroep B.V. haar algemene voorwaarden, waaronder het cessieverbod, van toepassing zijn, is de betwisting daarvan door Tedab onvoldoende. Van der Poel heeft de schriftelijke bevestiging van de mondelinge overeenkomst tussen haar en Tedab Installatiegroep B.V. van 10 juni 2003 overgelegd. Deze is door beide partijen ondertekend. Op de bevestiging van 10 juni 2003 staan de Aanvullende Voorwaarden model M als onderdeel van de overeenkomst vermeld. Voor de inhoud van de voorwaarden wordt verwezen naar de aanvraagbrief van 1 mei 2003, waarbij de voorwaarden zijn gevoegd. Door de schriftelijke bevestiging te ondertekenen, aanvaardt Tedab Installatiegroep B.V. de voorwaarden en verklaart deze te kennen. De enkele stelling van Tedab hiertegenover dat Tedab Installatiegroep B.V. ze niet kende met als onderbouwing dat Van der Poel alleen al in de onderhavige procedure twee versies van haar voorwaarden produceert, is daartegenover onvoldoende. Overigens merkt de rechtbank op dat het verschil in de overgelegde voorwaarden slechts zit in de kop. Beide exemplaren zijn gedagtekend op 1 juli 1997 en in beide exemplaren is de tekst van artikel 9 “het verbod van cessie” gelijk. Het niet ondertekenen van de schriftelijke overeenkomst van 26 juni 2003 door Tedab Installatiegroep B.V. leidt er niet toe dat zij niet meer gebonden is aan hetgeen zij eerder mondeling met schriftelijk bevestiging is overeengekomen. 4.2 De rechtbank gaat voorbij aan de stelling van Tedab dat het verbod van cessie onredelijk bezwarend is. Tedab heeft deze stelling, anders dan met “in de gegeven omstandigheden” niet onderbouwd. Zij licht niet toe op welke omstandigheden zij doelt, noch in welk verband deze tot het door haar gewraakte beding staan. 4.3 Hetzelfde lot treft het beroep van Tedab op de goede trouw. Het enkele feit dat zij de vordering te goeder trouw overgedragen heeft gekregen, leidt er niet toe dat Van der Poel geen beroep kan doen op haar voorwaarden. 4.4 De vordering van Tedab moet dan ook worden afgewezen. Van der Poel beroept zich terecht op het verbod van cessie. Tedab Installatiegroep B.V., althans de curator in haar faillissement, kon haar vordering op Van der Poel op grond van artikel 9 van de Aanvullende Algemene Voorwaarden model M niet rechtsgeldig aan Tedab overdragen. Tedab zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het geding in conventie worden veroordeeld. In reconventie 4.5 Uit de beslissing in conventie vloeit voort dat de vordering van Van der Poel in reconventie eveneens moet worden afgewezen. Tussen haar en Tedab is geen rechtsverhouding, waarop haar vordering zou kunnen worden gegrond. Die rechtsverhouding bestaat alleen met Tedab Installatiegroep B.V. De vordering van Van der Poel verhoudt zich ook niet met het door haar in conventie primair gevoerde verweer. Van der Poel zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het geding in reconventie worden veroordeeld. 5. De beslissing De rechtbank: In conventie: wijst de vordering van Tedab af; veroordeelt Tedab in de proceskosten aan de zijde van Van der Poel gevallen, tot dusver begroot op € 1.447,50 aan salaris van haar procureur en op € 1.026,93 aan verschotten, waarvan € 955,-- griffierecht; verklaart dit vonnis ten aanzien van de veroordeling in de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad; In reconventie: wijst de vordering van Van der Poel af; veroordeelt Van der Poel in de proceskosten aan de zijde van Tedab gevallen, tot dusver begroot op € 597,-- aan salaris van haar procureur en op nihil aan verschotten. Dit vonnis is gewezen door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 19 juli 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.