Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AZ0684

Datum uitspraak2006-10-12
Datum gepubliceerd2006-10-23
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Groningen
Zaaknummers18/670316-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

51-jarige man heeft gedurende een periode van zes jaar zijn vier (stief)dochters stelselmatig seksueel misbruikt. Daarnaast heeft hij gedurende een periode van vele jaren twee van zijn (stief)dochters stelselmatig mishandeld. De rechtbank verwerp het verweer van verdachte dat slechts sprake was van corrigerende tikken. Verdachte heeft zich bij het plegen van zijn seksuele handelingen slechts laten leiden door zijn eigen behoefte- en lustbevrediging zonder zich om de slachtoffers te bekommeren. De rechtbank is van oordeel dat de aard en de ernst van de feiten in de duur van de door de officier geëiste onvoorwaardelijke gevangenisstraf van negen maanden onvoldoende tot uitdrukking komt. De rechtbank legt naast een TBS met voorwaarden een gevangenisstraf op voor de duur van 30 maanden.


Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN Sector Strafrecht parketnummer: [parketnummer] datum uitspraak: 12 oktober 2006 op tegenspraak raadsman: mr. K.B. Spoelstra vonnis van de rechtbank te Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen: [naam verdachte], geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte], wonende te [woonplaats verdachte], thans preventief gedetineerd in P.I. Noord - De Grittenborgh te Hoogeveen. Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 28 september 2006. Tenlastelegging Aan de verdachte is ten laste gelegd: dat 1. hij in of omstreeks de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2003, te Engelbert, in de gemeente Groningen, in elk geval in Nederland, (gedurende een periode elke week, althans) meermalen, (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte (telkens) - zijn vinger en/of tong in de vagina en/of mond van die [slachtoffer 1] gebracht en/of - met zijn vinger en/of tong de vagina en/of borsten van die [slachtoffer 1] aangeraakt en/of - in de borsten van die [slachtoffer 1] geknepen en/of - de tepels van die [slachtoffer 1] gezoend en/of en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hierin dat verdachte - die [slachtoffer 1] (regelmatig) heeft geslagen, althans (fysiek) heeft mishandeld en/of (aldus) een sfeer heeft gecreëerd waarbinnen die [slachtoffer 1] geen, althans (te) weinig weerstand tegen hem, verdachte, durfde te bieden, en/of - (telkens) handelde als de moeder van die [slachtoffer 1] niet thuis was en/of - die [slachtoffer 1] heeft uitgekleed en/of met woorden heeft gedwongen zichzelf uit te kleden en/of - met zijn handelingen is doorgegaan nadat die [slachtoffer 1] hem had gezegd dat zij niet wilde en/of - misbruik heeft gemaakt van uit (een) feitelijke verhouding(en) voortvloeiend overwicht van hem, verdachte, op die [slachtoffer 1] en/of - misbruik heeft gemaakt van zijn, verdachtes, (stiefouderlijk) gezag door die [slachtoffer 1] uit te leggen, althans te zeggen, wat zij moest doen, en/of (aldus) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat hij in of omstreeks de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2003, te Engelbert, gemeente Groningen, althans in Nederland, (gedurende een periode elke week, althans) meermalen, (telkens) met [slachtoffer 1], (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1]), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte (telkens) - zijn vinger en/of tong in de vagina en/of mond van die [slachtoffer 1] gebracht en/of - met zijn vinger en/of tong de vagina en/of borsten van die [slachtoffer 1] aangeraakt en/of - in de borsten van die [slachtoffer 1] geknepen en/of - de tepels van die [slachtoffer 1] gezoend; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat hij in of omstreeks de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2003, te Engelbert, gemeente Groningen, althans in Nederland, (gedurende een periode elke week, althans) meermalen, (telkens) met [slachtoffer 1], (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, hebbende verdachte (telkens) - zijn vinger en/of tong in de vagina en/of mond van die [slachtoffer 1] gebracht en/of - met zijn vinger en/of tong de vagina en/of borsten van die [slachtoffer 1] aangeraakt en/of - in de borsten van die [slachtoffer 1] geknepen en/of - de tepels van die [slachtoffer 1] gezoend; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat hij in of omstreeks de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2003, te Engelbert, gemeente Groningen, althans in Nederland, (gedurende een periode elke week, althans) meermalen, (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig minderjarig kind, stiefkind of pleegkind en/of een aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, [slachtoffer 1], (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1]), bestaande die ontucht hierin dat hij (telkens) - zijn vinger en/of tong in de vagina en/of mond van die [slachtoffer 1] heeft gebracht en/of - met zijn vinger en/of tong de vagina en/of borsten van die [slachtoffer 1] heeft aangeraakt en/of - in de borsten van die [slachtoffer 1] heeft geknepen en/of - de tepels van die [slachtoffer 1] heeft gezoend; 2. hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot en met 30 april 2006, te Engelbert, in de gemeente Groningen, in elk geval in Nederland, (gedurende twee/een periodes ongeveer twee keer per maand, althans) meermalen, (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum slachtoffer 2]) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte (telkens) - zijn vinger en/of penis en/of tong in de vagina en/of mond van die [slachtoffer 2] gebracht en/of - met zijn vinger en/of penis en/of tong de vagina van die [slachtoffer 2] aangeraakt en/of - de borsten en/of billen van die [slachtoffer 2] gestreeld en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hierin dat verdachte - die [slachtoffer 2] (regelmatig) heeft geslagen en/of geschopt en/of toegeschreeuwd, althans (fysiek) heeft mishandeld en/of (aldus) een sfeer heeft gecreëerd waarbinnen die [slachtoffer 2] geen, althans (te) weinig weerstand tegen hem, verdachte, durfde te bieden, en/of - (telkens) handelde als de moeder van die [slachtoffer 2] niet thuis was en/of - die [slachtoffer 2] heeft uitgekleed en/of met woorden heeft gedwongen zichzelf uit te kleden en/of - de polsen/armen van die [slachtoffer 2] vastgepakt en/of vastgehouden en/of - met zijn handelingen is doorgegaan nadat die [slachtoffer 2] hem had geslagen en/of gezegd had dat zij niet wilde en/of haar tanden op elkaar hield en/of - misbruik heeft gemaakt van uit (een) feitelijke verhouding(en) voortvloeiend overwicht van hem, verdachte, op die [slachtoffer 2] en/of - misbruik heeft gemaakt van zijn, verdachtes, (stiefouderlijk) gezag door die [slachtoffer 2] uit te leggen, althans te zeggen, wat zij moest doen en/of (aldus) voor die [slachtoffer 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat hij in of omstreeks de periode 1 januari 2003 tot en met 30 april 2006 te Engelbert, gemeente Groningen, althans in Nederland, (gedurende twee/een periode(s) ongeveer twee keer per maand, althans) meermalen, (telkens) met [slachtoffer 2], geboren [geboortedatum slachtoffer 2], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte (telkens) - zijn vinger en/of penis en/of tong in de vagina en/of mond van die [slachtoffer 2] gebracht en/of - met zijn vinger en/of penis en/of tong de vagina van die [slachtoffer 2] aangeraakt en/of - de borsten en/of billen van die [slachtoffer 2] gestreeld; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat hij in of omstreeks de periode 1 januari 2003 tot en met 30 april 2006 te Engelbert, gemeente Groningen, althans in Nederland, (gedurende twee/een periode(s) ongeveer twee keer per maand, althans) meermalen, (telkens) met [slachtoffer 2], geboren [geboortedatum slachtoffer 2], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, hebbende verdachte (telkens) - zijn vinger en/of penis en/of tong in de vagina en/of mond van die [slachtoffer 2] gebracht en/of - met zijn vinger en/of penis en/of tong de vagina van die [slachtoffer 2] aangeraakt en/of - de borsten en/of billen van die [slachtoffer 2] gestreeld; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat hij in of omstreeks de periode 1 januari 2003 tot en met 30 april 2006 te Engelbert, gemeente