Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AY7191

Datum uitspraak2006-08-30
Datum gepubliceerd2006-08-30
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/460240-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor afpersing en vrijheidsberoving. Via chatsites is gezocht naar potentiele slachtoffers met de bedoeling om deze onder valse voorwendselen naar een afgelegen parkeerplaats in Baak te lokken. Van daar uit is er naar diverse pinautomaten in de regio gereden om geld op te nemen uit pinautomaten. Het slachtoffer is uiteindelijk langs de snelweg uit de auto gezet.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf Meervoudige kamer Parketnummer: 06/460240-06 Uitspraak d.d.: 30 augustus 2006 Tegenspraak / dip VERKORT VONNIS in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [plaats] op [geboortedatum], verblijvende in P.I. Arnhem, huis van bewaring Arnhem Zuid, te Arnhem, overigens niet als ingezetene ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens en zonder bekende feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 augustus 2006. De tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: 1. hij in of omstreeks de periode van 05 mei 2006 tot en met 06 mei 2006 te Baak, gemeente Bronckhorst en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van één of meer geldbedrag(en) en/of een portemonnee en/of (een) pinpas(sen) en/of een mobiele telefoon en/of (een) autosleutel(s) en/of een auto, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan deze [naam slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s): - met (een) bivakmuts(en) op naar [naam slachtoffer] toe is/zijn gelopen en/of - een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, althans een balletjespistool aan [naam slachtoffer] heeft/hebben getoond, althans zichtbaar voor [naam slachtoffer] heeft/hebben vastgehouden en/of (vervolgens) op [naam slachtoffer] heeft/hebben gericht en/of - tegen [naam slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat hij op de achterbank (van zijn auto) moest gaan liggen en/of dat hij zijn gezicht naar beneden moest houden en/of dat hij niet mocht kijken en/of - [naam slachtoffer] op de achterbank (van zijn auto) (liggend) heeft/hebben laten plaatsnemen en/of - een (bivak)muts over het hoofd van die [naam slachtoffer] heeft/hebben getrokken (waardoor [naam slachtoffer] niets meer kon zien) en/of - (daarna) met [naam slachtoffer] is/zijn gaan rijden; ALTHANS, voorzover het bovenstaande op één of meer punten niet tot een bewezenverklaring leidt, hij in of omstreeks de periode van 05 mei 2006 tot en met 06 mei 2006 te Baak, gemeente Bronckhorst en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen één of meer geldbedrag(en) en/of een portemonnee en/of (een) pinpas(sen) en/of een mobiele telefoon en/of (een) autosleutel(s) en/of een auto, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen deze [naam slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s): - met (een) bivakmuts(en) op naar [naam slachtoffer] toe is/zijn gelopen en/of - een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, althans een balletjespistool aan [naam slachtoffer] heeft/hebben getoond, althans zichtbaar voor [naam slachtoffer] heeft/hebben vastgehouden en/of (vervolgens) op [naam slachtoffer] heeft/hebben gericht en/of - tegen [naam slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat hij op de achterbank (van zijn auto) moest gaan liggen en/of dat hij zijn gezicht naar beneden moest houden en/of dat hij niet mocht kijken en/of - [naam slachtoffer] op de achterbank (van zijn auto) (liggend) heeft/hebben laten plaatsnemen en/of - een (bivak)muts over het hoofd van die [naam slachtoffer] heeft/hebben getrokken (waardoor [naam slachtoffer] niets meer kon zien) en/of - (daarna) met [naam slachtoffer] is/zijn gaan rijden; artikel 312 van het wetboek van strafrecht art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht 2. hij in of omstreeks de periode van 05 mei 2006 tot en met 06 mei 2006 te Baak, gemeente Bronckhorst en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [naam slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft (hebben) en/of is (zijn) hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) (opzettelijk wederrechtelijk) - [naam slachtoffer] (onder bedreiging van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, althans een balletjespistool) (liggend) plaats laten nemen op de achterbank (van zijn, [naam slachtoffer] auto) en/of - hem (vervolgens) een (bivak)muts over het hoofd heen getrokken en/of - met [naam slachtoffer] gaan rijden; art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht Bewezenverklaring Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat: 1. hij in de periode van 05 mei 2006 tot en met 06 mei 2006 te Baak, gemeente Bronckhorst en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van één geldbedrag en pinpassen