Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AY7064

Datum uitspraak2006-08-10
Datum gepubliceerd2006-08-29
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers1882/05 GDW
Statusgepubliceerd
SectorNotariskamer


Indicatie

Gebruik GBA gegevens door gerechtsdeurwaarder.


Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER Bij vervroeging Beslissing van 10 augustus 2006 in de zaak onder rekestnummer 1882/05 GDW van: MR. [...], gerechtsdeurwaarder te [...], APPELLANT, t e g e n [...], wonende te [...], GEÏNTIMEERDE. 1. Het geding in hoger beroep 1.1. Ter griffie van het hof alhier is op 5 december 2005 ingekomen een verzoekschrift van de zijde van appellant, verder te noemen gerechtsdeurwaarder, waarbij hij tijdig hoger beroep heeft ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam, verder te noemen de kamer, van 1 november 2005, verzonden op 4 november 2005, waarbij de klacht van geïntimeerde, verder te noemen klaagster, gegrond is verklaard zonder oplegging van een maatregel aan de gerechtsdeurwaarder. 1.2. Van de zijde van klaagster is geen verweerschrift ontvangen. 1.3. De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 22 juni 2006. Klaagster is, alhoewel behoorlijk opgeroepen, zonder bericht niet verschenen. De gerechtsdeurwaarder is eveneens niet verschenen, hetgeen hij heeft aangekondigd bij brief ingekomen op 17 mei 2006. 2. De stukken van het geding Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie alsmede van de hiervoor genoemde stukken. 3. De feiten Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat. 4. Het standpunt van klaagster Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij, als bijlage bij de tot haar gerichte dagvaarding van 11 februari 2005, informatie heeft gevoegd uit de gemeentelijke basisadministratie (hierna: GBA). Klaagster begrijpt dat het is toegestaan om een adres te controleren, maar vindt het niet toelaatbaar dat haar overige gegevens zomaar worden doorgegeven en stelt dat de gerechtsdeurwaarder hiermee haar privacy heeft geschonden. 5. Het standpunt van de gerechtsdeurwaarder 5.1. De gerechtsdeurwaarder stelt dat hij in opdracht van een cliënte een dagvaarding diende uit te brengen. Voor het betekenen heeft hij bij de GBA de adresgegevens van de gedaagde gecontroleerd. Het van de GBA ontvangen uittreksel is bij de dagvaarding gevoegd, opdat voor de rechtbank duidelijk is dat een controle is uitgevoerd op de adresgegevens van klaagster en dat deze gegevens nog juist zijn. De gegevens zijn niet aan derden verstrekt. 5.2. In hoger beroep stelt de gerechtsdeurwaarder dat hij is aangewezen op de verstrekking van adres– en persoonsgegevens via de GBA. Deze gegevens worden op elektronische wijze aangevraagd en ontvangen, in de vorm zoals de gegevens aan de dagvaarding zijn gehecht. De gerechtsdeurwaarder kan de wijze waarop de gegevens worden verstrekt niet beïnvloeden, noch kan hij uitsluitend de adresgegevens printen. Voorts is het niet aan een gerechtsdeurwaarder om in een dergelijk uittreksel te gaan “knippen en plakken” of om stukken onleesbaar te maken. Hierdoor kunnen gegevens gemanipuleerd worden, waardoor aan rechterlijke instanties onjuiste gegevens zouden worden gepresenteerd. 6. De beoordeling 6.1. Het hof stelt voorop dat het weliswaar een van de taken van een gerechtdeurwaarder is om ten behoeve van een correcte betekening van een dagvaarding na te gaan of de persoons - en adresgegevens van de persoon die wordt gedagvaard juist zijn, doch dat het daarvoor geenszins noodzakelijk is om naar de uitgebreide gegevens te informeren, zoals door de gerechtsdeurwaarder in het onderhavige geval is gedaan. Het is het hof ambtshalve bekend dat bij de GBA ook kan worden geïnformeerd naar (slechts) de naam-, adres- en woonplaatsgegevens van een betrokkene. Daarbij komt nog dat de vraag is in welke mate de gerechtsdeurwaarder de van de GBA verkregen vertrouwelijke informatie aan anderen mag bekendmaken. Met de kamer is het hof van oordeel dat voor gerechtsdeurwaarders de Gedragscode gerechtsdeurwaarders ter bescherming van persoonsgegevens voor de beantwoording van die vraag van belang is. Art. 7 lid 1 van die Gedragscode luidt als volgt: ”Tenzij met uitdrukkelijke toestemming van de wederpartij, worden diens persoonsgegevens uitsluitend aan de volgende personen of instanties verstrekt: (…) c. aan rechterlijke instanties en andere derden voor zover noodzakelijk voor de vaststelling, uitoefening of verdediging van een recht in rechte;” Indien de gerechtsdeurwaarder, zoals in het onderhavige geval, op het origineel van de dagvaarding en op de daarvan vervaardigde afschriften het adres van de gedaagde vermeldt en tevens vermeldt dat hij een uittreksel uit de GBA heeft aangevraagd , is dat afdoende. Niet noodzakelijk is dat ter staving van het GBA-onderzoek het desbetreffende uitgeprinte GBA-bericht aan de dagvaarding wordt gehecht. Het hof merkt daarbij nog op dat in deze zaak tweemaal een GBA-informatie is aangevraagd; op 5 juli 2004 en 20 januari 2005, waarna de dagvaarding op 11 februari 2005 is betekend. Beide uittreksels zijn aan de dagvaarding gehecht, waarbij opvallend genoeg in de meest recente een bladzijde ontbreekt en wel juist die, waarop de “huidige verblijfsgegevens” van de gedaagde staan vermeld. Het hof is dan ook van oordeel dat de klacht gegrond is. Evenals de kamer is het hof van oordeel dat er geen aanleiding is de gerechtsdeurwaarder een maatregel op te leggen, nu de gegevens van klaagster alleen aan de rechtbank en klaagster zelf bekend zijn gemaakt. 