Groningen, althans in Nederland, (gedurende twee/een periode(s) ongeveer twee keer per maand, althans) meermalen, (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, stiefkind of pleegkind en/of een aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum slachtoffer 2]), bestaande die ontucht hierin dat hij (telkens) - zijn vinger en/of penis en/of tong in de vagina en/of mond van die [slachtoffer 2] heeft gebracht en/of - met zijn vinger en/of penis en/of tong de vagina van die [slachtoffer 2] heeft aangeraakt en/of - de borsten en/of billen van die [slachtoffer 2] heeft gestreeld; 3. hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2005 tot en met 19 juni 2006, te Engelbert, in de gemeente Groningen, in elk geval in Nederland, meermalen, (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum slachtoffer 3]) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3], hebbende verdachte (telkens) zijn vinger en/of penis in de vagina van die [slachtoffer 3] gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hierin dat verdachte - (telkens) handelde als de moeder van die [slachtoffer 3] niet thuis was en/of - die [slachtoffer 3] heeft uitgekleed en/of met woorden heeft gedwongen zichzelf uit te kleden en/of - misbruik heeft gemaakt van uit (een) feitelijke verhouding(en) voortvloeiend overwicht van hem, verdachte, op die [slachtoffer 3] en/of - misbruik heeft gemaakt van zijn, verdachtes, (stiefouderlijk) gezag door die [slachtoffer 3] uit te leggen, althans te zeggen, wat zij moest doen, en/of (aldus) voor die [slachtoffer 3], een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2005 tot en met 19 juni 2006 te Engelbert, gemeente Groningen, althans in Nederland, meermalen, (telkens) met [slachtoffer 3], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3], hebbende verdachte (telkens) zijn vinger en/of penis in de vagina van die [slachtoffer 3] gebracht; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2005 tot en met 19 juni 2006 te Engelbert, gemeente Groningen, meermalen, (telkens) met [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum slachtoffer 3]), van wie hij, verdachte, wist dat zij aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens leed dat zij niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden en/of die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, hebbende verdachte (telkens) zijn vinger en/of penis en/of tong in de vagina van die [slachtoffer 3] gebracht; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2005 tot en met 19 juni 2006 te Engelbert, gemeente Groningen, meermalen, (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, stiefkind of pleegkind en/of een aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum slachtoffer 3]), bestaande die ontucht hierin dat hij (telkens) zijn vinger en/of penis en/of tong in de vagina van die [slachtoffer 3] heeft gebracht; 4. hij in of omstreeks 26 juli 1997 tot en met 19 juni 2006 te Engelbert, althans in de gemeente Groningen, meermalen, opzettelijk mishandelend, (telkens) [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 4], althans een of meer perso(o)n(en), (telkens met kracht) heeft geschopt en/of geslagen en/of geknepen en/of (aan een arm) (omhoog) getrokken en/of aan de haren (mee)getrokken en/of (voor zich uit) geduwd, waardoor deze(n) (telkens) letsel hebben/heeft bekomen en/of (telkens) pijn hebben/heeft ondervonden. Vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 3 primair ten laste gelegde wordt vrijgesproken en ter zake van het onder 1 primair, 2 primair, 3 subsidiair en 4 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, alsmede dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling wordt opgelegd met daaraan gekoppeld de voorwaarden zoals genoemd in het door Reclassering Nederland te Groningen opgemaakte maatregelrapport d.d. 22 september 2006. Bewijsoverweging Feit 1 primair en feit 2 primair De rechtbank acht de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde verkrachtingen van [slachtoffer 1] respectievelijk [slachtoffer 2] wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank acht hiervoor redengevend de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], alsmede de