Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AY6431

Datum uitspraak2006-08-14
Datum gepubliceerd2006-08-17
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
ZaaknummersTBS 111/06
Statusgepubliceerd


Indicatie

De raadsman van betrokkene heeft betoogd dat omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege niet kan worden gerechtvaardigd. De verweren van de raadsman treffen geen doel. Voldoende is dat vaststaat dat naleving van de voorwaarden niet is te realiseren en dat de veiligheid van anderen dan wel de algehele veiligheid van personen verpleging van overheidswege eist. Van enige vorm van dwangbehandeling is geen sprake gelet op de omstandigheid dat de terbeschikkinggestelde heeft ingestemd met de naleving van de voorwaarden en daarmee in het bijzonder met intramurale behandeling. Deelname aan het delictscenario behoort tot de gebruikelijk methodiek bij intramurale behandeling. Nu een voorwaarde verbonden aan de terbeschikkingstelling niet is gerealiseerd en een dwingend kader -vanwege de problematiek en de daarmee samenhangende kans op herhaling- geboden is, is het hof van oordeel verpleging van overheidswege van betrokkene is vereist.


Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM TBS 2006I Beslissing d.d. 14 augustus 2006 De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van [terbeschikking gestelde], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], verblijvende in [verblijfplaats]. Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te Maastricht van 10 april 2006, houdende de beslissing dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd. Overwegingen: Het hof zal de beslissing van de rechtbank dienen te vernietigen, daar het hof recht zal doen mede op grond van hetgeen de getuige-deskundigen ter terechtzitting van het hof hebben verklaard. Het verzoek tot nader onderzoek door een externe deskundige, teneinde een duidelijke diagnose omtrent betrokkene te laten stellen, wordt afgewezen. Ter terechtzitting van het hof is inderdaad gebleken dat er geen sprake is van een vastomlijnde diagnose. Het hof acht het zonder meer van belang dat omtrent die diagnose meer helderheid wordt verkregen. Het hof acht zich echter, in het kader van de procedure tot omzetting van terbeschikkingstelling met voorwaarden in terbeschikkingstelling met een bevel tot verpleging van overheidswege, voldoende voorgelicht. De raadsman van betrokkene heeft betoogd dat omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege niet kan worden gerechtvaardigd. De raadsman heeft hiertoe een aantal redenen gegeven, te weten, kort samengevat: - Betrokkene heeft geen voorwaarde overtreden. - De eis om mee te werken aan een delictanalyse mag niet worden gesteld, omdat dit leidt tot dwangbehandeling. - Het is mogelijk dat juist de stoornis in het autismespectrum de oorzaak is van de houding van betrokkene en daarom een bewuste overtreding van de voorwaarden niet aan mijn cliƫnt kan worden verweten. - Betrokkene vormt geen zodanig, gewijzigd gevaar voor de samenleving dat enkel op deze grond een omzetting noodzakelijk is. De verweren van de raadsman treffen geen doel. Het is niet van doorslaggevend belang of de terbeschikkinggestelde enig verwijt treft van het niet-naleven van voorwaarden. Voldoende is dat vaststaat dat naleving van de voorwaarden niet is te realiseren en dat de veiligheid van anderen dan wel de algehele veiligheid van personen verpleging van overheidswege eist. Anders dan de raadsman meent, kan juist de aard van de stoornis een factor zijn of alsnog blijken te zijn die voor de terbeschikkinggestelde aan naleving van voorwaarden in de weg staat. Van enige vorm van dwangbehandeling is geen sprake gelet op de omstandigheid dat de terbeschikkinggestelde heeft ingestemd met de naleving van de voorwaarden en daarmee in het bijzonder met intramurale behandeling. Deelname aan het delictscenario behoort tot de gebruikelijk methodiek bij intramurale behandeling. Dat er enige drang is uitgeoefend om de terbeschikkinggestelde te bewegen tot deelname aan het delictscenario maakt dit niet anders. Niet gebleken is immers dat deze drang buitenproportioneel is geweest. Een belangrijke voorwaarde die in het kader van de terbeschikkingstelling bij beslissing van de rechtbank Maastricht van 4 februari 2004 is opgelegd en gewijzigd bij beslissing van de rechtbank van Maastricht van 7 juni 2005, is niet gerealiseerd. Volgens de FPK te Assen is betrokkene niet te behandelen in de FPK. De reclassering heeft geconcludeerd dat er voor betrokkene geen andere mogelijkheden zijn in het kader van terbeschikkingstelling met voorwaarden. Psychiater De Mon heeft aangegeven dat bij betrokkene in ieder geval sprake is van een ernstige persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale trekken. Betrokkene zal het meest gebaat zijn bij een langdurig behandelingstraject. Het recidivegevaar is nog onverminderd aanwezig. Nu een voorwaarde verbonden aan de terbeschikkingstelling niet is gerealiseerd en een dwingend kader -vanwege de problematiek en de daarmee samenhangende kans op herhaling- geboden is, is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verpleging van overheidswege eist als in de hierna te vermelden beslissing is vervat. Beslissing: Het hof: Vernietigt de beslissing van de rechtbank te Maastricht van 10 april 2006 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde. Beveelt dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd. Aldus gedaan door mr Vegter als voorzitter, mrs Van Kuijck en Buyne als raadsheren, en drs Van Iersel en dr Raes als raden, in tegenwoordigheid van mr Jansen als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2006. De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen