Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AY9277

Datum uitspraak2006-08-25
Datum gepubliceerd2006-10-11
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers249235 FA RK 05-4905
Statusgepubliceerd


Indicatie

echtscheiding - uit de verklaring van de vrouw ter terechtzitting volgt dat tussen partijen geen rechtsgeldig huwelijk is gesloten - aanvullend verzoek om te verklaren voor recht dat niet is komen vast te staan dat tussen partijen sprake is van een rechtsgeldig huwelijk.


Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector familie- en jeugdrecht Enkelvoudige Kamer Scheiding rekestnummer: FA RK 05-4905 zaaknummer: 249235 datum beschikking: 25 augustus 2006 BESCHIKKING op het op 30 augustus 2005 ingekomen verzoek van: [de vrouw], wonende te [woonplaats], procureur: mr. J. de Koning. Als belanghebbende wordt aangemerkt: [de man], wonende te [woonplaats], procureur: mr. --. PROCEDURE Bij beschikking van 14 april 2006 van deze rechtbank en kamer is de vrouw in haar verzoeken tot echtscheiding, verdeling en voortgezet gebruik van de echtelijke woning niet-ontvankelijk verklaard, aangezien uit hetgeen de vrouw ter terechtzitting had verklaard was gebleken dat tussen partijen geen rechtsgeldig huwelijk is gesloten. De vrouw heeft ter terechtzitting van 17 maart 2006 een aanvullend verzoek gedaan om te verklaren voor recht dat niet is komen vast te staan dat tussen partijen sprake is van een rechtsgeldig huwelijk. De rechtbank heeft in genoemde beschikking van 14 april 2006 overwogen dat nu de man niet in het geding is verschenen, ingevolge het bepaalde in de artikelen 283 jo. 130 Rv. een verandering of vermeerdering van het verzoek is uitgesloten, tenzij de verzoeker de verandering of vermeerdering tijdig bij exploot aan de wederpartij kenbaar heeft gemaakt. De rechtbank heeft om proces-economische redenen de vrouw in de gelegenheid gesteld om het aanvullende verzoek bij exploot te betekenen aan de man. De behandeling van het aanvullende verzoek is daartoe aangehouden. Het verzoek van de vrouw om een proceskostenveroordeling is eveneens aangehouden. De rechtbank heeft wederom kennis genomen van de stukken waaronder thans ook: - het aanvullend verzoekschrift tot echtscheiding houdende wijziging van het verzoek, - het exploot van betekening van dit aanvullende verzoekschrift. Blijkens het aanvullende verzoekschrift heeft de vrouw haar oorspronkelijke verzoek aangevuld met een verzoek om te verklaren voor recht dat niet is komen vast te staan dat tussen partijen sprake is van een rechtsgeldig huwelijk, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad. BEOORDELING De rechtbank handhaaft al hetgeen bij genoemde beschikking is overwogen en beslist. De aard van de verzochte verklaring voor recht verzet zich tegen de verzochte uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Het verzoek zal als niet weersproken en op de wet gegrond in na te melden zin worden toegewezen. Gelet op de aard van de zaak ziet de rechtbank tevens aanleiding de proceskosten te compenseren als hierna vermeld. BESLISSING De rechtbank: verklaart voor recht dat niet is komen vast te staan dat tussen partijen sprake is van een rechtsgeldig huwelijk; bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt; wijst af het meer of anders verzochte. Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Olland, bijgestaan door mr. J.M.M. Bancken als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 augustus 2006.