verklaringen van verdachte. De voor verkrachting vereiste dwang tot het ondergaan van handelingen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam acht de rechtbank bewezen op grond van onder andere de feitelijkheden dat verdachte misbruik heeft gemaakt van de verhouding tussen hem en zijn dochters en het daaruit voortvloeiende overwicht van hem op zijn dochters, alsmede dat hij misbruik heeft gemaakt van het gezag dat hij als ouder over zijn dochters had. Op basis van de aangifte van [slachtoffer 2] acht de rechtbank met betrekking tot de verkrachting van [slachtoffer 2] tevens bewezen dat verdachte tegen [slachtoffer 2] fysiek geweld heeft gebruikt door haar armen en polsen vast te pakken en dat verdachte met zijn seksuele handelingen is doorgegaan nadat [slachtoffer 2] tegen verdachte had gezegd dat hij moest stoppen en hem daarbij had geslagen om haar wens kracht bij te zetten. Hierbij heeft de rechtbank betrokken dat uit de aangiftes van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] blijkt dat verdachte ten aanzien van [slachtoffer 2] wel vaker geweld gebruikte. Feit 3 De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat de onder 3 primair ten laste gelegde verkrachting van [slachtoffer 3] niet wettig en overtuigd bewezen kan worden nu het strafdossier door het ontbreken van een verklaring van [slachtoffer 3] geen bewijs biedt voor de voor verkrachting vereiste dwang om handelingen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam te ondergaan. De rechtbank acht gelet op de verklaringen van [getuige 1] en de verklaringen van verdachte wél wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 3 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat hij met zijn dochter [slachtoffer 3] ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl [slachtoffer 3] wel de leeftijd van 12, maar nog niet de leeftijd van 16 jaar had bereikt. Feit 4 De rechtbank acht voor het bewijs van het onder 4 tenlastegelegde redengevend de verklaringen van [slachtoffer 4], de verklaringen van [slachtoffer 2], de verklaringen van [slachtoffer 1], de verklaring van [getuige 2] en de verklaring van [getuige 3]. Op grond van de inhoud van voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank anders dan de raadsman bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het meermalen mishandelen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4]. Gelet op de verklaring van [slachtoffer 1], dat verdachte haar nooit heeft geslagen en het ontbreken van ander bewijs, zal de rechtbank verdachte van de tenlastegelegde mishandeling van [slachtoffer 1] vrijspreken. Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij zijn dochters in de periode van 26 juli 1977 tot en met 19 juni 2006 heeft mishandeld. Gelet op het gestelde in artikel 70 van het Wetboek van Strafrecht, waarin is aangegeven dat het recht tot strafvordering vervalt door verjaring in zes jaren voor de misdrijven waarop een gevangenisstraf van niet meer dan 3 jaren is gesteld, waaronder deze mishandeling, kan slechts worden bewezen dat verdachte zijn dochters [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] in de periode van 19 juni 2000 tot en met 19 juni 2006 heeft mishandeld. Vrijspraak De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3 primair tenlastegelegde heeft begaan. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken. Bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 subsidiair en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 1 primair hij in de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2003, te Engelbert, meermalen, door feitelijkheden [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum slachtoffer 1]) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte - zijn vinger en/of tong in de vagina en/of mond van die [slachtoffer 1] gebracht en/of - met zijn vinger en/of tong de vagina en/of borsten van die [slachtoffer 1] aangeraakt en/of - in de borsten van die [slachtoffer 1] geknepen en/of - de tepels van die [slachtoffer 1] gezoend en bestaande die feitelijkheden hierin dat verdachte - handelde als de moeder van die [slachtoffer 1] niet thuis was en - die [slachtoffer 1] heeft uitgekleed en/of met woorden heeft gedwongen