Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AY8414

Datum uitspraak2006-08-02
Datum gepubliceerd2006-09-19
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers437862 \ CV EXPL 06-1601
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Verrekening van no-claim teruggaaf in aanhangige procedure


Uitspraak

Vonnis RECHTBANK ARNHEM Sector kanton Locatie Tiel zaakgegevens 437862 CV EXPL 06-1601 127 PWWV uitspraak van 2 augustus 2006 Vonnis in de zaak van [zorgverzekeraar]. gevestigd te Zwolle en kantoorhoudende te Wageningen eisende partij gemachtigde M.G. Tempelman tegen [gedaagde] wonende te [adres] gedaagde partij procederend in persoon Partijen worden hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd. De procedure Het verloop van de procedure blijkt uit - de dagvaarding van 23 maart 2006 - de conclusie van antwoord met producties - de conclusie van repliek met een productie. Het geschil en de beoordeling 1. [eiser] vordert na bij repliek haar vordering te hebben verminderd de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 48,08, rente en proceskosten. 2. Dat de vordering in hoofdsom precies op de dag van dagvaarding door verrekening teniet is gegaan, komt voor rekening en risico van [eiser], zodat zij [gedaagde] in zoverre ten onrechte in rechte heeft betrokken. 3. [eiser] heeft onweersproken gesteld dat (vóór dagvaarding) buitengerechtelijke werkzaamheden waren verricht, die voor vergoeding door [gedaagde] in aanmerking komen. Het gevorderde bedrag is in overeenstemming met de redelijke en gebruikelijke tarieven, zodat de vordering in zoverre in beginsel toewijsbaar is. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom het bedrag van € 44,03 aan buitengerechtelijke kosten niet evenals de gevorderde premie is verrekend met de no claim teruggaaf die daarvoor op zich toereikend was. Ook in zoverre heeft [eiser] [gedaagde] daarom ten onrechte in rechte betrokken. 4. De vordering van [eiser] wordt afgewezen. [eiser] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen. De beslissing De kantonrechter wijst de vordering van [eiser] af; veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de kant van [gedaagde] begroot op nihil. Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. P.J. Wiegman en in het openbaar uitgesproken op 2 augustus 2006.