6.2. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht kan als in het voorgaande reeds behandeld dan wel als in deze procedure niet ter zake dienend, buiten beschouwing blijven. 6.3. Het vorenoverwogene leidt mitsdien tot de volgende beslissing. 7. De beslissing Het hof: - bevestigt de bestreden beslissing, onder verbetering van gronden. Deze beslissing is gegeven door mrs. A.D.R.M. Boumans, J.C.W. Rang en L.J. Saarloos en uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 10 augustus 2006 door de rolraadsheer. Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Beschikking van 1 november 2005 als bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de zaak met nummer 67.2005 van: [ ], wonende te [ ], klaagster, tegen: [ ], gerechtsdeurwaarder te [ ], beklaagde. Verloop van de procedure Bij brief met bijlagen van 15 februari 2005 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtdeurwaarder. Bij aangehechte brief van 15 maart 2005 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij brief van 14 september 2005 heeft de gerechtsdeurwaarder medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen. De klacht is behandeld ter zitting van 20 september 2005, alwaar niemand is verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 1 november 2005 1. De feiten Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden. a) Bij exploot van 11 februari 2005 heeft de gerechtsdeurwaarder klaagster gedagvaard te verschijnen voor de kantonrechter te [ ]. b) De gerechtsdeurwaarder heeft aan de dagvaarding informatie gehecht afkomstig van de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. Deze informatie behelst onder meer de historische verblijfsgegevens en persoonsgegevens van klaagster, haar echtgenoot, haar ouders en historische huwelijksgegevens. 2. De klacht Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze bij de dagvaarding de gegevens uit de Gemeentelijke basisadministratie heeft overgelegd. Zij acht dit strijdig met de wijze waarop de gerechtsdeurwaarder met cliënten behoort om te gaan. 3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder De gerechtsdeurwaarder acht de klacht ongegrond. Hij heeft aangevoerd dat hij het van de Gemeentelijke basisadministratie ontvangen uittreksel bij de dagvaarding heeft gevoegd, zodat het voor de rechtbank duidelijk zou zijn dat een controle was uitgevoerd en het adres van klaagster nog juist was. Deze gegevens zijn niet aan derden verstrekt, maar alleen aan de rechtbank en aan klaagster. 4. De beoordeling van de klacht 4.1 Bij de beoordeling van de klacht dient tot uitgangspunt dat een gerechtsdeurwaarder volgens artikel 5 van de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders vertrouwelijk verkregen informatie (waarvan hier sprake is) niet verder of anders bekend mag maken dan voor de zorgvuldige vervulling van zijn beroep wordt vereist of krachtens de wet is toegestaan. In de toelichting bij dit artikel staat vermeld dat deze informatie alleen gebruikt mag worden voor het doel waarvoor de gegevens zijn opgevraagd. Krachtens de wet, artikel 11 van de Wet bescherming persoonsgegevens, mogen persoonsgegevens slechts worden verwerkt voor zover zij, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig zijn. Volgens de Gedragscode gerechtsdeurwaarders ter bescherming van persoonsgegevens (sinds de publicatiedatum in de Staatscourant, 18 februari 2004, voor vijf jaren van kracht) artikel 7, eerste lid onder c, mogen gegevens verstrekt worden aan rechterlijke instanties en aan andere derden voor zover noodzakelijk voor de vaststelling, de uitoefening of de verdediging van een recht in rechte. Volgens de toelichting bij dit artikel mogen alleen gegevens worden verstrekt wanneer dat in het kader van de uitoefening van de werkzaamheden nodig is. 4.2 Het door de gerechtsdeurwaarder beoogde doel van het gebruik van de verkregen informatie was in dit geval om aan de rechter aan te tonen dat klaagster op het juiste adres was gedagvaard. Naar het oordeel van de Kamer had de gerechtsdeurwaarder voor dit doel kunnen volstaan met overlegging van de huidige adresgegevens van klaagster en had alle overige informatie achterwege kunnen worden gelaten. 5. Op grond van het voorgaande dient de klacht gegrond te worden verklaard. Er is naar het oordeel van de Kamer geen aanleiding tot het opleggen van een maatregel over te gaan nu voormelde gegevens slechts aan klaagster zelf en de rechtbank bekend zijn gemaakt zodat wordt beslist als volgt. BESLISSING De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders: ? verklaart de klacht gegrond; ? laat het opleggen van een maatregel achterwege. Aldus gegeven door mr. S.G. Ellerbroek, voorzitter, mr. G.H.I.J. Hage en N.J.M. Tijhuis, (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 november 2005 in tegenwoordigheid van de secretaris. Coll.: Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.