zichzelf uit te kleden en - misbruik heeft gemaakt van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht van hem, verdachte, op die [slachtoffer 1] en - misbruik heeft gemaakt van zijn, verdachtes, stiefouderlijk gezag door die [slachtoffer 1] uit te leggen, wat zij moest doen, en aldus voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; 2 primair hij in de periode van 1 januari 2003 tot en met 30 april 2006, te Engelbert, meermalen, door geweld en feitelijkheden [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum slachtoffer 2]) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte - zijn vinger en/of penis en/of tong in de vagina en/of mond van die [slachtoffer 2] gebracht en/of - met zijn vinger en/of penis en/of tong de vagina van die [slachtoffer 2] aangeraakt en/of - de borsten en/of billen van die [slachtoffer 2] gestreeld en bestaande dat geweld of die feitelijkheden hierin dat verdachte - die [slachtoffer 2] regelmatig heeft geslagen en/of geschopt en/of toegeschreeuwd, en aldus een sfeer heeft gecreëerd waarbinnen die [slachtoffer 2] geen weerstand tegen hem, verdachte, durfde te bieden, en - handelde als de moeder van die [slachtoffer 2] niet thuis was en - die [slachtoffer 2] heeft uitgekleed en/of met woorden heeft gedwongen zichzelf uit te kleden en - de polsen/armen van die [slachtoffer 2] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en - met zijn handelingen is doorgegaan nadat die [slachtoffer 2] hem had geslagen en/of gezegd had dat zij niet wilde en/of haar tanden op elkaar hield en - misbruik heeft gemaakt van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht van hem, verdachte, op die [slachtoffer 2] en - misbruik heeft gemaakt van zijn, verdachtes, stiefouderlijk gezag door die [slachtoffer 2] uit te leggen, wat zij moest doen en aldus voor die [slachtoffer 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; 3 subsidiair hij in de periode van 1 oktober 2005 tot en met 19 juni 2006 te Engelbert, meermalen, met [slachtoffer 3], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3], hebbende verdachte zijn vinger en/of penis in de vagina van die [slachtoffer 3] gebracht; 4 hij in de periode van 19 juni 2000 tot en met 19 juni 2006 te Engelbert, meermalen, opzettelijk mishandelend, [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4], met kracht heeft geschopt en/of geslagen en/of geknepen en/of (aan een arm) (omhoog) getrokken en/of aan de haren (mee)getrokken en/of (voor zich uit) geduwd, waardoor dezen pijn hebben ondervonden. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen onder 1 primair, 2 primair, 3 subsidiair en 4 meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad. Kwalificatie Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard levert de volgende strafbare feiten op: 1 primair Verkrachting, meermalen gepleegd; 2 primair Verkrachting, meermalen gepleegd; 3 subsidiair Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet de leeftijd van 16 jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd; 4 Mishandeling, meermalen gepleegd. Strafbaarheid van verdachte Ten aanzien van de strafbaarheid van verdachte heeft de rechtbank gelet op de psychiatrische onderzoeksrapportage d.d. 7 augustus 2006, opgemaakt door R. Vriesema, psychiater en de psychologische onderzoeksrapportage d.d. 14 september 2006, opgemaakt door F. Luteijn, klinisch psycholoog. De conclusies van deze rapporten luiden, zakelijk weergegeven, dat het tenlastegelegde, indien bewezen verklaard, in licht verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend. De rechtbank kan zich met deze conclusies verenigen en neemt deze over. De rechtbank acht verdachte derhalve strafbaar, nu ten opzichte van verdachte ook overigens geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht. Motivering straf Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de aangaande zijn persoon opgemaakte rapportages, alsmede de vordering van de officier van justitie. