
Jurisprudentie
AY9632
Datum uitspraak2006-08-15
Datum gepubliceerd2006-10-06
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Middelburg
Zaaknummers53216 KG 06-127
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Datum gepubliceerd2006-10-06
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Middelburg
Zaaknummers53216 KG 06-127
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Indicatie
''Vaststaat dat de caravan aan [eiseres] in eigendom toebehoort en dat [gedaagde] terzake van de caravan geen vordering heeft op [eiseres]. Verder staat vast dat de Rabobank geen rechten meer doet gelden ten aanzien van die caravan. Gelet hierop staat niets afgifte van de caravan door [gedaagde] aan [eiseres] nog in de weg, zodat hij hiertoe over dient te gaan.
De omstandigheid dat [gedaagde] meent dat hij in het kader van de beslaglegging door de Rabobank schade heeft geleden verbandhoudend met onder meer de caravan doet aan het voorgaande niet af.''
Uitspraak
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
Vonnis van 15 augustus 2006 in de zaak van:
Kort gedingnr.: 127/2006
[eiseres]eres],
wonende te Middelburg,
eiseres,
procureu[gedaagde]. N.A. Koole,
tegen:
[geda[gedaagde],
wonende te [adres] Grijpskerke aan de [adres],
zaakdoende te [adres] aan de [adres],
gedaagde,
in persoon.
1. Het verloop van het geding
Partijen worden verder aangeduid als [eiseres] en [gedaagde].
Het dossier bevat de volgende processtukken:
- dagvaarding met bijlagen;
- pleitaantekeningen zijdens [gedaagde];
- ter zitting zijdens [eiseres] overhandigde brief van de Rabobank Walcheren/Noord-Beveland.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 8 augustus 2006, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
2. De feiten
2.1. [eiseres] is eigenaresse van een caravan van het merk Buerstner met kenteken
[nummer].
2.2. Voormelde caravan staat sedert enige jaren op het bedrijfsterrein van [gedaagde].
2.3. De caravan is in het kader van onder [gedaagde] door de Rabobank gelegd beslag in 2004 door de Rabobank enige tijd weggehaald geweest van het bedrijfsterrein van [gedaagde]. Sedert 2005 is de caravan weer terug op het terrein van [gedaagde].
2.4. De Rabobank heeft bij brief d.d. 8 augustus 2006 schriftelijk bevestigd dat zij geen aanspraak maakt op de caravan.
3. Het geschil
3.1. [eiseres] vordert, kort samengevat, afgifte van de caravan door [gedaagde], met machtiging om het vonnis zelf ten uitvoer te doen leggen met behulp van de sterke arm, subsidiair op straffe van verbeurte van een dwangsom.
[eiseres] stelt daartoe dat zij recht op en belang heeft bij afgifte van de caravan aan haar. De Rabobank doet geen rechten meer gelden op de caravan, zodat niets afgifte daarvan in de weg staat.
Voorts heeft [gedaagde] terzake van de caravan geen opeisbare vordering op [eiseres]. Hiervan is niets gebleken.
[eiseres] betwist dat [gedaagde] een retentierecht heeft op de caravan, aangezien [gedaagde] geen retentierecht toekomt op de caravan voor een vordering die hij op de Rabobank heeft.
3.2. [gedaagde] stelt dat hij de caravan nog niet kan afgeven gelet op de procedure in hoger beroep tussen hem en de Rabobank, aangezien hem niet bekend is dat de Rabobank geen rechten meer doet gelden op de caravan en afziet van haar standpunt dat de caravan op naam van [gedaagde] stond.
Verder stelt [gedaagde] dat hij schade heeft geleden als gevolg van de onrechtmatige beslaglegging door de Rabobank als gevolg waarvan onder meer de caravan tijdelijk op het terrein van een derde gestald is geweest en daarna op zijn terrein. De kosten van onder meer de stalling en het terugkrijgen van de caravan bedragen ruim € 18.000,00. Deze kosten zijn, zonder zijn toestemming, van de bankrekening van [gedaagde] afgeschreven. Terzake van die kosten komt hem een retentierecht toe op de caravan. Hij is bereid de caravan af te geven indien deze kosten worden voldaan en hij daarvoor wordt gevrijwaard. De schadeafhandeling met de Rabobank heeft nog niet plaatsgevonden.
4. De beoordeling
4.1. Vaststaat dat de caravan aan [eiseres] in eigendom toebehoort en dat [gedaagde] terzake van de caravan geen vordering heeft op [eiseres]. Verder staat vast dat de Rabobank geen rechten meer doet gelden ten aanzien van die caravan. Gelet hierop staat niets afgifte van de caravan door [gedaagde] aan [eiseres] nog in de weg, zodat hij hiertoe over dient te gaan.
De omstandigheid dat [gedaagde] meent dat hij in het kader van de beslaglegging door de Rabobank schade heeft geleden verbandhoudend met onder meer de caravan doet aan het voorgaande niet af. Die schade kan leiden tot een vordering van hem op de Rabobank, maar niet tot een vordering op [eiseres]. Met betrekking tot een andere vordering van [gedaagde] op [eiseres] is niets gesteld noch gebleken. Nu [gedaagde] geen vordering heeft op [eiseres] en de caravan aan haar in eigendom toebehoort, heeft hij geen retentierecht ten aanzien van die caravan voor een vermeende vordering op de Rabobank. Er bestaat derhalve vooralsnog geen grond voor betaling van enig bedrag door [eiseres] aan [gedaagde] alvorens tot afgifte van de caravan kan worden overgegaan.
In het licht van het voorgaande zal de vordering van [eiseres] worden toegewezen, met dien verstande dat de gevorderde afgiftetermijn in redelijkheid zal worden bepaald op twee dagen na betekening van dit vonnis.
4.2. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
- veroordeelt [gedaagde] om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de caravan van het merk Buerstner met kenteken [nummer] aan [eiseres] af te geven;
- machtigt [eiseres] om, indien [gedaagde] de caravan niet tijdig afgeeft, dit vonnis zelf ten uitvoer te doen leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie en op kosten van [gedaagde];
- veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] begroot op € 84,78 wegens kosten dagvaarding, € 248,00 wegens griffierechten en € 1.027,00 wegens procureurssalaris;
- bepaalt dat nu [eiseres] met een toevoeging procedeert dat die kostenbetaling dient te geschieden door voldoening
a. aan de griffier van deze rechtbank:
- wegens het in debet gestelde deel griffierecht € 186,00;
- wegens procureurssalaris € 1.054,00;
- wegens kosten dagvaarding € 84,87;
b. aan [eiseres]:
- het voor haar rekening gekomen deel van het griffierecht ad € 62,00;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. de Regt, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzit-ting van 15 augustus 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.
cb