en een mobiele telefoon en autosleutels en een auto, toebehorende aan deze [naam slachtoffer], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en zijn mededaders: - met bivakmutsen op naar [naam slachtoffer] toe zijn gelopen en - een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan hebben getoond en vervolgens op [naam slachtoffer] hebben gericht en - tegen [naam slachtoffer] hebben gezegd dat hij op de achterbank van zijn auto moest gaan liggen en dat hij zijn gezicht naar beneden moest houden en dat hij niet mocht kijken en - [naam slachtoffer] op de achterbank van zijn auto liggend hebben laten plaatsnemen en - een bivakmuts over het hoofd van die [naam slachtoffer] hebben getrokken waardoor [naam slachtoffer] niets meer kon zien en - daarna met [naam slachtoffer] zijn gaan rijden; 2. hij in de periode van 05 mei 2006 tot en met 06 mei 2006 te Baak, gemeente Bronckhorst en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [naam slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd, immers hebben hij verdachte en zijn mededaders opzettelijk wederrechtelijk - [naam slachtoffer] onder bedreiging van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp liggend plaats laten nemen op de achterbank van zijn, [naam slachtoffer] auto en - hem vervolgens een bivakmuts over het hoofd heen getrokken en - met [naam slachtoffer] gaan rijden. Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde Wat meer of anders is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezene levert op de misdrijven: 1. primair: medeplegen van afpersing; 2. medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven. Strafbaarheid van de verdachte Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Oplegging van straf en/of maatregel De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden. Verdachte en zijn mededaders hebben uit geldgebrek het plan opgevat om iemand te beroven, waarbij verdachte de initiator is geweest. Zij zijn goed voorbereid te werk gegaan en hebben zich voorzien van bivakmutsen, handschoenen en een (nep)pistool. Vervolgens is via chatsites contact gezocht met potentiële slachtoffers. Het latere slachtoffer [naam slachtoffer] is op een verzoek tot een date ingegaan, in de veronderstelling verkerende dat hij tegen betaling een afspraak had met een zekere [naam mevrouw]. Hij is onder valse voorwendselen naar een afgelegen parkeerplaats in Baak gelokt. Daar aangekomen, hebben verdachte en zijn medeverdachte met bivakmutsen op en onder dreiging van het wapen [naam slachtoffer] gedwongen plaats te nemen in zijn auto. Vervolgens zijn hem zijn geld, goederen en pinpassen afgenomen en is er met zijn auto naar diverse pinautomaten in verschillende plaatsen in de regio gereden om geld op te nemen. Uiteindelijk is het slachtoffer ’s nachts op de snelweg uit de auto gezet. Het is algemeen bekend dat een feit als waar het hier om gaat een diepe en blijvende indruk kan maken op het slachtoffer. Deze heeft in de veronderstelling verkeerd een gezellige avond te krijgen, maar heeft daarin tegen een aantal uren in angst doorgebracht. Verdachte heeft met deze voorzienbare gevolgen geen rekening gehouden. Hij heeft slechts zijn eigen, op snel financieel gewin gerichte belang, nagestreefd. Feiten als deze dragen bovendien bij aan gevoelens van onveiligheid in de maatschappij. Tevens houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte eerder met politie en justitie in aanraking is geweest en eerder is veroordeeld. Verdachte is relatief kort na het ondergaan van een langdurige gevangenisstraf weer vervallen in het plegen van misdrijven. De rechtbank acht een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Uit het over verdachte opgemaakte reclasseringsrapport komt naar voren dat verdachte een hoog risico loopt om te recidiveren. De rechtbank zal aan dat voorwaardelijke strafdeel een bijzondere voorwaarde verbinden. Toepasselijke wettelijke voorschriften Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 47, 57, 63, 282 en 317 van het Wetboek van Strafrecht. Beslissing De rechtbank beslist als volgt. Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden. Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 6 (zes) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt danwel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd. Stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de Stichting Reclassering Nederland, arrondissement Zutphen, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt. Geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarde hulp en steun te verlenen. Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorge-bracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht. Aldus gewezen door mrs. Elders, voorzitter, Van Lookeren Campagne en Donker, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 augustus 2006. Mr. Donker is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.