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met het ad informandum gevoegde feit, zoals dit op de dagvaarding is vermeld en dat door verdachte is erkend. Vrijheidsstraf en terbeschikkingstelling met voorwaarden De rechtbank heeft bij de strafoplegging betrokken dat verdachte gedurende een periode van ruim zes jaar al zijn vier (stief)dochters stelselmatig seksueel heeft misbruikt en dat hij daarnaast gedurende een periode van vele jaren twee van zijn (stief)dochters stelselmatig heeft mishandeld. Met het seksueel misbruik heeft verdachte op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van zijn (stief)dochters. Door het jarenlange aanhoudende seksuele misbruik zijn de levens van de slachtoffers, naar algemene ervaringsregels leren, zodanig negatief beïnvloed dat gevreesd moet worden dat zij in de toekomst (aanzienlijk) minder in staat zullen zijn een normaal leven te leiden, althans hiervan nog lange tijd (geestelijk) problemen zullen ondervinden. Verdachte heeft zijn slachtoffers daarmee ernstige schade berokkend. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat met name jonge kinderen die slachtoffer worden van zedendelicten daardoor ernstig psychisch beschadigd kunnen raken en vooral op latere leeftijd daarvan de (ernstige) gevolgen ondervinden. Dit geldt in het bijzonder nu de delicten zijn gepleegd door een (stief)vader onder wiens (feitelijke) zorg en gezag de slachtoffers vielen. Daarmee heeft verdachte het vertrouwen van zijn (stief)kinderen in hem als ouder en het gevoel van bescherming dat hij als (stief)vader werd geacht aan zijn kinderen te bieden ernstig beschaamd en geschonden. Verdachte heeft zich bij het plegen van zijn seksuele handelingen slechts laten leiden door zijn eigen behoefte- en lustbevrediging, zonder zich te bekommeren om hetgeen hij zijn slachtoffers daarmee aan deed. De rechtbank rekent het verdachte voorts ernstig aan dat hij, nadat hij door zijn echtgenote was gevraagd of het juist was dat hij met hun dochter [slachtoffer 3] seksuele handelingen had verricht, daarop niet alleen in strijd met de waarheid ontkennend heeft geantwoord, maar dat hij vervolgens op dezelfde wijze met het seksueel misbruik is doorgegaan. De rechtbank heeft daarnaast meegewogen dat verdachte twee van zijn (stief) dochters stelselmatig heeft mishandeld, waarmee hij hen lichamelijk en geestelijk leed heeft toegebracht. Verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven dat deze door hem gepleegde handelingen moeten worden gezien als horend bij zijn taak als opvoeder in die zin dat hij slechts zogenaamde 'corrigerende tikken' heeft uitgedeeld. De rechtbank is echter van oordeel dat de bewezenverklaarde mishandelingen, gezien de daarover verder afgelegde verklaringen duidelijk verder gingen c.q. zodanig ernstig waren dat zij naar de normen van de Nederlandse samenleving niet acceptabel zijn. In de rapportages die aangaande verdachte zijn opgesteld is aangegeven dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling der geestvermogens in de zin van een persoonlijkheidsstoornis met narcistische aspecten en een tekort aan inlevings- en invoelingsvermogen. Deze conclusies heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank zelf nog eens onderschreven nu hij er ter terechtzitting blijk van heeft gegeven zich niet te kunnen verplaatsen in het leed dat hij zijn dochters heeft berokkend en zich te blijven vasthouden aan zijn idee dat hij niet de enige is geweest die aan zijn seksuele handelingen met zijn (stief)dochters plezier heeft beleefd. De rechtbank heeft voorts bij de strafbepaling meegewogen dat in de rapportages is aangegeven dat het bewezen verklaarde aan verdachte, gelet op de gebrekkige ontwikkeling van verdachtes geestvermogens, slechts in licht verminderde mate kan worden toegerekend, alsmede dat verdachte in het verleden niet eerder is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Gelet op het vorenoverwogene, is de rechtbank van oordeel dat de aard en de ernst van de feiten in de duur van de door de officier van justitie geëiste onvoorwaardelijke gevangenisstraf onvoldoende tot uitdrukking komen. De rechtbank zal aan verdachte dan ook een fors hogere gevangenisstraf opleggen. De rechtbank is daarnaast van oordeel dat verdachte, bij wie ten tijde van het bewezen verklaarde sprake was van een gebrekkige ontwikkeling der geestvermogens, ter beschikking gesteld dient te worden. De rechtbank heeft hierbij gelet op de omstandigheden dat de bewezen verklaarde feiten misdrijven zijn waarop een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld en dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de oplegging van die maatregel eist. De rechtbank heeft bij de oplegging van de maatregel tevens de rapporten en adviezen die over de persoonlijkheid van de verdachte zijn uitgebracht in aanmerking genomen, alsmede de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde. Daarbij acht de rechtbank in van bijzonder van belang dat in deze aangaande verdachte uitgebrachte rapporten is aangegeven, zakelijk weergegeven, dat er bij verdachte - zoals hiervoor reeds is weergegeven - sprake is van een gebrekkige ontwikkeling der geestvermogens in de zin van een persoonlijkheidsstoornis met narcistische aspecten en een tekort aan inlevings- en invoelingsvermogen. Aangegeven is dat niet kan worden uitgesloten dat verdachte zich opnieuw aan verstoring van de openbare orde c.q. soortgelijke strafbare feiten schuldig zal maken en dat in dat opzicht enkel een verandering ten goede te verwachten is indien verdachte zal worden behandeld. Deze behandeling zou kunnen bestaan uit een verplichte ambulante behandeling bij de AFPNN onder regie van langdurig reclasseringscontact. Daarbij wordt aanbevolen dat aandacht wordt besteed aan het aan verdachte leren beheersen van seksuele driften, alsmede aan een daderbehandeling van seksuele delicten. Ook zijn wellicht partner-relatie en/of gezinsgesprekken noodzakelijk. Voorts is aangegeven dat het wenselijk is dat verdachte pas na behandeling terugkeert in de gezinssituatie, alsmede dat de vereiste behandeling zeker een aantal jaren zal gaan duren. Gelet op het vorenoverwogene zal de rechtbank de maatregel van terbeschikkingstelling gelasten onder de in het dictum te melden voorwaarden betreffende het gedrag van verdachte, tot naleving waarvan verdachte zich bereid heeft verklaard. Toepasselijke wettelijke voorschriften De rechtbank heeft gelet op de artikelen 37a, 38, 38a, 57, 242, 245 en 300 van het Wetboek van Strafrecht. BESLISSING De rechtbank: - verklaart het onder 3 primair tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij. - verklaart het onder 1 primair, 2 primair, 3 subsidiair en 4 tenlastegelegde wettig en overtuigende bewezen zoals hiervoor is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezenverklaarde strafbaar. - verklaart verdachte voor het bewezenverklaarde strafbaar. - verklaart het onder 1 primair, 2 primair, 3 subsidiair en 4 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij. - veroordeelt verdachte voor het bewezen- en strafbaar verklaarde tot: een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden. Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht tenzij die tijd op een andere straf in mindering is gebracht. Gelast dat veroordeelde ter beschikking wordt gesteld. Stelt de volgende voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde: - de terbeschikkinggestelde zal zich gedragen naar voorschriften en aanwijzingen te geven door of namens Reclassering Nederland te Groningen, zolang deze instelling dat nodig oordeelt; - de terbeschikkinggestelde zal zich laten behandelen bij de AFPNN te Groningen, dan wel een andere instelling van de GGZ, waarbij de terbeschikkinggestelde zich zal conformeren aan het behandelplan; - de terbeschikkinggestelde zal niet bij zijn gezin gaan wonen en zal eerst na overleg met de Reclassering Nederland te Groningen zijn precieze woonplek bepalen; - de terbeschikkinggestelde zal geen contact zoeken met zijn vier stiefdochters; - indien zijn stiefdochters contact met de terbeschikkinggestelde zoeken, maakt hij daarvan zo spoedig mogelijk melding bij Reclassering Nederland te Groningen en de AFPNN te Groningen, waarna eventueel verder contact pas plaats zal vinden ná goedkeuring van de Reclassering Nederland te Groningen en ná overleg met de AFPNN. Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. E.M.J. Brink, voorzitter, G.H. Boekaar en A.F. Gerding, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.H. Beuker, als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 oktober 2006. Mr. A.F. Gerding was buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.